50
51
i) Gebruik geen beschadigde slijpschijven. Controleer vóór ieder
gebruik de slijpschijven op afsplinteringen en scheuren. Als het
elektrische gereedschap of de doorslijpschijf op de grond valt,
moet worden gecontroleerd of de doorslijpschijf beschadigd is of
moet een onbeschadigde doorslijpschijf worden gebruikt. Als u de
doorslijpschijf gecontroleerd en geplaatst hebt, dienen u en in
buurt aanwezige personen buiten het bereik van de roterende
doorslijpschijf te blijven en moet de machine gedurende één
minuut op maximaal toerental draaien.
Beschadigde
doorslijpschijven breken meestal gedurende deze testtijd
j) Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag al naargelang het
gebruik een gelaatsbescherming, oogbescherming of
veiligheidsbril. Draag zo nodig een stofmasker,
gehoorbescherming, veiligheidshandschoenen of speciale
schorten die kleine slijp- en metaaldeeltjes van u verwijderd
houden.
De oogbescherming moet u beschermen tegen rondslingerende
vreemde voorwerpen die bij verschillende toepassing ontstaan.
Stof- en ademhalingsmaskers moeten het stof
fi
lteren dat tijdens het
gebruik ontstaat. Als u gedurende een langere periode aan lawaai bent
blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorverlies.
k) Houd omstanders op een veilige afstand van het werkbereik.
Personen die zich binnen het werkbereik bevinden, moeten
persoonlijke beschermingsmiddelen dragen.
Werkstukfragmenten
of fragmenten van gebroken doorslijpschijven kunnen buiten het directe
werkbereik worden geslingerd en letsel veroorzaken.
l) Pak het elektrische gereedschap altijd vast aan de geïsoleerde
handgrepen, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij de
slijpschijf met verdekte stroomvoerende leidingen in contact zou
kunnen komen.
Bij contact met een stroomkabel kunnen ook de
metalen onderdelen van het elektrische gereedschap onder spanning
komen te staan en elektrische schokken veroorzaken.
m) Leg het elektrische gereedschap nooit neer, vóór het inzetstuk
volledig tot stilstand is gekomen
. Het draaiende inzetstuk kan in
aanraking komen met de ondergrond, waardoor u de controle over het
elektrische gereedschap kunt verliezen.
n) Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het draagt.
Uw kleding kan door toevallig contact met het draaiende
inzetgereedschap worden meegenomen en het inzetgereedschap kan
zich in uw lichaam boren.
o) Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektrische
gereedschap.
De motorventilator trekt stof in het huis en een sterke ophoping van
metaalstof kan elektrische gevaren veroorzaken.
p) Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van
brandbare materialen.
Vonken kunnen deze materialen ontsteken.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend of
geblokkeerd draaiend inzetgereedschap, zoals een slijpschijf, steunschijf,
draadborstel, enz. Vasthaken of blokkeren leidt tot abrupte stilstand van het
ronddraaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt een ongecontroleerd
elektrisch gereedschap tegen de draairichting van het inzetgereedschap
versneld op de plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt of blokkeert, kan
de rand van de slijpschijf die in het werkstuk invalt, zich vastgrijpen.
Daardoor kan de slijpschijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De
slijpschijf beweegt zich vervolgens naar de bediener toe of van de bediener
weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de
blokkering. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van het elektrische gereedschap. Terugslag kan
worden voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder
beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw lichaam
en uw armen in een positie waarin u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Gebruik altijd de extra handgreep, indien aanwezig, om
de grootst mogelijke controle te hebben over terugslagkrachten of
reactiemomenten bij het op toeren komen.
De bediener kan door geschikte voorzorgsmaatregelen de terugslag-
en reactiekrachten beheersen.
b) Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende
inzetgereedschappen.
Het inzetgereedschap kan bij de terugslag over uw hand bewegen.
c) Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elektrische
gereedschap bij een terugslag wordt bewogen.
De terugslag drijft het elektrische gereedschap in de richting die
tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf op de plaats van de
blokkering.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe
randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen van het werkstuk
terugspringen en vastklemmen.
Het ronddraaiende inzetgereedschap neigt er bij hoeken, scherpe
randen of wanneer het terugspringt toe om zich vast te klemmen. Dit
veroorzaakt een controleverlies of terugslag.
e) Gebruik geen ketting-, houtzaag- of getand zaagblad en geen
gesegmenteerde diamantschijven met meer dan 10 mm brede
sleuven.
Dergelijk toebehoren veroorzaakt vaak een terugslag,
hetgeen tot controleverlies over het elektrische gereedschap kan
leiden.
f) Vermijd blokkeren van de doorslijpschijf of te hoge aanpersdruk.
Voer geen overmatig diepe zaagsneden uit.
Een overbelasting van
de doorslijpschijf verhoogt de belasting en het risico voor haken of
blokkeren, waardoor het gevaar voor een terugslag of een breuk van
de doorslijpschijf stijgt.
g) Als de doorslijpschijf klem raakt of u het werk wilt onderbreken,
schakelt u de machine uit en houdt de doorslijpeenheid rustig
totdat de doorslijpschijf tot stilstand is gekomen. Probeer nooit
om de nog lopende doorslijpschijf uit de zaagsnede te trekken
– dit zou een terugslag kunnen veroorzaken.
Bepaal en verhelp de
oorzaak voor de blokkering.
h) Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw in zolang het
zich in het werkstuk bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het
volledige toerental bereiken voordat u het doorslijpen voorzichtig
voortzet.
Anders kan de schijf vasthaken, uit het werkstuk springen of
een terugslag veroorzaken.
i) Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico van een
terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf te verminderen.
Grote werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht doorbuigen. Het
werkstuk moet aan beide zijden worden ondersteund, vlakbij de
slijpgroef en aan de rand.
j) Wees bijzonder voorzichtig bij het insteekzagen in bestaande
wanden of andere niet-zichtbare bereiken.
De invallende
doorslijpschijf kan bij het doorslijpen van gas- of waterleidingen,
elektrische leidingen of andere objecten een terugslag veroorzaken.
VERDERE VEILIGHEIDS- EN WERKINSTRUCTIES
Beweeg de doorslijpschijf aan het begin van de bewerking altijd langzaam
richting werkstuk. Plaats de doorslijpschijf voorzichtig tegen het werkstuk
en beweeg hem niet schokkend tijdens het doorslijpen. Duw de machine
altijd van u af.
Houd de machine tijdens het doorslijpen altijd goed vast. Voer de
doorslijpmachine niet met geweld door het werkstuk. Een te hoge
krachtinwerking kan een terugslag veroorzaken. Reinig de
ventilatieopeningen en -afdekkingen regelmatig van slijpstof.
Wacht aan het einde van het doorslijpen altijd totdat de doorslijpschijf
volledig tot stilstand is gekomen. Trek de doorslijpmachine nooit uit een
snede zolang de schijf nog draait.
Na een onderbreking of vóór het begin van de nieuwe slijpbewerking of bij
een richtingswissel dient u altijd te wachten tot de doorslijpschijf volledig
totdat stilstand is gekomen. Bij de hernieuwde plaatsing van de
doorslijpmachine in het werkstuk moet de doorslijpschijf in het midden van
de snede worden gepositioneerd en vervolgens een paar centimeter van
de snijrand terug worden getrokken. Druk vervolgens op de schakelaar en
voer de doorslijpschijf langzaam in de snede.
Als de doorslijpmachine blokkeert, laat u de schakelaar onmiddellijk los en
houdt u de machine goed vast. Voordat u de machine opnieuw inschakelt,
moet u de oorzaak van de blokkering verhelpen.
Als de doorslijpschijf blokkeert, moet de machine onmiddellijk worden
uitgeschakeld! Schakel de machine niet opnieuw in zolang de
doorslijpschijf nog geblokkeerd is. In het andere geval kan een sterke
terugslag optreden. Verhelp de oorzaak van de blokkering en volg de
veiligheidsinstructies op.
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS
MXF COS350
DOORSLIJPMACHINES
Productienummer
4747 00 01...
...000001-999999
Nominaal toerental
5370 min
-1
D = doorslijpschijf-ø max.
d = boring-ø doorslijpschijf
350 mm
20 mm / 1"
b=Dikte doorslijpschijven min. / max.
1 mm / 5 mm
Schijftype:
versterkte doorslijpschijven of diamant-doorslijpschijven
Max. schroefdiepte
125 mm
Max. druk watertoevoer
6 bar / 90 psi
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2014 (MXFXC406)
16,7 kg
Bluetooth-frequentieband (frequentiebanden)
2402-2480 MHz
Hoogfrequent vermogen
1,8 dBm
Bluetooth-versie
4.0 BT signal mode
Aanbevolen omgevingstemperatuur tijdens het werken
-18°C ... +50 °C
Aanbevolen accutypes
MXFXC406
Aanbevolen laadtoestellen
MXFC
Geluids-/trillingsinformatie
Meetwaarden vastgesteld volgens EN 60745, EN 61029, 2000/14/EC.
Het kenmerkende A-gewogen geluidsniveau van de machine bedraagt:
Geluidsdrukniveau (Onzekerheid K=3dB(A))
105,5 dB(A)
Geluidsvermogenniveau (Onzekerheid K=3dB(A))
116,5 dB(A)
Draag oorbeschermers!
Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingebepaald volgens EN 60745,
EN 61029, 2000/14/EC.
Trillingsemissiewaarde a
h,SG
3,43 m/s
2
Onzekerheid K=
1,5 m/s
2
NEDERLANDS
WAARSCHUWING!
De in dit informatieblad vermelde trillings- en geluidsniveaus zijn gemeten in overeenstemming met een standaard testmethode conform EN 60745,
EN 61029, 2000/14/EC en kunnen worden gebruikt om gereedschap met elkaar te vergelijken. Deze kunnen ook worden gebruikt voor het vooraf evalueren
van de blootstelling.
De vermelde trillings- en geluidsniveaus gelden voor de meest gebruikelijke toepassingen van het gereedschap. Wanneer het gereedschap echter voor
andere doeleinden of met andere hulpstukken gebruikt wordt of niet naar behoren onderhouden wordt, kan de mate van blootstelling over de hele
werkperiode aanzienlijk hoger uitvallen.
Voor een nauwkeurige inschatting van de blootstelling aan trillingen en geluid moet ook de tijd in aanmerking worden genomen die het apparaat
uitgeschakeld is of weliswaar loopt, maar niet werkelijk in gebruik is. Dit kan de waarde van de mate aan blootstelling over de hele werkperiode aanzienlijk
verminderen.
Bepaal extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen de gevolgen van trillingen en/of geluid, bijvoorbeeld: onderhoud van het
gereedschap en hulpstukken, warmhouden van de handen, organisatie van de werkprocessen.
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen,
voorschriften, afbeeldingen en speci
fi
caties voor dit elektrische
gereedschap.
Als de onderstaande waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig
gebruik.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR DOORSLIJPMACHINES
a) Gebruik het elektrische gereedschap alleen met de bijgeleverde
beschermkap. De beschermkap dient veilig aan het elektrische
gereedschap bevestigd te worden. De kap moet zo zijn ingesteld,
dat een maximale veiligheid wordt bereikt, dus dat een zo klein
mogelijk deel van de doorslijpschijf open naar de gebruiker is
gericht.
De beschermkap moet de gebruiker beschermen tegen
brokstukken en toevallige aanraking van de doorslijpschijf.
b) Gebruik uitsluitend gebonden, versterkte of diamant-
doorslijpschijven voor het elektrische gereedschap.
Alleen het feit
dat u het toebehoren op het elektrische gereedschap kunt bevestigen,
garandeert nog geen veilig gebruik.
c) Het toelaatbare toerental van het inzetgereedschap moet minstens
even hoog zijn als het maximale toerental dat op het elektrische
gereedschap is aangegeven.
Toebehoren dat sneller draait dan toegestaan, kan breken en in het
rond vliegen.
d) Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de geadviseerde
toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp nooit met het
zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschijven zijn bestemd voor
materiaalafname met de rand van de schijf. Een zijwaartse
krachtinwerking op dit slijptoebehoren kan het toebehoren breken.
e) Gebruik altijd onbeschadigde span
fl
enzen in de juiste maat en
vorm voor de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte
fl
enzen steunen
de slijpschijf en verminderen zo het gevaar van een slijpschijfbreuk.
f) Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere elektrische
gereedschappen.
Slijpschijven voor grotere elektrische
gereedschappen zijn niet geconstrueerd voor de hogere toerentallen
van kleinere elektrische gereedschappen en kunnen breken.
g) De buitendiameter en de dikte van het inzetgereedschap moeten
overeenkomen met de maatgegevens van het elektrische
gereedschap.
Inzetgereedschappen met onjuiste afmetingen kunnen niet voldoende
afgeschermd of gecontroleerd worden.
h) Doorslijpschijven en
fl
enzen moeten exact op de slijpspil van het
elektrische gereedschap passen.
Toebehoren dat niet exact op de
slijpspil van het elektrische gereedschap past, draait ongelijkmatig, trilt
sterk en kan controleverlies over het gereedschap veroorzaken.