Montage- en Bedieningshandleiding
NL-14
G932.1 - 06/2010
NL
–
Rubberen stop op motor (zie Afb. 15, positie 3) op correcte
bevestiging controleren.
–
Werkingstest uitvoeren, zie '
9.4 Inbedrijfstelling,
Werkingstest' op pagina 13.
–
Resultaat van de controles schriftelijk in het logboek
vastleggen.
10.2
Bedrijf
GEVAAR!
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
De last of het lastopnamemiddel kan blijven haken en omlaag
vallen!
–
Last, lastopnamemiddel en kabel permanent observeren.
–
Indien nodig met een uitkijkpost werken.
–
Voor aanvang van het werk handsignalen afspreken.
–
Wanneer geen zichtcontact mogelijk is, mobiele telefoon
of radioverbinding voor de communicatie gebruiken.
–
Niet onder zwevende lasten verblijven.
–
Indien nodig de gevarenzone afschermen.
Risico op beknelling / kneuzingen! Risico op letsel!
Aan de kabel en de lier!
–
Terwijl de lier in gebruik is, de kabel niet aanraken. Niet
aan de in- of uitloop van de lier grijpen.
Risico op beknelling / kneuzingen! Risico op letsel!
Aan de draaiende motoras!
–
Rubberen stop op motor (zie Afb. 15, positie 3) op
correcte bevestiging controleren.
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
Overbelasting kan vernieling van de lier of van de
veiligheidsinrichtingen tot gevolg hebben! Verkeerde werking
kan het gevolg hiervan zijn!
–
Let bij het beladen van het lastopnamemiddel op de
maximaal toelaatbare last.
–
Vastzittende of vastgeklemde lasten niet losmaken door
met de lier te trekken.
–
Lasten met lieren voor het heffen en neerlaten niet
schuin trekken.
–
Overmatige tipwerking (bijv. de motor korte impulsen
geven) voorkomen.
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
Binnendringend vocht kan de werking van de rem
belemmeren!
–
Rubberen stop op motor (zie Afb. 15, positie 3) op
correcte bevestiging controleren.
–
Reinig de kabel en lier niet met een hogedrukreiniger.
Verbrandingsgevaar!
Motoren kunnen heet worden tijdens het bedrijf!
–
Raak de motoren niet aan.
OPGELET!
Verkeerde kabellengte!
Schade aan het apparaat mogelijk!
De kabeleindverbinding resp. het lastopnamepunt of het
kabeleinde mogen niet in de behuizing van de lier of in de
omkeerrol worden getrokken!
–
Observeer de kabel tijdens het bedrijf.
–
Gebruik een voldoende lange kabel.
–
NOODSTOP-knop naar rechts draaien, tot deze eruit springt.
De besturing is ingeschakeld.
–
Let bij het beladen op de maximaal toelaatbare last.
GEVAAR!
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
–
Lasten tegen neerstorten beveiligen.
–
Lasten tegen verdraaien beveiligen.
–
De lier zolang in trekrichting inschakelen tot de kabel
gespannen is (lieren met twee snelheden op lage snelheid).
–
De lier in trekrichting inschakelen tot het lastopnamemiddel
opgehesen of getrokken wordt.
–
Last- neerlaten resp. loslaten.
–
Bij het neerlaten of loslaten het losse kabeleinde observeren.
–
Bij herkenbare schade of lussen en knopen in de kabel
onmiddellijk stoppen.
–
Stoppen: bedieningsinrichting loslaten.
–
Plan voor noodgevallen van de exploitant in acht nemen.
Wanneer de kabel/lier bij het loslaten van de bedieningselemen-
ten niet stopt:
–
NOODSTOP-toets indrukken.
–
Bij falen van de NOODSTOP-toets de stroomvoorziening
van de lier onderbreken (bijv. de stekker eruit trekken).
–
De lier door een elektromonteur of geautoriseerd
onderhoudspersoneel, zie '
15.1 Geautoriseerd
onderhoudspersoneel' op pagina 16) controleren en
eventueel repareren laten.
10.3
Noodafdaling
In de handbediening kan het lastopnamemiddel bij stroomuitval
worden neergelaten.
GEVAAR!
Risico op letsel door vallende voorwerpen!
De centrifugaalrem kan bij overbelasting het gewicht niet
remmen!
–
Bij overbelasting de bedrijfsrem (veerrem) nooit
handmatig openen.
Zie Afb. 15.