NEDERLANDS
396
Indien ET gelijk aan 0 wordt ingesteld, geschiedt de uitwisseling in standby. Iedere keer dat een pomp van de groep stopt, zal bij de
volgende herstart een andere pomp starten.
Als de parameter ET (maximale werktijd) op 0 is ingesteld, zal er bij iedere nieuwe start uitwisseling plaatsvinden,
ongeacht de feitelijke werktijd van de pomp
.
6.6.10
CF: draaggolffrequentie
Instelling van de draaggolffrequentie van de modulatie van de inverter. De in de fabriek vooringestelde waarde is in de meeste
gevallen de juiste waarde, het wordt dan ook afgeraden om wijzigingen door te voeren tenzij men zich echt ten volle bewust is van
het effect van de uitgevoerde veranderingen.
6.6.11
AC: Versnelling
Instelling van de variatiesnelheid waarmee de inverter de frequentie varieert. Oefent zowel invloed uit op de startfase, als gedurende
de regeling.. Over het algemeen is de vooringestelde waarde optimaal, maar in het geval er zich problemen bij de start voordoen of
HP fouten, kan deze waarde veranderd en verlaagd worden. Iedere keer dat u deze parameter wijzigt, is het goed om te controleren
of de regeling van het systeem nog steeds goed is. Bij problemen door oscillatie verlaagt u de versterkingen GI en GP zie de
paragrafen 6.9.4 en 6.6.5. Het verlagen van AC maakt de inverter langzamer.
6.6.12
AE: activering van de antiblokkeerfunctie
Deze functie dient ervoor om mechanische blokkeringen te vermijden in het geval van lange inactiviteit. De werking bestaat eruit dat
de pomp periodiek in werking wordt gesteld.
Wanneer de functie geactiveerd is, zal de pomp iedere 23 uur een 1 minuut durende deblokkeercyclus uitvoeren.
6.6.13
Set-up van de digitale hulpingangen IN1, IN2, IN3, IN4
In deze paragraaf worden de functies en de mogelijke configuraties van de ingangen door middel van de parameters I1, I2, I3, I4
beschreven.
Zie voor de elektrische aansluitingen par. 2.2.4.2.
De ingangen zijn allemaal gelijk en aan elk ervan kunnen alle functies worden toegekend. Via de parameter IN1..IN4 koppelt men de
gewenste waarde aan de i-ste ingang.
Iedere aan de ingangen gekoppelde functie wordt verderop in deze paragraaf nader toegelicht. In Tabel 22 vindt u een overzicht
van de functies en de verschillende configuraties.
De fabrieksconfiguraties zijn te zien in Tabel 21.
Fabrieksconfiguraties van de
digitale ingangen IN1, IN2, IN3, IN4
Ingang
Waarde
1
1
(vlotter NO)
2
3
(P aux NO)
3
5
(activering NO)
4
10
(lage druk NO)
Tabel 21: fabrieksconfiguratie van de ingangen
Overzichtstabel van de mogelijke configuraties van de digitale ingangen
IN1, IN2, IN3, IN4 en van hun werking
Waarde
Functie die is toegekend aan de algemene ingang i
Weergave van de actieve functie die is
toegekend aan de ingang
0
Functies ingang gedeactiveerd
1
Signaal geen water van externe vlotter (NO)
F1
2
Signaal geen water van externe vlotter (NC)
F1
3
Hulp-setpoint Pi (NO) met betrekking tot de gebruikte ingang
F2
4
Hulp-setpoint Pi (NC) met betrekking tot de gebruikte ingang
F2
5
Algemene activering van de inverter via extern signaal (NO)
F3
6
Algemene activering van de inverter via extern signaal (NC)
F3
7
Algemene activering van de inverter via extern signaal (NO) +
Reset van de herstelbare blokkeringen
F3
Summary of Contents for PWM 203
Page 13: ...ITALIANO 11 Figura 2 Fissaggio e distanza minima per la circolazione d aria...
Page 73: ...ENGLISH 71 Figure 2 Fixture and minimum clearance for air circulation...
Page 129: ...FRAN AIS 127 Figure 2 Fixation et distance minimum pour la circulation de l air...
Page 185: ...DEUTSCH 183 Abbildung 2 Befestigung und Mindestabstand f r die Luftzirkulation...
Page 244: ...ESPA OL 242 Figura 2 Fijaci n y distancia m nima para la circulaci n del aire...
Page 295: ...293 IEC 60634...
Page 296: ...294 1 6 1 1...
Page 300: ...298 1 2 5 2 1 2 1 2 2...
Page 301: ...299 2...
Page 302: ...300 2 2 3 3 15 2 2 1 4 2 2 1 1 PWM 203 202 201 3 1 LN 4 2 3...
Page 306: ...304 6 2 2 3 3 Press e Flow 7 A B C D...
Page 311: ...309 DC AC 50 60 8 6 2 1 5 36 36 12 3 3 3 3 2 13 7 11 8 11...
Page 313: ...311 9 MODE 1 SET 9 3 EEprom SET 6 SET MODE 3 1 11 3 2 1 2 3 2 1 MODE SET MODE 10...
Page 315: ...313 SO AE MP I1 1 I2 2 I3 3 I4 4 O1 1 O2 2 RF PW 11 3 2 2 13 SET 13 15 14...
Page 316: ...314 14 3 3 12 GO SB BL LP HP EC OC OF SC OT...
Page 318: ...316 4 4 1 Link 8 4 2 4 2 1 Link Link 16...
Page 322: ...320 4 4 2 2 4 2 5 4 5 ET 6 6 9 FL 4 5 1 4 5 1 1 ET ET ET ET 0 ET 6 6 9 4 5 1 2 23 23...
Page 359: ...NEDERLANDS 357 Afbeelding 2 Bevestiging en minimumafstand voor luchtrecirculatie...
Page 418: ...SVENSKA 416 Fig 2 Fasts ttning och min utrymme f r luftcirkulation...
Page 473: ...T RK E 471 ekil 2 Hava sirk lasyonu tesisat ve minimum a kl k...
Page 523: ...520 IEC 364 inverter...
Page 524: ...521 1 Inverter inverter inverter 6 inverter 1 1...
Page 528: ...525 1 2 1 1 inverter inverter 1 1 2 5 inverter 2 1 inverter 2 1 2 2 C...
Page 529: ...526 2...
Page 534: ...531 6 2 2 3 3 Press Flow 7 A B C D...
Page 539: ...536 DC V AC 50 60 Hz Vrms V 8 6 V 2 1 5 V 36 36 12V mA 3 3 3 3 mm 2 13 7 11 8...
Page 545: ...542 14 3 3 go Hz bar psi 12 GO SB BL LP HP EC OC OF SC OT...
Page 588: ...ROM N 585 Figura 2 Fixarea i distan a minim pentru circula ia aerului...
Page 635: ...01 20 cod 60198807...