Montage- en Bedieningshandleiding
G932.1 - 06/2010
NL-3
NL
Lastopnamemiddelen (LAM)
Een niet tot het hijswerktuig behorende component of uitrusting,
die het mogelijk maakt om de last aan te slaan en tussen
machine en last of aan de last zelf aangebracht wordt of ertoe
bestemd is om een integraal bestanddeel van de last te worden.
Als lastopnamemiddelen gelden ook aanslagmiddelen en hun
bestanddelen.
Materiaalopnamemiddel (MAM)
Lastopnamemiddel voor materiaal.
Nominale last
De nominale last stemt overeen met het draagvermogen van de
lier en is de last die op een bepaalde plaats, bijv. op een
omkeerrol inwerkt. Door eenvoudig inscheren verdubbelt de
nominale last.
Deskundige persoon
Een als zodanig benoemde en adequaat opgeleide persoon die
door zijn kennis en praktijkervaring in staat is om met behulp van
de relevante instructies en aanwijzingen de noodzakelijke
werkzaamheden veilig uit te voeren.
tirak™
In de tekst wordt tirak™ als korte aanduiding voor de lier gebruikt.
Draagvermogen
Het draagvermogen geeft aan welke last de lier maximaal mag
heffen of trekken. Het draagvermogen kan door inscheren van de
kabel worden verveelvoudigd.
Draagmiddel
Een draagmiddel is een met het hijswerktuig verbonden inrichting
voor de opname van lastopnamemiddelen, aanslagmiddelen of
lasten (bijv. een met de draagkabel vast verbonden haak).
Onderhoudspersoneel
Een door de Greifzug Hebezeugbau GmbH voor het onderhoud
aangewezen en geschoolde persoon met geldig certificaat, die in
staat is om met de benodigde instructies en aanwijzingen de
noodzakelijke onderhouds-, controle- en reparatiewerkzaam-
heden veilig uit te voeren.
1.2
Toegepaste symbolen
GEVAAR!
Aard en bron van het gevaar.
Gevolg: bijv. dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
–
Maatregelen waarmee gevaar wordt voorkomen.
OPGELET!
Aard en bron van het gevaar.
Gevolg: bijv. materiële schade of milieuschade.
–
Maatregelen waarmee schade wordt vermeden.
Aanwijzing:
Dit symbool kenmerkt geen veiligheidsaanwijzingen maar
levert informatie voor een beter begrip van de processen.
2
Veiligheid
2.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR!
Risico op ernstige ongevallen door foutieve werking,
verkeerd gebruik en foutieve bediening!
–
Neem de volgende gegevens in acht zodat de veilige en
correcte werking en inzet van het apparaat gewaarborgd
zijn!
–
Neem ook de speciale veiligheidsaanwijzingen voor alle
uit te voeren werkzaamheden in de afzonderlijke
hoofdstukken van deze handleiding in acht.
–
Defecte of beschadigde lieren, kabels, aanslagmiddelen of
toevoer- en besturingskabels mogen niet worden gebruikt.
–
De lieren mogen alleen met een originele tirak™-staalkabel
met de aangegeven kabeldiameter worden gebruikt.
–
Kabel, lier en aanslagmiddelen mogen niet met sterk
verontreinigde componenten, zoals bijv. beton, epoxyhars of
andere hechtende arbeidsmiddelen worden verontreinigd.
Bescherm de componenten tegen verontreinigingen! In een
sterk vervuilde omgeving hulpborstels voor de
kabelreiniging gebruiken.
–
Let op de slijtagegrens van de kabel, zie '
15.4 Service en
onderhoud, Kabel' op pagina 17.
–
Het reinigen van de kabel of van de lier met een
hoogdrukreiniger is verboden! Binnendringend vocht leidt tot
storingen en schade aan de motor, rem en elektrische
uitrusting.
–
Vuil aan de kabel leidt tot voortijdige slijtage of tot het
kapotgaan van kabel, aanslagmiddelen en lier.
–
Let op de aanwijzingen voor transport, opslag en reiniging
vanaf pagina 16.
–
Let op de veiligheidsinformatiebladen voor de gebruikte
smeerstoffen van de betreffende fabrikant.
–
Bevestigingsmiddelen moeten overeenstemmen met de
gegevens in deze handleiding resp. met de geldige
normen/richtlijnen.
–
Het toegelaten draagvermogen mag niet worden
overschreden.
–
De motor kan heet worden tijdens het bedrijf. Raak de
motoren niet aan.
–
De werking zonder rubberstop op de motor (positie 3, zie
afb. 15) is verboden. Binnendringend vocht kan de werking
van de rem belemmeren. Bij de vrij liggende motoras
bestaat een risico op letsel.