
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
18/32
IST51-7H171CT_rev.2 04-21
NEDERLAND
De gebruiksinstructies van deze uitrusting bestaan uit een algemeen gedeelte en
een specifiek gedeelte, beide moeten aandachtig worden gelezen alvorens de
uitrusting te gebruiken.
Let op!
Hier worden alleen de specifieke instructies be-
schreven.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES EN 12277:2015+A1:2018.
Deze brochure bevat in-
formatie die nodig is voor een correct gebruik van de klimgordel voor alpinisme
en klimmen.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel
(PBM) tegen vallen van een hoogte en voldoet aan verordening (EU) 2016/425.
EN 12277:2015+A1:2018 - Uitrusting voor alpinisme: klimgordel. De norm is
van toepassing op compleetgordels (type A), kleine maat gordels (type B), zitgor-
dels (type C) en borstgordels (type D).
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 9/tabel D): M1; M2; M6; N1.
3) NOMENCLATUUR
(Fig. 4). A) Gordel. B) Gordellus. C) Gesp(en) voor het
afstellen van de gordel. D) SRS-gesp voor het afstellen van de maat. E) Lus mate-
riaaldrager; F) Zekeringslus. G) Lus beenlussen. H) beenlussen; I) Ondersteunende
elastieken voor de beenlussen met clip. L) Toelichtende label. M) Gesp(en) voor
het afstellen van de beenlussen. N) Bevestigingsband voor musketon materiaal-
drager. O) Achterste lus voor magnesiumzakje. P) Afneembare ondersteunende
elastieken voor de beenlussen. Q) Afneembare elastische doorsteeklussen. R) An-
ti-slijtagebescherming voor canyoning. S) Elastische lussen.
4) MARKERING
. Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de alge-
mene instructies (hoofdstuk 5). Nummers/letters met een sterretje (*): informatie
beschikbaar afhankelijk van het model.
4.1 - Algemeen
(Afb. 3). Indicaties: 3; 4; 6; 7; 8; 12; 13; 14; 17; 18; 30)
Pictogrammen ter illustratie van de correcte verbindingswijzen. 31) Pictogram dat
het sluiten en vergrendelen van de afstelgespen illustreert.
4.2 - Traceerbaarheid
(Afb. 3)
.
Indicaties: T2; T3*; T8; T9.
5) INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK.
5.1 - Afstelling.
Selecteer de juiste maat klimgordel (Fig. 2). Draag de klimgordel
zodanig dat de gordel en de beenlussen zich op de juiste hoogte bevinden (Fig.
7). Stel de gordel af met behulp van de afstelgesp(en) (Fig. 5), zodanig dat het
geheel perfect aansluit op het lichaam, zonder dat het te strak zit (Fig. 6.1). Stel
de beenlussen af met behulp van de afstelgespen (Fig. 5), indien aanwezig,
en met de ondersteunende elastieken, zodanig dat er een hand past tussen de
beenlus en het been van de gebruiker (Fig. 6.2-6.3).
Let op!
Het overtollige deel
van de stroppen moet altijd in de elastische lussen worden geplaatst, om te voor-
komen dat de verstelgespen per ongeluk loskomen (Fig. 5.2-6.3).
Let op!
Voor
het gebruik dient er op een veilige plek een hangtest te worden uitgevoerd, om
er zeker van te zijn dat de klimgordel de juiste maat heeft, voldoende afgesteld
kan worden en comfortabel genoeg zit voor het begoogde gebruik.
Let op!
Het is
belangrijk om tijdens het gebruik regelmatig de gespen en/of de afsteluitrustingen
te controleren.
5.2 - Explorer / Explorer W-model
. Na het afstellen van de riem met behulp van
de verstelgesp (3) (Afb. 8.1-8.2), kan de riem zich niet in het midden bevinden
ten opzichte van de verzekeringsring (Afb. 8.2). Om de positionering te optimali-
seren, schuift u de riemvulling door de band (Afb. 8.3). De dijbeschermers kunnen
ook op dezelfde manier worden afgesteld.
5.3 - Gebruik.
De klimgordel dient uitsluitend te worden verbonden met het sys-
teem met behulp van de hiervoor bedoelde verbindingspunten: enkelvoudig ver-
bindingspunt (zekeringslus - Fig. 10.2) of dubbel verbindingspunt (gor lus
beenlussen - Fig. 10.1). Voor het verbinden van het touw met de gordel, dient er
gebruik te worden gemaakt van een achtknoop (Fig. 9) of twee bevestigingska-
rabiners met tegenoverliggende hendel (Fig. 10.3-10.4).
Let op!
Gebruik geen
andere bevestigingspunten dan de aangegeven punten (Fig. 11).
Let op!
Gebruik
nooit één enkele karabiner voor het verbinden, omdat dit kan leiden tot een on-
juiste positionering, waardoor de hendel wordt belast. De klimgordel type C kan
worden gebruikt in combinatie met een type D borstgordel (Fig. 14.3).
Let op!
Het gebruik van één enkele type D gordel dat niet is verbonden met een type C
gordel, kan leiden tot risisco op letsel.
5.4 - Technieken.
De gordel kan worden gebruikt voor alpinisme, zekeringstech-
nieken (Fig. 14.1), abseilen (Fig. 14.2), het afleggen van een via ferrata, enz.
Het Pro-canyon model is speciaal ontworpen voor canyoning.
Let op!
Voor elk
gebruik dient er een reddingsplan te worden opgesteld dat veilig en efficiënt kan
worden uitgevoerd.
6) PRO-CANYON.
De anti-slijtagebescherming dat zich op het Pro-canyon model
bevindt, kan worden vervangen met de overeenkomstige, correcte Canyoning
Protection reserveonderdelen (Ref.nr. 7H141). Voor een correcte vervanging,
dient de volgende procedure te worden opgevolgd: verwijder de riemen uit de
gespen van de gordel en van de beenlussen (Fig. 13.1); verwijder de elastische
doorsteeklussen en de anti-slijtagebescherming en voer de riemen van de gordel
(A) en van de beenlussen (B-C) in de overeenkomstige ogen (A-B-C) van de reser-
veonderdelen (Fig. 13.2); voer de elastische doorsteeklussen opnieuw in, sluit de
gespen zoals in Fig. 5.1 en voer de overtollige stukken riem in, in de elastische
doorsteeklussen (Fig. 13.3).
Let op!
Voor het gebruik dient te worden gecontro-
leerd of de riemen niet zijn gedraaid en correct zijn ingevoerd in de gespen.