18
NL
Montage van de spijlen
1
Bepaal de positie van de eindstijl door de bovenliggers op de balk te leggen.
2
Daar waar het laatste gat in de bovenligger zit kan de eerste spijl geplaatst worden.
3
Neem de juiste rijgdraden ( totale lengte = lengte balken ) en rijg de borgdraad eerst door een hulpbuis (b.v. een spijl)
vanaf de achterzijde door de eerste spijl. Hierna kunnen de volgende spijlen (1 voor 1of alle tegelijk) geregen worden.
4
Vanaf de voorzijde kan hetzelfde gebeuren als bij 3.
GB
Fitting the bars
1
Determine the position of the end style by placing the upper beams on the beam.
2
The first bar can be placed in the last hole of the upper beam.
3
Take the correct tacking-thread ( total length = length beams ) and first thread the lock wire through an auxiliary tube
(e.g. a bar) from the back through the first bar. After that the next bars can be threaded ( one by one or all at the same
time ).
4
In order to thread from the front, follow the same steps as described under 3.
FR
Pose de barreaux
1
Déterminez I’emplacement des montants d’abouts en positionnant les lisses supérieures sur les poutres.
2
A partir du dernier trou de la lisse supérieure, vous pourrez commencer à placer le premier barreau.
3
Prenez le bon embout fileté (longueur totale = longueur des deux poutres), fixer le cadre arrière au barreau
terminal
raccourci, fixez le à I’aide d’un rivet. Ensuite insérez I’embout fileté à I’arrière des barreaux un par un.
4
Effectuez la même chose (2ème embout fileté) ce à I’avant des barreaux.
D
Montage der Stäbe
1
Bestimmen Sie die Position des Endrohres. Dazu legen Sie die Unterlieger auf den Balken.
2
Den ersten Stab durch das letzte Loch in dem Oberlieger schieben.
3
Nehmen Sie die richtigen Aufreihdrähte ( Gesamtlänge = Länge der Balken ). Reihen Sie den Sicherheitsdraht zuerst
durch ein Hilfsrohr ( z. B. einen Stab ) von der Rückseite weg durch den ersten Stab. Danach können die nächsten
Stäbe ( eins nach dem anderen oder alle gleichzeitig ) aufgereiht werden.
4
Von der Vorderseite weg : siehe Punkt 3.
