![Tandem AutoSoft 90 Indications For Use Download Page 22](http://html2.mh-extra.com/html/tandem/autosoft-90/autosoft-90_indications-for-use_3477798022.webp)
24
25
NEDERLANDS
NEDERLANDS
Gebruiksaanwijzing
De AutoSoft™ 90 infusieset is geïndiceerd
voor het onderhuids inspuiten van insuline met
behulp van een externe pomp.
OMSCHRIJVING
AutoSoft 90 is een combinatie van een
infusieset (katheter) en een inbrenghulp.
AutoSoft 90 wordt gebruiksklaar geleverd als
één compleet, steriel hulpmiddel. De infusieset
vormt één geheel met de inbrenghulp .
CONTRA-INDICATIES
AutoSoft 90 is niet bedoeld of geïndiceerd voor
gebruik bij intraveneuze infusie van bloed of
bloedproducten .
WAARSCHUWINGEN
•
Gebruik AutoSoft 90-infusiesets met
t:lock™-slangconnectors alleen in
combinatie met Tandem-ampullen met
t:lock-connector.
•
AutoSoft 90 is alleen steriel en pyrogeenvrij
als de inbrenghulp ongeopend en
onbeschadigd is . Gebruik dit product niet
als de inbrenghulp al geopend is of tekenen
van beschadiging vertoont . Controleer de
steriliteit door na te gaan of het steriele
papier en de verzegeling onbeschadigd zijn.
•
Neem de gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door voordat u AutoSoft 90 inbrengt. Het
niet opvolgen van de instructies kan pijn of
letsel tot gevolg hebben .
•
Zorg dat er een zorgverlener bij is als u
AutoSoft 90 voor het eerst gebruikt. Omdat
de hoeveelheid onderhuids weefsel per
persoon kan verschillen, moet een canule
van passende lengte worden gekozen.
•
Voorkom dat de connector of slang in
aanraking komt met desinfectiemiddelen,
parfum, deodorant, cosmetica of overige
producten die desinfectiemiddelen
bevatten. Deze producten kunnen
de werking van de infusieset negatief
beïnvloeden.
•
AutoSoft 90 is bedoeld voor eenmalig
gebruik en moet na gebruik direct worden
weggegooid. Probeer de infusieset niet te
reinigen of opnieuw te steriliseren.
•
AutoSoft 90 kan na het inbrengen veilig
worden weggegooid als het deksel is
teruggeplaatst. Vraag bij uw plaatselijke
apotheek om een naaldenemmer .
•
Verwijder het beschermkapje om de naald
vóór het inbrengen.
•
Trek het slangetje voorzichtig uit
de behuizing; te hard trekken kan
beschadigingen veroorzaken aan de
infusieset/inbrengnaald. Zorg dat de
infusieset goed op zijn plek zit wanneer
het slangetje volledig is afgewikkeld (zie
afbeelding 8 op pagina 84).
•
Zorg dat er geen lucht in de infusieset blijft
zitten. Vul de AutoSoft 90 volledig.
•
Het onjuist inbrengen of niet goed
verzorgen van de inbrengplaats kan leiden
tot onjuiste toediening van de medicatie,
infecties en/of irritatie van de inbrengplaats.
•
Verwissel de infusieset elke 48 tot 72 uur, of
zo vaak als uw zorgverlener nodig acht.
•
Als de zachte canule knikt tijdens het
inbrengen, moet u de infusieset weggooien
en direct een nieuwe AutoSoft 90 plaatsen.
•
Vervang de infusieset als de pleister
loskomt of niet meer precies op zijn plek zit.
Omdat de canule zacht is, ontstaan geen
pijnklachten als deze eruit glipt. Dit kan dan
ook ongemerkt gebeuren. De zachte canule
moet altijd volledig zijn ingebracht om de
volledige hoeveelheid medicatie te kunnen
toedienen .
•
Bij tekenen van irritatie bij de inbrengplaats
vervangt u de infusieset en gebruikt u een
nieuwe inbrengplaats tot de oorspronkelijke
inbrengplaats is hersteld .
• Plaats de inbrengnaald niet terug in de
infusieset. Hierdoor kan de zachte canule
scheuren en is de toediening van de
medicatie niet meer betrouwbaar.
•
Probeer een geblokkeerd slangetje nooit te
vullen of vrij te maken terwijl de infusieset is
ingebracht . De toediening van de medicatie
is hierdoor mogelijk niet meer betrouwbaar.
•
Reinig altijd de inbrengplaats als u de infusieset
tijdelijk losmaakt. Vraag uw zorgverlener hoe
u de gemiste medicatie kunt compenseren als
de infusieset tijdelijk is losgekoppeld. Houd uw
bloedglucosewaarden nauwkeurig in de gaten
terwijl de infusieset is losgekoppeld en nadat
deze weer is aangesloten.
•
Bescherm de AutoSoft 90-infusieset
tegen direct zonlicht en een hoge
luchtvochtigheid. Bewaar de infusieset
droog en bij kamertemperatuur.
• Richt een inbrenghulp die op spanning
is gezet nooit op een lichaamsdeel waar
inbrengen niet gewenst is.
•
Hergebruik van de infusieset kan leiden
tot infectie, irritatie van de inbrengplaats
of beschadiging van de canule/naald.
Als de canule/naald beschadigd is, is de
toediening van de medicatie mogelijk niet
meer betrouwbaar.
AANBEVELINGEN
•
Controleer uw bloedglucosewaarde 1 tot 2
uur na het inbrengen van de AutoSoft 90.
Meet uw bloedgluscosewaarde regelmatig.
Bespreek dit met uw zorgverlener.
•
Gebruikt u insuline, verwissel de infusieset
dan niet vlak voor bedtijd, tenzij u de
bloedglucosewaarde 1 tot 2 uur na het
inbrengen kunt controleren .
•
Als u insuline toedient en uw
bloedglucosegehalte onverklaarbaar
hoog wordt of zich een occlusiealarm
voordoet, controleert u dan de infusieset
op verstoppingen en lekken. Plaats bij
twijfel een nieuwe infusieset. Het kan
namelijk voorkomen dat de zachte canule
van zijn plaats is gekomen, vervormd is
geraakt of deels verstopt zit. Bespreek
met uw zorgverlener hoe u de insuline zo
snel mogelijk kunt vervangen als een van
deze problemen zich voordoet. Test uw
bloedglucosegehalte om te controleren of
het probleem is opgelost .
•
Houd uw bloedglucosegehalte nauwkeurig
in de gaten als de infusieset is losgekoppeld
en nadat deze weer is aangesloten.
AW-1000184_B_IFU_Infusion_Set_AutoSoft90_PROOF_20180516.indd 24-25
7/6/18 6:47 PM