COOK Medical Evolution EVO-20-25-8-E, Инструкция по эксплуатации

Страница: 35 / 136

35
BENODIGDE MATERIALEN
Stent en plaatsingssysteem
0,035 inch voerdraad
SELECTIE VAN DE STENT
Het verdient aanbeveling een stentlengte van ten minste 4 cm langer
dan de strictuur te gebruiken (d.w.z. ongeveer 2 cm langer aan beide
zijden van de strictuur).
VOORBEREIDING VAN DE PATIËNT
1. Voer de voerdraad op door de strictuur.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Verwijder de beschermslang van de stent.
2. Voer het plaatsingssysteem met kleine eindjes tegelijk over
de voerdraad op in het werkkanaal totdat het plaatsingssysteem
endoscopisch zichtbaar uit de endoscoop steekt.
3. Zorg ervoor dat de stent de strictuur na ontplooiing overbrugt door de
radiopake markeringen op de binnenste katheter onder fluoroscopische
controle voorbij de uiterste randen van de te overbruggen strictuur
te positioneren. NB: de gele markering op het plaatsingssysteem
aangebracht aan het proximale uiteinde van de stent kan ook als
endoscopisch/fluoroscopisch referentiepunt dienen bij het positioneren
van het proximale (dichtst bij de gebruiker gelegen) uiteinde van de stent
ten opzichte van de strictuur.
4. Controleer fluoroscopisch of de stent zich in de gewenste positie
bevindt en ontplooi de stent door de rode veiligheidsbeschermer van de
handgreep te verwijderen. (Zie afb. 1.)
5. Ontplooi de stent verder door de trekker in te drukken. NB: Elke keer
dat de trekker wordt ingedrukt, wordt de stent in dezelfde mate verder
ontplooid.
6. Als de stent tijdens het ontplooien moet worden gerepositioneerd,
is het mogelijk de stent terug te nemen. NB: De stent kan niet meer
worden teruggenomen nadat hij voorbij het punt is waarna geen
terugkeer mogelijk is, d.w.z. wanneer de rode markering boven aan
de introducer voorbij de aanduiding voor dit punt op de handgreep
is gekomen. (Zie afb. 2.) De stent kan maximaal vijfmaal worden
teruggenomen.
Afbeeldingen