Otto Bock 3R90, Instructions For Use Manual

Page: 46 / 116

46 | Ottobock 3R90, 3R92
In tegenstelling tot conventionele remkniescharnieren – zoals het modulaire kniescharnier 3R49
– wordt de rem uitgeschakeld zodra de voorvoet wordt belast. Daardoor ontbreekt de stabili-
serende werking van de rem bij voorvoetcontact, bijv. wanneer het prothesebeen zich achter
het andere been bevindt. Ook wanneer de voorvoet per ongeluk wordt belast, wordt de rem
uitgeschakeld, waardoor de patiënt het risico loopt te vallen.
Ook wanneer het prothesebeen in licht gebogen toestand wordt neergezet, geeft de rem de
gewenste zekerheid. Door de speciale constructie is de remeenheid slijtvast en zelfadapterend,
waardoor de rem gewoonlijk niet nagesteld hoeft te worden.
Voor het sturen van de zwaaifase is het scharnier 3R90 uitgerust met een mechanische voorbren-
ger met een progressief werkende veercombinatie. Het scharnier 3R92 is voor dit doel uitgerust
met een progressief werkende dubbelekamer-pneumatiek.
Om de mechanische onderdelen van het onderste gedeelte van het scharnier zit een bescher-
mende koker van kunststof.
1.5 Gebruiksduur
INFORMATIE
Alle kniescharnieren van Ottobock worden principieel getest met drie miljoen belastingscycli.
Afhankelijk van de mate van activiteit van de geamputeerde komt dit overeen met een gebru-
iksduur van drie tot vijf jaar.
Wij adviseren de scharnieren principieel eens per jaar te controleren op hun veiligheid.
1.6 Combinatiemogelijkheden
INFORMATIE
Bij het vervaardigen van een prothese voor de onderste extremiteiten moeten alle toegepaste
prothesecomponenten voldoen aan de eisen met betrekking tot het lichaamsgewicht en de
activiteitsgraad van de patiënt.
1.7 Prothesevoeten
Voor de verbinding met de prothesevoet wordt de meegeleverde buisadapter gebruikt, die afhan-
kelijk van de beenlengte moet worden ingekort.
Let op!
Klem de buis niet in de bankschroef! Gebruik de pijpsnijder 719R2, zet deze in een rechte
hoek tegen de buis en braam de buis vervolgens van binnen en van buiten zorgvuldig af
met de pijpafbramer 718R1. De buis moet (beslist) volledig tot de aanslag in de klemring
worden geschoven. Draai de cilinderkopbout aan met momentsleutel 710D1.
Aanhaalmoment: 10 Nm (afb. 3)
Let op!
Voor het passen: draai de naast elkaar gelegen stelbouten 506G3 van de buisadapter
met momentsleutel 710D4 aan met een aanhaalmoment van 10 Nm.
Om de prothese gebruiksklaar te maken: bevochtig de stelbouten met Loctite 636K13,
draai de naast elkaar gelegen stelbouten eerst aan met 10 Nm en draai vervolgens alle
vier de stelbouten verder aan met 15 Nm.