114
nl
►
Schakelaar
2
naar rechts draaien (richting ), zie
Afb. 3.
Afb. 3 Close-up opname van het inbrenginstrument,
schakelaar gesloten
►
Proefimplantaat
D
op 0°-positie op het
inzetinstrument
A
houden, zie Afb. 8.
►
Draaimoer
3
aan het inzetinstrument
A
rechtsom
(richting “fix”) draaien, tot proefimplantaat is
gespannen, zie Afb. 4.
Afb. 4 Close-up opname van het inbrenginstrument,
proefimplantaat/implantaat aangespannen
►
Controleer of het proefimplantaat goed vastzit.
Proefimplantaat inbrengen
►
Proefimplantaat
D
met inzetinstrument
1
recht
(0°-positie) in voorbereid implantaatbed inbren-
gen. Daarbij met een hamer voorzichtig op het
slagvlak van de draaimoer
3
slaan.
►
Om proefimplantaat
D
te draaien:
–
Draaimoer
3
enigszins linksom draaien (richting
“loosen”). Er daarbij voor zorgen, dat pin
5
zich
nog buiten schakelaar
2
bevindt.
–
Proefimplantaat
D
verder met de hamer tot de
gewenste eindpositie inslaan.
►
Positie van het proefimplantaat
D
met intraopera-
tieve röntgencontrole controleren.
Proefimplantaat verwijderen
►
Slaghamer
C
op inzetinstrument
A
monteren, zie
Afb. 5.
Afb. 5 Slaghamer op het inbrenginstrument monte-
ren
►
Proefimplantaat
D
met slaghamer
C
voorzichtig uit
tussenwervelschijfvak slaan, zie Afb. 6.
Afb. 6 Proefimplantaat met slaghamer uitslaan
►
Slaghamer
C
van inzetinstrument
A
afkoppelen.
Proefimplantaat van inbrenginstrument afkoppelen
►
Draaimoer
3
linksom draaien (richting „loosen“),
tot pin
5
zich volledig in schakelaar
2
bevindt, zie
Afb. 3. Er daarbij op letten, dat pin
5
schakelaar
2
niet vastklemt.
►
Schakelaar
2
naar links draaien (richting ), zie
Afb. 1.
►
Verwijder het proefimplantaat.
►
Herhaal het voorgaande eventueel met een proef-
implantaat van de daarop volgende maat, totdat de
juiste implantaatgrootte bepaald is.
2
3
5
3
2 5
A
C
C
Summary of Contents for Aesculap TSPACE 3D
Page 2: ......
Page 3: ...A C D E 1 2 3 4 5 6 7 B F ...