
85
6. Aansluitingen en bedieningselementen
9) PAN-regelaar
De PAN-regelaar bepaalt de opleding van het monosignaal op het rechter- en linkerkanaal
van de STEREO-uitgangen.
In de middelste stand wordt het signaal naar beide uitgangen geschoven.
In stand “R” wordt
geen
signaal naar de linkeruitgang geschoven.
In stand “L” wordt
geen
signaal naar de rechteruitgang geschoven.
10) MUTE/ALT 3-4-schakelaar
Met de MUTE/ALT 3-4-schakelaar schakelt u het kanaal tussen ALT 3-4 - en de MAIN
MIX-bus om. Als de MUTE/ALT 3-4-schakelaar ingedrukt is, wordt het signaal van dit
kanaal naar de ALT 3-4-bus gelegd. Met de ALT 3-4-schuifregelaars wordt het signaal aan
de uitgangen ALT 3-4 OUTPUTS geregeld. Het signaal is voor de MAIN MIX-bus (MAIN
OUTPUTS) stil geschakeld.
Het effectsignaal van het kanaal (bewerkt door de ingebouwde digitale
effectprocessor) is op de MAIN OUTPUTS te horen, ook wanneer de
MUTE/ALT 3-4-schakelaar ingedrukt is.
12) MUTE LED
De MUTE LED licht op, wanneer het kanaal op de ALT 3-4-bus is geschakeld.
13) CLIP LED
Met behulp van de LED kan het ingangsniveau visueel worden gecontroleerd. Om een
oversturing of vervorming van het signaal te voorkomen, dient het oplichten van de CLIP
LED te worden voorkomen. Draai de TRIM-regelaar terug en controleer, indien nodig, de
instelling van de drie equalizerregelaars.
De CLIP LED licht voortdurend op wanneer het kanaal met de SOLO-
schakelaar werd geselecteerd om voor te luisteren.
14) SOLO-schakelaar
Bij een ingedrukte SOLO-schakelaar kan het kanaal via de koptelefoon worden af- of voorgeluisterd en via de
niveauaanduiding visueel worden gecontroleerd. Het signaal kan zowel PRE-fader (PFL = Pre Fader Listen) als
POST-fader (SOLO = Solo in Place) worden afgelezen. Het signaal wordt bovendien naar de CONTROL ROOM-
bussen gestuurd. Zie hiervoor “LED-display en MONITORING-sectie”.
15) Kanaalfader
Via de kanaalfader wordt het niveau van het kanaal t.o.v. het gehele signaal (MAIN MIX / ALT 3-4 MIX) ingesteld.
De kanaalfader dient altijd op stand “ te worden gezet wanneer het kanaal niet wordt gebruikt.
Summary of Contents for 30 47 21
Page 21: ...21 9 Buchsenbelegung...
Page 46: ...46 9 Socket assignment...
Page 71: ...71 9 Affectation des prises femelles...
Page 96: ...96 9 Bussentoewijzing...
Page 103: ...103...