Otto Bock 3R90, Instructions For Use Manual

Page: 48 / 116

48 | Ottobock 3R90, 3R92
7 Verbind de koker en het modulaire kniescharnier met behulp van een daarvoor geschikte
adapter (bijv. kokeradapter 4R111, 4R41, 4R55 of 4R51). Gebruik voor het corrigeren van de
opbouw de translatieadapter 4R112 (afb. 10). Bij gebruik van een kokeradapter met 4-gaats-
aansluiting (bijv. 5R1=*, 5R6=*) kan voor een permanente extra verplaatsing naar achteren
van 10 – 25 mm de translatieadapter 4R118 worden gebruikt (afb. 9).
3.1.1 Optimalisatie van de opbouw met de L.A.S.A.R. Posture 743L100
(afb. 8)
Met behulp van de L.A.S.A.R. Posture kan de statische opbouw worden geoptimaliseerd. Om
voldoende stabiliteit te verkrijgen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de zwaaifase gemakkelijk
wordt ingeleid, gaat u bij de opbouw als volgt te werk:
1 Voor het meten van de belastingslijn moet de bovenbeengeamputeerde na de zelfkalibratie
van het L.A.S.A.R.-apparaat met het prothesebeen op de krachtmeetplaat en met het andere
been op de hoogtecompensatieplaat gaan staan. Daarbij moet de prothesezijde voldoende
worden belast (>35% van het lichaamsgewicht).
2 Door uitsluitend de plantairflexie te wijzigen, past u de opbouw nu zo aan, dat de belastings-
lijn / laserlijn ca. 40 mm voor het midden van de knie komt te lopen (zie afb. 8).
3 Optimaliseer daarna tijdens het proeflopen de dynamische opbouw.
3.2 Instelling en eindmontage
3.2.1 Fijnafstelling van de rem
De gevoeligheid van de rem is in de fabriek zo afgesteld dat deze gewoonlijk niet aan de patiënt
hoeft te worden aangepast. Mocht dit toch nodig zijn, dan kunt u de gevoeligheid van de rem
aanpassen door de instelschroef (afb. 4) iets te draaien.
Draaien naar rechts = vermindering van de gevoeligheid
Draaien naar links = vergroting van de gevoeligheid
Let op!
De gevoeligheid van de rem mag slechts zover worden verminderd dat een goede
remwerking nog gewaarborgd is.
3.2.2 Instelling van de zwaaifasesturing
De kniescharnieren worden als volgt geleverd:
• 3R90 in de bovenste veervergrendeling - geringst mogelijke werking
• 3R92 met de kleinst mogelijk pneumatische weerstand
3.2.3 Mechanische voorbrenger van de 3R90
De werking van de mechanische voorbrenger kan door variatie van de spanning van de veer-
voorbrenger in vijf stappen worden geregeld. Zo nodig kan de veerwerking, die bij aflevering is
ingesteld op het minimum, worden versterkt.
Versterking van de veerwerking (afb. 5):
druk het afstelmechanisme licht in en draai het naar rechts.
Vermindering van de veerwerking:
druk het afstelmechanisme licht in en draai het naar links.
3.2.4 Pneumatiek van de 3R92
De pneumatische zwaaifasebesturing maakt het gangbeeld harmonischer. De bewegingsweerstan-
den voorkomen dat het protheseonderbeen bij het buigen te ver doorzwaait en zorgen daarnaast