- 74 -
5 en 12mm.
Toepassing:
Lassen in elke stand, op dunne dikten of voor een
eerste operatie binnen afrondingen bevorderd door de beperkte
thermische bijdrage en het goed controleerbaar bad.
Opmerking:
De transfer SHORT ARC voor het lassen van aluminium
en legeringen moet nauwkeurig worden toegepast (vooral met
draden met een diameter >1mm) omdat er zich hierbij het risico van
defecten van smelting kan voordoen.
MODALITEIT VAN TRANSFER SPRAY ARC (SPRAY BOOG)
Het smelten van de draad vindt plaats onder hogere spanningen ten
opzichte van de “short arc”; de draadpunt komt niet meer met het
smeltbad in contact; vanaf de punt van het draad begint de boog waar
de metaaldruppels, die afkomstig zijn van het constante smelten van
de draadelektrode, doorheen gaan, zonder kortsluiting dus.
Koolstofstaal en gelegeerde staalsoorten
- Bruikbare draaddiameters:
0.8-1.6 mm
- Lasstroomgamma:
180-450 A
- Boogspanningsgamma:
24-40 V
- Bruikbaar gas:
mengsel Ar/CO
2
, Ar/CO
2
/O
2
Roestvrije stalen
- Bruikbare draaddiameters:
1-1.6 mm
- Lasstroomgamma:
140-390 A
- Boogspanningsgamma:
22-32 V
- Bruikbaar gas:
mengsel Ar/O
2
, Ar/CO
2
(1-2 %)
Aluminium en legeringen
- Bruikbare draaddiameters:
0.8-1.6 mm
- Lasstroomgamma:
120-360 A
- Boogspanningsgamma:
24-30 V
- Bruikbaar gas:
Ar 99.9%
Typisch moet het contactbuisje zich aan de binnenkant van
de sproeier van 5-10mm bevinden, des te groter naarmate de
boogspanning hoger ligt; de vrije lengte van de draad (stick-out) zal
normaal liggen tussen 10 en 12mm.
Toepassing:
Horizontaal lassen met dikten niet lager dan 3-4mm
(heel vloeibaar bad); de snelheid van uitvoering en het gehalte van
afzet liggen heel hoog (hoge thermische bijdrage).
MODALITEIT VAN TRANSFER PULSE ARC (GEPULSEERDE
BOOG) (INDIEN VOORZIEN)
Het betreft een “gecontroleerde” transfer geplaatst in de zone van
werking “spray-arc” (gewijzigde spray-arc) en bezit dus de voordelen
van snelheid van smelting en afwezigheid van projecties en breidt
zich uit tot aanzienlijk lage waarden van stroom zodanig dat ook
vele typische toepassingen van de “short-arc” kunnen gerealiseerd
worden.
Met elke stroomimpuls stemt de afscheiding van een afzonderlijke
druppel van de elektrodendraad overeen; het fenomeen gebeurt
met een frequentie proportioneel met de snelheid van voorwaartse
beweging van de draad met een variatie gekoppeld aan het type en
de diameter van de draad zelf (typische waarden van frequentie: 30-
300Hz).
Koolstofstaal en gelegeerde staalsoorten
- Bruikbare draaddiameters:
0.8-1.6 mm
- Lasstroomgamma:
60-360 A
- Boogspanningsgamma:
18-32 V
- Bruikbaar gas:
mengsel Ar/CO
2
, Ar/CO
2
/O
2
(CO
2
max 20%)
Roestvrije stalen
- Bruikbare draaddiameters:
0.8-1.2 mm
- Lasstroomgamma:
50-230 A
- Boogspanningsgamma:
17-26 V
- Bruikbaar gas:
mengsel Ar/O
2
, Ar/CO
2
(1-2 %)
Aluminium en legeringen
- Bruikbare draaddiameters:
0.8-1.6 mm
- Lasstroomgamma:
40-320 A
- Boogspanningsgamma:
17-28 V
- Bruikbaar gas:
Ar 99.9%
Typisch moet het contactbuisje zich aan de binnenkant van de
sproeier van 5-10mm bevinden, hoe hoger de boogspanning is, zal
de vrije lengte van de draad (stick-out) normaal tussen 10 en 12mm
liggen.
Toepassing
: lassen in “stand” op gemiddeld-lage diktes en op
thermisch overgevoelige materialen,
bijzonder geschikt voor het
lassen op lichte legeringen (aluminium en zijn legeringen) ook
op diktes onder de 3mm
.
REGELING VAN DE LASPARAMETERS
Beschermend gas
Het vermogen van het beschermend gas moet zijn :
short arc:
8-14 l/min
spray arc
en
pulse arc:
12-20 l/min
in functie van de intensiteit van de lasstroom en van de diameter
van de blaaspijp.
Lasstroom
Wordt bepaald voor een bepaalde diameter van de draad door zijn
snelheid van voorwaartse beweging. Men dient hierbij op te merken
dat met een gelijke gevraagde stroom de snelheid van voorwaartse
beweging van de draad omgekeerd proportioneel is met de diameter
van de gebruikte draad.
De indicatieve waarden van de stroom in het manueel lassen voor
de meest gebruikte draden staan aangeduid in de tabel
(TAB. 5)
.
Boogspanning
De boogspanning kan door de operator geregeld worden door te
draaien aan de encoder
(FIG.C (5))
; deze past zich aan de snelheid
van voorwaartse beweging van de draad (stroom) aan op basis van
de diameter van de gebruikte draad en de aard van het beschermend
gas, op een progressieve manier volgens de volgende verhouding
die er een gemiddelde waarde van geeft:
U
2
= (14 + 0.05 x I
2
)
waar: U
2
: Boogspanning in volt;
I
2
: Lasstroom in ampères.
Kwaliteit van het lassen
De kwaliteit van de lasnaad samen met de minimum geproduceerde
hoeveelheid spatten, zal hoofdzakelijk bepaald worden door het
evenwicht van de lasparameters: stroom(snelheid draad), diameter
van de draad, boogspanning, enz.
Op dezelfde wijze zal de stand van de toorts aangepast worden
aan de afbeeldingen op de figuur
(FIG. L)
, teneinde een excessieve
productie van spatten en defecten van de lasnaad te voorkomen.
Ook de snelheid van het lassen (snelheid van voorwaartse beweging
langs de verbinding) is een doorslaggevend element voor de correcte
uitvoering van de lasnaad; hiermee moet men rekening houden
samen met de andere parameters; vooral op het einde van de
penetratie en van de vorm van de lasnaad zelf.
De meest voorkomende defecten van het lassen zijn samengevat
in
TAB. 8
.
LASSEN TIG (DC)
Het lassen TIG is een lasprocedure die de warmte gebruikt die
geproduceerd wordt door de elektrische boog die ontstoken en
behouden wordt, tussen een elektrode (Tungsteen) en het te lassen
stuk. De elektrode van Tungsteen wordt ondersteund door een toorts
geschikt om de lasstroom over te brengen en de elektrode zelf en
het lasbad te beschermen tegen de atmosferische oxidatie middels
een stroom inert gas (normaal Argon: Ar 99.5%) dat uit de ceramiek
blaaspijp komt
(FIG. M)
.
Voor een goede lasoperatie moet men de juiste diameter van
elektrode gebruiken met de juiste stroom, zie tabel (TAB.6).
Het normaal uitsteken van de elektrode uit de ceramiek blaaspijp
bedraagt 2-3mm en kan 8mm bereiken voor hoeklassen.
Het lassen gebeurt door smelting van de uiteinden van de verbinding.
Voor dunne dikten op een adequate manier voorbereid (tot circa
1mm.) is geen steunmateriaal nodig
(FIG. N)
.
Voor grotere dikten zijn stokjes met dezelfde samenstelling van
het basismateriaal nodig en met een geschikte diameter, met een
adequate voorbereiding van de uiteinden
(FIG. O)
. Voor een goed
slagen van de lasoperaties is het best dat de stukken grondig worden
schoongemaakt en vrij zijn van oxide, oliën, vetten, oplosmiddelen,
enz.
Ontsteking LIFT:
De ontsteking van de elektrische boog wordt uitgevoerd door de
elektrode van tungsteen te verwijderen van het te lassen stuk. Deze
modaliteit van ontsteking veroorzaakt minder elektrisch-uitgestraalde
storingen en beperkt tot een minimum de insluitsels van tungsteen en
de slijtage van de elektrode.
Procedure:
De punt van de elektrode laten steunen op het stuk, met een lichte
druk. De elektrode 2-3mm optillen met enkele ogenblikken van
Summary of Contents for Technomig 200
Page 192: ... 192 Ø0 8 8 0 Ø 200mm Ø 300mm 1 a b 2 a b c 3 a b 4 FIG G Ø0 6 0 6 ...
Page 196: ... 196 ...