
INLEIDING
Dit apparaat is een generator-stroomomvormer
(gelijkstroom) geschikt voor lassen (Fig.B-0). Dankzij de
omvormertechnologie waardoor hoge prestaties kunnen
worden bereikt terwijl grootte en het gewicht bescheiden
zijn, is de lasser draagbaar en gemakkelijk te hanteren.
Het apparaat is geschikt voor het lassen met beklede
elektroden (Tab.B-1) en kan worden aangesloten op de
stroomgeneratoren met een vermogen dat gelijk is of
hoger is dan de waarden vermeld in tabel B-2.(voor meer
details wij u naar de handleiding van het C GEDEELTE dat
in het pakket is opgenomen).
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Fig
B-
1
A Lasstroomknop.
B Thermische beveiliging LED-indicator.
C Minpool (-).
D Pluspool (+).
E AAN/UIT- schakelaar.
F Voedingskabel.
G Ontsteking geleid
H Tonen
I TIG - MMA-selector (alleen voor TIG-model)
INSTALLATIE
De installatie moet worden uitgevoerd door geschoold
personeel in overeenstemming met de norm IEC 60974-9
en de actuele en lokale wetgeving. Gebruik de handgreep
boven op het apparaat om deze op te tillen met het
apparaat uitgeschakeld. De ingangsspanning moet
overeenkomen met de spanning op de technische plaat
die op het product is aangebracht.
ruik het apparaat op
het elektrische systeem met de toevoerfuncties en de
stroombeveiliging (zekering en/of differentieel- schakeling)
die compatibel zijn met de stroom die vereist is voor het
gebruik. Raadpleeg voor meer details de informatie op de
plaat die op het apparaat is aangebracht.
HOE U HET APPARAAT GEBRUIKT
Waarschuwing: Gebruik alle voorzorgsmaatregelen in het
algemene veiligheidshandboek alvorens de lasser te
bedienen. Lees aandachtig alle risico's door die verband
houden met het lasproces.
•
Sluit de stekkers van de aardklem en de
elektrodehouder aan op de aansluitingen van het apparaat
(Fig
B-
1, C en D) en draai de aanzet met het oog op een
goede grip. Kies de polariteit Fig.
B-
2 (1. vooruit of 2.
achteruit) afhankelijk van de coating van de elektroden
(zie voor meer informatie de elektrodenverpakking).
•
Sluit de aardklem aan op het te lassen werkstuk en
probeer een goed contactpunt te krijgen tussen het metaal
en de klem, zo dicht mogelijk bij het te lassen gebied;
steek de elektrode in de elektrodehouder.
•
Steek de stekker in het stopcontact en schakel de
lasapparaat in door de schakelaar (Fig
B-
1, E) naar
de positie ON te drukken.
Voor de lasmachines niet
voorzien van een stekker (modellen 115/230V), een
genormaliseerde stekker, (2P + T) met een adequaat
vermogen met de voedingskabel verbinden en een contact
van het
net voorinstellen uitgerust met zekeringen of een
automatische schakelaar; een speciale terminal van de
aarde moet verbonden worden met de aardegeleider (geel-
groen) van de voedingslijn.
•
Selecteer de lasstroom (FIG
B-
1, A) als een functie
van het type elektrode dat is geselecteerd (tab.
B-
1).
•
Start de laswerkzaamheden met alle benodigde
beveiligingen.
•
Als het lassen is voltooid, schakelt u het apparaat
THERMISCHE BEVEILIGING
Als het apparaat wordt gebruikt voor zwaar werk, zal de
thermische beveiliging het apparaat beschermen tegen
oververhitting. Als het gele LED-lampje brandt, is de
thermische beveiliging ingeschakeld. Het lassen kan weer
worden hervat zodra het LED-lampje niet meer brandt.
(Fig.
B-1,B
ONDERHOUD
Alle
onderhoudswerkzaamheden
moeten
worden
uitgevoerd
door
gekwalificeerd
personeel
in
overeenstemming met de norm (IEC 60974-4).
PROBLEEMOPLOSSING
AFWIJKINGEN
OORZAKEN
CORRIGERENDE MAATREGELEN
Het apparaat levert geen stroom en
het gele indicatorlampje van de
thermische beveiliging brandt.
De thermische beveiliging van
de lasser is ingeschakeld.
Wacht tot het einde van de
afkoeltijd, ongeveer 2 minuten.
De indicatorlamp gaat uit.
Het apparaat is ingeschakeld
maar levert geen stroom.
De kabel van de aardklem
of elektrodehouder is niet
aangesloten op de lasser.
Schakel het apparaat uit en controleer
de aansluitingen.
De eenheid last niet goed.
Polariteitsfout
Controleer de polariteit die wordt
geadviseerd op de verpakking
van de elektroden.
ELEKTRODE LASSEN (MMA)
uit en haalt u de elektrode uit de elektrodehouder
TIG LASSEN (alleen voor het TIG-type)
Verbind de connectoren van de aardingsklem en van de
fakkel naar de polen van het apparaat; kies de polariteit
(vooruit of achteruit) in verhouding tot het type materiaal
dat moet worden gelast
Verbind de aardingsklem met het werkstuk
Sluit de toorts
gasbuis aan op de gasfles
(Fig.B-3)
Selecteer de TIG-modus
Selecteer de lasstroom
Selecteer de gasstroom van de gasfles en open de
toorts klep
Sluit het netsnoer aan op de voeding en zet de lasser
aan
Gebruik de toorts om te lassen zoals in het volgende
zonder een pus tussen de twee fasen
Raak het stuk met de elektrode
aan
Til de elektrode van het stuk
ongeveer 2-5 mm op
Stop het lassen, zet de machine uit.
TIG
Onstabiele boog
-) Standaard afkomstig van
de wolfraamelektrode
-) Te belangrijk gasdebiet
-) Gebruik een wolfraamelektrode
met de juiste afmeting
-) Verlaag de gasstroomsnelheid
De elektrode smelt
Polariteitsfout
Controleer of de aardingsklem echt op + is aangesloten
•
•
•
•
•
•
•
•
8
NL
(Vertaling van originele instructies)