81
10. Trimfuncties op de zender
a) Stuurtrim op de vooras
Met de wiptoets “DT1” (12) wordt de trimming van de besturing op de vooras ingesteld. Bij bediening van de wiptoets
verschijnt “CH1 TRM.ST” linksboven op het display. Stel de trimming zo in dat het voertuig rechtuit rijdt wanneer het
draaiwiel voor de besturing in het midden staat.
b) Stuurtrim op de achteras
Met de wiptoets “DT4” (8) wordt de trimming van de besturing op de achteras ingesteld. Stel de trimming zo in dat het
voertuig rechtuit rijdt wanneer het draaiwiel voor de besturing in het midden staat.
c) Trim voor neutraalstand van de rijregelaar
Met de wiptoets “DT2” (13) wordt de trimming voor de neutraalstand van het vooruit-/achteruitrijden ingesteld, zodat
het voertuig bij het loslaten van de hendel voor de rijfunctie (10) stil blijft staan.
d) Dual-rate-instelling voor de besturing
Met de dual-rate instelling (kanteltoets “DT3”) kan de servoweg (de maximaal mogelijke stuuruitslag) voor de beide
stuurservo’s worden gewijzigd. De instelling heeft invloed aan beide zijden van de servoweg.
Wij raden u aan deze waarde op de maximale instelling te laten staan aangezien anders de draaicirkel
van het voertuig groter wordt, hetgeen bij een Crawler niet zinvol is.
Bij “normale”, snelle modelvoertuigen dient de dual-rate instelling ervoor om het voertuig bij hard rijden
beter te kunnen besturen aangezien de stuuruitslag van de servo’s wordt verkleind (bij een gelijk blijvende
draaihoek van het stuurwiel).