87
14. Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen op
te lossen.
Het model reageert niet
• Zijn de batterijen of accu’s in het voertuig of de zender leeg?
• Heeft u de zender en de rijregelaar ingeschakeld?
• Zijn de batterijen of accu’s correct in het voertuig of de zender geplaatst? Let op de juiste verpoling!
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas/remhendel losgelaten wordt
• Stel de neutrale stand voor de rijfunctie op de zender in met behulp van de kanteltoets “DT2” (13).
Voertuig wordt langzamer of de stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte
tussen de zender en het voertuig is enkel zeer beperkt
• De batterijen/accu’s in het voertuig zijn zwak of leeg.
De stroomvoorziening van de ontvanger en daarmee ook de stuurservo gebeurt via de BEC van de rijregelaar.
Omwille daarvan leiden zwakke of lege batterijen/accu’s in het voertuig ertoe, dat de ontvanger niet meer goed
werkt. Vervang de batterijen/accu’s in het voertuig. Houd echter eerst een pauze van 5 minuten opdat de motor en
rijregelaar voldoende kunnen afkoelen.
• Controleer de batterijen/accu’s in de zender.
Het rechtuitrijden klopt niet
• Stel het rechtuitrijden van de vooras op de zender met behulp van de kanteltoets “DT1” (12) in. Het rechtuitrijden
van de achteras kan met behulp van de kanteltoets “DT4” (8) worden ingesteld.
• Controleer de stuurstang.
• Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en ver-
vangt u deze.
Rijfunctie in tegenstelling tot de beweging van de hendel (10) op de zender
Juist is: Het voertuig moet vooruit rijden wanneer de hendel (10) op de zender in de richting van de handgreep wordt
getrokken, resp. achteruit rijden wanneer de hendel van het handvat weg wordt geschoven.
Als dit bij uw zender omgekeerd is, activeert u op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.