Nederlands
70
WILO SE 07/2019
• Het is niet raadzaam om de installatie in de buurt
van woon- en slaapruimten op te stellen en te
gebruiken.
• Om geluidsoverdracht via de constructie te voor-
komen en voor de spanningsvrije verbinding met
de voor- en nageschakelde leidingen, moeten er
compensatoren met lengtebegrenzers of flexibele
aansluitleidingen worden gebruikt!
LET OP!
Bij indirecte aansluitingen moet er als extra blus-
garantie voor de brandweer een voedingsbron tot
stand worden gebracht.
Wilo adviseert bij elke installatie een hydraulische
aansluiting voor een dergelijke voedingsbron te
voorzien.
De actuele norm 'DIN 14462' moet in acht worden
genomen.
7.2 Installatie
7.2.1 Fundament/ondergrond
Door het bouwtype kan de installatie op een vlak
gebetonneerde bodem opgesteld worden. Door
de lagering van het basisframe op in hoogte ver-
stelbare trillingsdempers is de installatie geïso-
leerd tegen het geluid van het installatielichaam.
LET OP!
Het is mogelijk dat de trillingsdempers om trans-
porttechnische redenen niet gemonteerd zijn bij
de levering. Zorg er voor het opstellen van de
FLA Compact voor dat alle trillingsdempers
gemonteerd en met behulp van de draadmoer
zijn vastgezet (Fig. 8a/8b, pos. E).
Als op de plaats van opstelling voor extra bodem-
bevestiging gezorgd wordt, dienen er geschikte
maatregelen voor de geluidsisolatie getroffen te
worden.
De grondplaat van de breektank moet over het
gehele oppervlak contact maken.
Voor de dimensionering van het draagvermogen
van de ondergrond dient rekening gehouden te
worden met de maximale vulhoeveelheid van het
betreffende reservoir. Het volle reservoir mag niet
schuin opgesteld worden, omdat een ongelijkma-
tige belasting tot onherstelbare schade kan
leiden.
De overloop van het reservoir dient volgens de
geldende voorschriften aangesloten te worden.
De overdracht van warmte door de aansluitleidin-
gen dient door middel van geschikte maatregelen
voorkomen te worden. Het PE-reservoir is uitslui-
tend gemaakt voor het opnemen van zuiver water.
De maximale temperatuur van het water mag niet
meer zijn dan 40 °C!
De installatie voldoet aan de vereiste 'indirecte
aansluiting' conform DIN 1988-600
VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging!
De reservoirs zijn statisch uitgevoerd voor de
nominale inhoud. Wijzigingen achteraf kunnen
tot een beperkte statica, ontoelaatbare vervor-
mingen of zelfs onherstelbare beschadiging van
het reservoir leiden!
VOORZICHTIG! Letselgevaar en kans op
beschadiging van het reservoir!
De afdekking van de breektank is niet
begaanbaar! Een niet-toegestane belasting
van de afdekking kan onherstelbare schade
veroorzaken.
7.2.2 Hydraulische aansluiting en leidingen
• De aansluiting van de FLA Compact dient bij de
reservoirtoeloop direct aan het voedingsnet plaats
te vinden.
• De installatie mag pas aangesloten worden als
eerst alle las- en soldeerwerkzaamheden, de ver-
eiste spoeling van het leidingsysteem en de gele-
verde installatie uitgevoerd zijn.
• De leidingen ter plaatse dienen absoluut span-
ningsvrij geïnstalleerd te worden. Hiervoor worden
compensatoren met lengtebegrenzers of flexibele
aansluitleidingen aanbevolen om te voorkomen
dat de leidingen gespannen worden en om de
overdracht van trillingen, veroorzaakt door de
installatie, op de gebouweninstallatie te minimali-
seren. De klemmen van de leidingen mogen niet
op het leidingssysteem van de installatie beves-
tigd worden om te voorkomen dat contactgeluid
overgedragen wordt op het bouwlichaam
(Fig. 8a/8b, pos. D).
• De verzorgingsleiding van fris water dient groot
genoeg te zijn. De stromingsweerstand dient zo
klein mogelijk gehouden te worden (d.w.z. korte
leiding, weinig bochtstukken, afsluitarmaturen die
groot genoeg zijn).
• Het watervoorzieningsnet dient tegen stagnerend
water in steekleidingen te worden beschermd,
d.w.z. indien mogelijk korte aansluitleiding of
eventueel installatie van spoelvoorzieningen
(Fig. 6a/6b, pos. 31).
• Tijdens het transport van de FLA Compact zijn alle
verbindingen tussen breektank en pompmodule
gescheiden.
De volgende verbindingen moeten weer worden
gemaakt (Fig. 1a/1b en Fig. 11):
- Zuigzijdig leidingssysteem van elke pomp
naar de breektank met behulp van de
compen-
sator
(17)
- Elke
bypassleiding
(15) tussen de aansluiting
(15a) achter de
meetflens
(18) van de desbetref-
fende pomp en de
aansluiting
(15b) aan de
breek-
tank
(50)
7.2.3 Membraandrukvat
Om transporttechnische redenen is het mogelijk
dat het bij de levering van de installatie inbegre-
pen membraandrukvat 8 liter (Fig. 4a, pos. 8/
Fig. 4b) niet gemonteerd (d.w.z. als extra pakket)
meegeleverd wordt. Deze dient voor de inbedrijf-
name gemonteerd te worden.
LET OP
Let er bij installaties van het type FLA Compact-1
op dat de aanwezige doorstroomarmatuur niet
verdraaid wordt. De armatuur is juist gemonteerd,
wanneer het aftapventiel (Fig. 4a, pos. B) of de
aangebrachte pijlen voor de stromingsrichting
Summary of Contents for FLA Compact-1 Helix V16
Page 2: ...Fig 1a Fig 1b...
Page 3: ...Fig 2a Fig 2b...
Page 4: ...Fig 3...
Page 5: ...Fig 4a...
Page 6: ...Fig 4b C Fig 5...
Page 7: ...Fig 6a Fig 6b...
Page 8: ...Fig 7a Fig 7b...
Page 9: ...Fig 8a...
Page 10: ...Fig 8b...
Page 11: ...Fig 9a Fig 9b...
Page 12: ...Fig 10a Fig 10b...
Page 13: ...Fig 10c Fig 10d...
Page 14: ...Fig 11...
Page 55: ...Fran ais Notice de montage et de mise en service Wilo FLA Compact 41...
Page 73: ...Fran ais Notice de montage et de mise en service Wilo FLA Compact 59...