Nederlands
74
WILO SE 07/2019
8.1.2 Controle functie bypass (Fig. 11)
Af fabriek is de
bypass
(pos. 15) met een gespeci-
ficeerde
meetflens
(pos. 18) uitgerust en op func-
tioneren gecontroleerd.
Indien als gevolg van afzettingen of verontreini-
ging de bypass sluit, dient deze op doorstroming
te worden gecontroleerd.
Tijdens de testloop moet watertoevoer via de
bypass
(pos. 15) in de
breektank
(pos. 28) zicht-
baar zijn.
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging!
Een beperkt debiet in de bypass bij een minimale
afname of testloop verstoort de mechanische
afdichting.
De grootte van het meetflensgat is op het sleutel-
vlak van de meetflens ingegraveerd.
De
afsluitarmatuur
(pos. 11) mag alleen voor revi-
siedoeleinden worden gesloten en bij hernieuwde
inbedrijfname worden geopend en tegen onbe-
doeld sluiten worden beveiligd.
8.2 Inbedrijfname van de installatie
Nadat alle voorbereidingen en controlemaatrege-
len volgens paragraaf 8.1 zijn uitgevoerd moet de
installatie met de hoofdschakelaar van de scha-
kelkast worden ingeschakeld en de modus op
automatisch bedrijf worden ingesteld. Door de
drukregeling wordt de pomp ingeschakeld, tot de
verbruikersleidingen met water zijn gevuld en de
ingestelde druk is opgebouwd.
VOORZICHTIG! Gevaar voor storingen of
beschadiging!
Als de installatie tot nog toe nog niet gespoeld
is, dient deze uiterlijk nu goed doorgespoeld te
worden. (hoofdstuk 7.2.2)
8.3 Uitbedrijfname van de installatie
Als de installatie voor onderhoud, reparatie of
andere maatregelen buiten bedrijf gesteld moet
worden, dient u als volgt te werk te gaan!
• Spanningstoevoer uitschakelen en tegen onbe-
voegde herinschakeling borgen.
• Afsluitarmatuur voor en achter de installatie
sluiten.
• Membraandrukvat aan de doorstroomarmatuur
afsluiten en leegmaken.
• Installatie eventueel compleet leegmaken. Dit
vindt plaats door het openen van de leegmakings-
stop bij de voet van de pomp alsmede door het
openen van de leegmakingsaansluiting op de
breektank. (Lees hiervoor het betreffende hoofd-
stuk in de meegeleverde inbouw- en bedienings-
voorschriften voor de pomp).
8.3.1 Informatie over het verzamelen van gebruikte
elektrische en elektronische producten
Door dit product op de voorgeschreven wijze af te
voeren en correct te recyclen, worden milieus-
chade en persoonlijke gezondheidsrisico's voor-
komen.
LET OP
Afvoer via het huisvuil is verboden!
In de Europese Unie kan dit symbool op het pro-
duct, de verpakking of op bijbehorende documen-
ten staan. Het betekent dat de betreffende
elektrische en elektronische producten niet via
het huisvuil afgevoerd mogen worden.
Voor een correcte behandeling, recycling en
afvoer van de betreffende afgedankte producten
dienen de volgende punten in acht te worden
genomen:
• Geef deze producten alleen af bij de daarvoor
bedoelde, gecertificeerde verzamelpunten.
• Neem de lokale voorschriften in acht!
Vraag naar informatie over de correcte afvoer bij
de gemeente, de plaatselijke afvalverwerkings-
plaats of bij de verkoper van het product. Meer
informatie over recycling is te vinden onder
www.wilo-recycling.com.
9 Onderhoud
Voor optimale bedrijfsveiligheid bij zo laag moge-
lijke bedrijfskosten raden wij aan de installatie
regelmatig te controleren en te onderhouden (zie
norm DIN 14462). Geadviseerd wordt om hiervoor
een onderhoudscontract met een vakspecialist of
met onze centrale servicedienst af te sluiten. De
volgende controles dienen regelmatig uitgevoerd
te worden:
• Controle van de bedrijfsgereedheid van de brand-
blusinstallatie
• Controle van de fixatie en de functie van de vlot-
terkraan (pos. 30; 30-4) en de fixatie van de vlot-
terbal (pos. 30-1) op de hefboomarm (pos. 30-2)
(Fig. 10a tot 10c)
• Controle van de mechanische afdichting van de
pomp. Voor de smering heeft de mechanische
afdichting water nodig dat in kleine mate uit de
afdichting kan uittreden. Als er opvallend veel
water uittreedt, moet de mechanische afdichting
vervangen worden (inbouw- en bedieningsvoor-
schriften voor de pomp).
• Controleren of het membraandrukvat (aanbeve-
ling: om de 3 maanden) op de juiste voorpersdruk
is ingesteld (hoofdstuk 8.1 en Fig. 4b).
VOORZICHTIG! Gevaar voor storingen of
beschadiging!
Bij een verkeerde voorpersdruk kan niet gega-
randeerd worden dat het membraandrukvat
goed werkt. Dit heeft een grotere slijtage van de
membranen tot gevolg en kan leiden tot storin-
gen in de installatie.
Leeg het systeem bij langere uitbedrijfname zoals
beschreven in hoofdstuk 8.3.
Summary of Contents for FLA Compact-1 Helix V16
Page 2: ...Fig 1a Fig 1b...
Page 3: ...Fig 2a Fig 2b...
Page 4: ...Fig 3...
Page 5: ...Fig 4a...
Page 6: ...Fig 4b C Fig 5...
Page 7: ...Fig 6a Fig 6b...
Page 8: ...Fig 7a Fig 7b...
Page 9: ...Fig 8a...
Page 10: ...Fig 8b...
Page 11: ...Fig 9a Fig 9b...
Page 12: ...Fig 10a Fig 10b...
Page 13: ...Fig 10c Fig 10d...
Page 14: ...Fig 11...
Page 55: ...Fran ais Notice de montage et de mise en service Wilo FLA Compact 41...
Page 73: ...Fran ais Notice de montage et de mise en service Wilo FLA Compact 59...