NL
Montagehandboek WiPro „all in one“
Pagina 7
1.9.2 Montage van de draadloze contacten
Kies de plaatsen waar u de magneetcontacten wilt monteren. De afstand tussen
de zender (schets 3, deel A) en de magneet (schets 3, deel B) mag ca. 22 mm
bedragen. Als de afstand groter is, wordt de zendprocedure geactiveerd (LED
brandt even, schets 4, C) en geeft alarm als de installatie ingeschakeld is.
Voordat u de magneetcontacten bevestigt met behulp van de kleefpads aan
de achterkant, voert u een reikwijdtetest uit.
Bevestig hiervoor de reeds ingestelde zenders en de magneten met kleefband op
de gewenste plaatsen en volg de aanwijzingen op die onder 1.9.3 beschreven staan.
De kleefpad (reserveonderdeel, art. nr.: THZ-1-00002) uitsluitend voor gladde
oppervlakken (glas, acryl, enz.) gebruiken. Voor alle andere oppervlakken
uitsluitend de witte kleefpad (reserveonderdeel, art. nr.: THZ-1-00003) gebruiken.
Het kleefvlak moet schoon, droog en vetvrij zijn. Vooraf met geschikte
reinigingsmiddelen behandelen.
Niet verwerken als de temperatuur van het oppervlak lager is dan 15 °C.
De kleefpads hechten pas goed na ca. 24 uur.
1.9.3 Reikwijdtetest / diagnosemodus
Druk de toets „A“ in de centrale (schets 2, pag. 6) even in. De rode LED
(schets 2, deel C) begint te knipperen. WiPro bevindt zich nu in de diagnosemodus.
De centrale bevestigt elke ontvangen melding van een reeds
ingestelde zender met een akoestisch signaal.
Als u geen bevestigend signaal hoort, dan is de zender niet ingesteld (1.8 herhalen),
of door metalen delen afgeschermd. In dit geval moet u een andere plaats voor
de montage kiezen of montage-adapter gebruiken (Art. nr.: THZ-1-00004).
Om de diagnosemodus te beëindigen, drukt u opnieuw de toets „A“ even in.
De LED gaat uit.
1.9.4 Montage van de draadloze gasdetector (toebehoren)
Kies een geschikte plaats voor de draadloze gasdetector.
De gasdetector mag niet direct in de nabijheid van plekken waar warme lucht
uitstroomt en niet direct bij lood / zuur accu´s aangebracht worden.
Sterke reinigingsmiddelen, benzine en andere brandstoffen mogen zich
ook niet direct in de nabijheid bevinden.
De ideale montagehoogte is het laagste punt van het voertuig,
vlak boven de vloer (ca.10–20 cm).
Voer nu met de gasdetector een reikwijdtetest uit, zoals onder punt 1.9.3 beschreven.
Monteer de gasdetector vervolgens m.b.v. de boorsjabloon die zich in het
handboek van de gasdetector bevindt en sluit de voedingsspanning aan.
(bruin = +12V / wit = massa)
Indien het systeem aan de hekgarage gemonteerd wordt, moet gebruik wor-
den gemaakt van montageadapters (art. nr.:THZ-1-00004) om het zendvermo-
gen te optimaliseren en te grote afstanden te overbruggen.
Summary of Contents for WiPro
Page 114: ...Notes...
Page 115: ...Notes...
Page 174: ...Notes...
Page 175: ...Notes...
Page 290: ...Notes...
Page 291: ...Notes...