NL
,QVWDOOHUHQYDQGHNRHOVWRÀHLGLQJHQ
$DQVOXLWHQYDQGHSLMSHQ)LJ
Fig. 4-1 is een voorbeeld van een leidingsysteem.
9RHUGHMXLVWHDQWLFRQGHQVHQLVRODWLHZHUN]DDPKHGHQXLWRPWHYRRUNRPHQGDW
ZDWHUXLWGHNRHOOHLGLQJHQGUXSSHOWYORHLVWRÀHLGLQJJDVOHLGLQJ
3ODDWVGDDUZDDUGHNRHOOHLGLQJHQJHwQVWDOOHHUG]LMQDIKDQNHOLMNYDQGHRPJHYLQJ
meer isolatiemateriaal, omdat er anders condenswater op het oppervlak van het
isolatiemateriaal kan achterblijven. (Isolatiemateriaal Hittebestendige temperatuur:
120 °C, Dikte: 15 mm of meer)
*
Als u koelleidingen gebruikt op locaties met hoge temperaturen en luchtvochtig-
heid, zoals zolders, moet u wellicht meer isolatiemateriaal plaatsen.
9RRUKHWLVROHUHQYDQGHNRHOOHLGLQJHQEUHQJWXKLWWHEHVWHQGLJSRO\HWK\OHHQVFKXLP
aan tussen de binnenunit en het isolatiemateriaal en op het net tussen het isolatie-
materiaal waarmee alle gaten worden gevuld.
(Condensvorming op de leidingen kan leiden tot condensatie in de ruimte of brand-
wonden bij contact met de leidingen.)
De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met iso-
latiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of meer).
'RHHHQGXQODDJMHNRHOPDFKLQHROLHRSGHOHLGLQJHQKHWDDQVOXLWLQJVRSSHUYODN
YRRUGDWXGH³ÀDUH´PRHUYDVWGUDDLW
A
'UDDLPHWJHEUXLNYDQWZHHSLMSWDQJHQGHDDQVOXLWHQGHOHLGLQJHQYDVW
B
*HEUXLNQDGDWDOOHDDQVOXLWLQJHQJHPDDNW]LMQHHQOHNNDJHGHWHFWRURI]HHSVRS
om te controleren of er gaslekken zijn.
%UHQJNRHOROLHDDQRSGHDDQVOXLWLQJVRSSHUYODNNHQ
C
*HEUXLNGHÀHQVPRHUHQYRRUGHYROJHQGHSLMSDIPHWLQJHQ
D
Unitserie
Modelnummer
Vloeistofzijde
Afmeting leiding
(mm)
Gaszijde
Afmeting leiding
(mm)
City Multi
15 - 50
ø6,35
ø12,7
63 - 140
ø9,52
ø15,88
200
ø9,52
ø19,05
M-serie of S-serie
15 - 42
ø6,35
ø9,52
50
ø6,35
ø12,7
60
ø6,35
ø15,88
71 - 80
ø9,52
ø15,88
P-serie
35 - 50
ø6,35
ø12,7
60 - 100
ø9,52
ø15,88
Buitenapparaat
ø9,52
ø19,05
Let er bij het buigen van de pijpen op dat u deze niet breekt. Een buigstraal van
100 mm tot 150 mm is voldoende.
/HW HURS GDW GH SLMSHQ GH FRPSUHVVRU QLHW UDNHQ +LHUGRRU NXQQHQ RQJHZRQH
geluiden of trillingen ontstaan.
1
Begin met het aansluiten van de pijpen bij het binnenapparaat.
7UHNGHÀHQVPRHUHQDDQPHWHHQPRPHQWVOHXWHO
2
Tromp de vloeistof- en gaspijpen op en breng een dun laagje koelolie aan op de
aansluitingsoppervlakken.
$OVHHQJHZRRQSLMSDIGLFKWPLGGHOZRUGWJHEUXLNW]LHGDQ7DEHOYRRUKHWRSWURPSHQ
van R410A-koelstofpijpen.
Gebruik de maatafstemmingsmeter om de afmetingen A te controleren.
:DDUVFKXZLQJ
$OVXKHWDSSDUDDWLQVWDOOHHUW]HWGHNRHOPLGGHOOHLGLQJHQGDQVWHYLJYDVWYRRUGDW
XGHFRPSUHVVRUVWDUW
Opmerkingen:
Raadpleeg de installatiehandleiding van de AANSLUITSET voor het aansluiten van
de AANSLUITSET (PAC-LV11M-J).
Tabel 3 (Fig. 4-9)
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
A (mm)
Trompgereedschap voor R410A
Trompgereedschap voor R22·R407C
Type koppeling
ø6,35
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø9,52
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø12,7
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø15,88
0 - 0,5
1,0 - 1,5
ø19,05
0 - 0,5
1,0 - 1,5
)LJ
)LJ
A
Afsnijmaten tromp
B
$DQKDDOPRPHQWÀHQVPRHU
A
(Fig. 4-8)
A
Optrompgereedschap
B
Koperen pijp
B
(Fig. 4-8)
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
Afmetingen tromp
øA (mm)
ø6,35
8,7 - 9,1
ø9,52
12,8 - 13,2
ø12,7
16,2 - 16,6
ø15,88
19,3 - 19,7
ø19,05
23,6 - 24,0
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
%XLWHQGLDPHWHUÀHQVPRHU
(mm)
Aanhaalmoment
(N·m)
ø6,35
17
14 - 18
ø6,35
22
34 - 42
ø9,52
22
34 - 42
ø12,7
26
49 - 61
ø12,7
29
68 - 82
ø15,88
29
68 - 82
ø15,88
36
100 - 120
ø19,05
36
100 - 120
90°± 0,5°
øA
45°± 2°
R0,4 - R0,8
A