
100
NL
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S
Olie bijvullen (IV)
Let op! Trek de stekker van de zaag uit het stopcontact vóór alle installatie- en afstelwerkzaamheden. Trek de stekker van de
met elektriciteit aangedreven kettingzagen uit het stopcontact, bij kettingzagen die zijn aangedreven door een accu, de accu
loskoppelen.
Gebruik alleen olie voor de smering van de ketting en de mechanismen van uw zaag. Gebruikte motorolie mag niet worden ge-
bruikt voor smering. Ze vervult haar functie niet, wat kan leiden tot schade aan het zaagmechanisme.
Zorg ervoor dat er smeerolie in de container zit. Plaats de zaag op een horizontaal oppervlak, controleer de oliepeilindicator. Het
oliepeil mag niet lager zijn dan de aangegeven minimumhoeveelheid. Indien een dergelijke indicator ontbreekt, wordt de onderste
rand van de oliehoeveelheid-indicator als referentieniveau genomen.
Het is verboden de zaag te gebruiken zonder een gevulde olietank. Dit kan de ketting, de kettinggeleider en de mechanismen van
de zaag beschadigen. Het is aan te raden om de zaag minstens 3 meter van het bijvulpunt te starten en te bedienen. De olie moet
worden bijgevuld uit de buurt van brandhaarden en warmtebronnen.
Om de olie bij te vullen, draait u de tankplug los, giet u olie in het reservoir zodat het oliepeil gelijk is aan de maximale oliepei-
lindicator of de bovenste rand van de oliepeilindicator en draait u vervolgens de tankplug stevig en stevig vast. Als er olie wordt
gemorst, veeg dan de resterende olie af voordat u de kettingzaag op de stroomvoorziening aansluit.
Aansluiting van de kettingzaag op de stroomvoorziening
De machine wordt geleverd met slechts een kort netsnoer. Gebruik een elektrisch verlengsnoer voor de juiste voeding van de
machine. De isolatie van het verlengsnoer moet van rubber zijn van ten minste type H05RNF, of van polyvinyl (PVC), ten minste
type H05VVF.
Gebruik, gezien de aard van de werking van de machine, altijd kabels die geschikt zijn voor gebruik buitenshuis. De stroomkabel
moet een enkele aansluiting hebben die overeenkomt met de stekker van de machine. Het is verboden om de stekker of het
stopcontact op enigerlei wijze te wijzigen om deze in elkaar te laten passen. De elektrische parameters van de voedingskabel
moeten overeenkomen met de elektrische parameters van de apparatuur zoals vermeld op het typeplaatje. Houd er rekening mee
dat de doorsnede van de voedingskabel afhankelijk is van de lengte van de kabel. Neem de volgende richtlijnen in acht voor de
doorsnede van de netsnoerdraden:
- 1,0 mm
2
- kabellengte niet groter dan 40 m.
- 1,5 mm
2
- kabellengte niet groter dan 60 m,
- 2,5 mm
2
- kabellengte niet groter dan 100 m.
Let op de voedingskabel bij de voorbereiding op het werk en tijdens het gebruik. Bescherm de voedingskabel tegen water, vocht,
oliën, warmtebronnen en scherpe voorwerpen. Leg de kabel zo, dat hij niet binnen het bereik van de borstel valt. Het doorsnijden
van de kabel kan leiden tot een elektrische schok, wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Zorg ervoor dat u niet verstrikt raakt
in de kabel. Dit kan leiden tot een val en ernstige verwondingen.
Overbelast de voedingskabel niet, maak de kabel niet te strak. Trek niet aan de kabel tijdens het verplaatsen van het apparaat.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact door aan de behuizing van het stopcontact te trekken, trek nooit aan de kabel.
Er zit een gat in de behuizing waardoor de lus van het verlengsnoer moet worden gehaald en de lus moet worden vastgehaakt.
Sluit pas daarna de stekker aan op het stopcontact van de verlengkabel (VII). Door deze verbinding te maken, wordt het risico
op het breken van het netsnoer uit de behuizing van de machine, bijvoorbeeld in het geval van een plotselinge schok, tot een
minimum beperkt.
De kettingzaag starten (VIII)
Zorg ervoor dat de terugslagrem in de achterste stand staat.
Verwijder de hoes van de kettinggeleider en de ketting.
Pak de voorste handgreep vast met uw linkerhand, pak de achterste handgreep vast met uw rechterhand.
Zorg ervoor dat de stang en de ketting niet in contact komen met een voorwerp of oppervlak.
Druk met uw duim op de vergrendelknop van de schakelaar op de handgreep.
Druk op de schakelaar en houd hem in deze positie ingedrukt. De vergrendelknop kan worden losgelaten.
Voordat u het zagen start, wacht u tot de motor op volle toeren draait en zorgt u ervoor dat de ketting soepel loopt op het Als u
verdachte geluiden of trillingen hoort, schakelt u de zaag onmiddellijk uit
De kettingzaak wordt uitgeschakeld door de schakelaar los te laten.
Het is verboden de zaag uit te schakelen door de terugslagrem in te schakelen.
Trek de stekker uit het stopcontact en onderhoud de zaag wanneer de ketting stopt.
Werken met de kettingzaag
Als u van plan bent om voor het eerst met een kettingzaag te werken, moet u advies inwinnen voordat u aan het werk gaat En het
eerste werk met de zaag zou moeten bestaan in het zagen van de voorbereide stammen die in de geit worden gelegd.
Tijdens het werk moeten elementaire veiligheidsregels in acht worden genomen. Er moet ook rekening worden gehouden met
de mogelijkheid van terugslag van de kettingzaag naar de bediener. De kettingzaag kan naar de gebruiker terug stuiteren als de
zaagketting weerstand ondervindt.
Om dit risico te minimaliseren is het noodzakelijk:
Summary of Contents for YT-84868
Page 29: ...29 RU residual current device RCD...
Page 30: ...30 RU...
Page 31: ...31 RU...
Page 32: ...32 RU II II III 3 4 10 IV 3 H05RNF H05VVF 1 0 2 40 1 5 2 60 2 5 2 100...
Page 33: ...33 RU VII VIII IX XI XII 15 1 3 8 1 3 XIII 1 3 45 4 1 10 XIV...
Page 34: ...34 RU 1 3 1 3 XV...
Page 36: ...36 UA residual current device RCD...
Page 37: ...37 UA...
Page 38: ...38 UA...
Page 39: ...39 UA II III 3 4 10 IV 3 H05RNF H05VVF 1 0 2 40 1 5 2 60 2 5 2 100 VII VIII...
Page 40: ...40 UA X 15 1 3 8 1 3 XIII 1 3 45 4 1 10 XIV 1 3 1 3 XV...
Page 41: ...41 UA...
Page 103: ...103 GR RCD RCD...
Page 104: ...104 GR...
Page 105: ...105 GR...
Page 106: ...106 GR II II III 3 4 mm 10 V 3 H05RNF PVC H05VVF 1 0 mm2 40 m 1 5 mm2 60 m 2 5 mm2 100 m...
Page 107: ...107 GR VII VIII IX XI XII 15 cm 1 3 8 cm 1 3 XIII 1 3 45 4 cm 1 10 XIV...
Page 108: ...108 GR 1 3 1 3 XV...
Page 110: ...110 BG RCD RCD...
Page 111: ...111 BG...
Page 112: ...112 BG...
Page 114: ...114 BG IX X XI XII 15 cm 1 3 8 cm 1 3 XIII 1 3 45 4 cm 1 10 XIV 1 3...
Page 115: ...115 BG 1 3 XV...
Page 128: ...128 AR z YT YT YT AP P AP P AP P X DL X DL X DL LpA K LwA K ah K IPX IPX IPX...
Page 129: ...129 AR RCD DCR...
Page 130: ...130 AR II III II IV...
Page 131: ...131 AR H RNF H VVF PVC VII VIII IX X XI XII XIII XIV...
Page 132: ...132 AR XV...