-- 89 --
1. Vul de brandstoftank (A) met het juiste
brandstofmengsel (afb. 7).
2. Vul de olietank (B) met de juiste olie voor
ketting en staaf (afb. 7).
3. Controleer of de kettingrem vrij staat (C)
voordat u het apparaat start (afb. 7).
1. Zet de AAN/UIT-schakelaar in de stand
AAN “I”. (Afb. 8A)
2. Trek de chokehendel/gasklep (A) naar
voren. Dit stelt de choke in en schuift de
gasklep naar voren om gemakkelijker te
starten. (Afb. 8B)
3. Trek 10 maal aan het slaghoedje (B). (Afb.
8C)
4. Leg de zaag op de grond, pak de voorste
handgreep stevig met de linkerhand vast
en plaats uw rechtervoet binnen de
achterste handgreep. Trek met de
rechterhand viermaal aan het starttouw.
(Afb. 8D)
NB:
Eenvoudige start (Easy Start)
vermindert de inspanning voor het starten
van de motor aanzienlijk. Trek het starttouw
ver genoeg uit zodat u hoort dat de machine
probeert te starten. Het is niet nodig om hard
aan het touw te trekken – bij het trekken
treedt geen stevige weerstand op. Let op dat
deze startmethode sterk afwijkt van (en veel
eenvoudiger is dan) wat u misschien
gewend bent.
5. Druk de choke-hendel (C) volledig naar
binnen. (Afb. 8E)
6. Trek snel aan het starttouw tot de motor
start.
7. Laat de motor ongeveer 10 seconden
draaien. Knijp de trekker (D) in en laat los
om de motor stationair te laten draaien.
(Afb. 8F)
8. Als de motor niet start, dient u de
hierboven gegeven stappen herhalen.
BEDIENING
CONTROLES VOOR HET STARTEN
VAN DE MOTOR
WAARSCHUWING:
Start en
gebruik de zaag niet als de staaf en ketting
niet goed zijn geplaatst.
Afb. 7
B
A
C
MOTOR STARTEN
1. Laat de trekker los en laat de motor naar
stationair draaien gaan.
2. Druk de STOP-schakelaar in om de motor
te stoppen (afb. 9).
NB:
Activeer voor een noodstop de
KETTINGREM en druk de STOP-schakelaar
in.
DE MOTOR STOPPEN
1. Zorg dat de aan/uit-schakelaar in de stand
“I” staat.
2. Druk 10 maal op het slaghoedje (B).
3. Trek 4 keer snel aan de startkabel. De
motor moet starten.
4. Als de motor nog niet kan starten, volgt u
de stappen zoals in de sectie "Motor
starten" in deze gebruikershandleiding.
EEN WARME MOTOR HERSTARTEN
Vul telkens bij het vullen van de
brandstoftank ook de olietank. We raden het
gebruik van Ketting-, staaf- en tandwielolie
aan, die aanvullingen bevat om de wrijving
en slijtage te verminderen en om te helpen
bij het voorkomen van aanslag op de staaf
en de ketting.
KETTING EN STAAF SMEREN
A
B
D
C
Afb. 8A
Afb. 8B
Afb. 8C
Afb. 8D
Afb. 8E
Afb. 9
Afb. 8F