ACTEON Equipment SATELEC Implant Center, User Manual

Page: 128 / 156

- Item 12: Irrigatie ingeschakeld of uitgeschakeld.
- Item 13: Foutberichtgebied.
- Item 14: Irrigatiedebiet.
- Item 15: Instellingengebied.
- Fig. 3, item 25: Kant selecteren.
I-S
URGE
werkstand :
Plaats van de weergegeven symbolen en gegevens
(Fig. 5, items 16 t/m 19).
- Item 16: Draairichting.
- Item 17: Type bedieningspedaal.
- Item 18: "I-S
URGE
"-tabblad.
- Item 19: Nummer van het gebruikte programma.
P
IEZOTOME
werkstand :
Plaats van de weergegeven symbolen en gegevens
(Fig. 6, items 20 t/m 21).
- Item 20: Nummer van het gebruikte programma.
- Item 21: "P
IEZOTOME
"-tabblad.
N
EWTRON
werkstand :
Plaats van de weergegeven symbolen en gegevens
(Fig. 7, rep. 22 à 23).
- Item 22: Nummer van het gebruikte programma.
- Item 23: "N
EWTRON
"-tabblad.
- Fig. 3, Item 24: Gebruikte kleurcode (CCS).
b) Achterkant van het basisapparaat
De geaarde netvoedingaansluiting (Fig. 2, item 1)
dient om het I
MPLANT
C
ENTER
op de stroom aan te
sluiten via een losneembaar netsnoer.
De pedaalconnector (Fig. 2, item 2) dient om de
multifunctionele bedieningspedaal op het I
MPLANT
C
ENTER
aan te sluiten.
De ventilator (Fig. 2, item 3), die met een
metalen rooster is afgeschermd, dient om het
I
MPLANT
C
ENTER
op het maximale prestatieniveau te
houden.
De twee steunen voor standaards (Fig. 2, items 4)
dienen als bevestigingspunten voor de
standaards.
De netschakelaar (Fig. 2, item 5) dient om het
apparaat aan of uit te zetten.
c) Zijkanten van het basisapparaat
- De ruimtes van de pompen (Fig. 1, items 9) zijn
bedoeld voor de wegwerpcassettes van de
SATELEC irrigatieleiding.
- De irrigatiecassettes kunnen worden geplaatst
door de kappen van de pompen op te lichten en
daarna horizontaal de cassettes in de daarvoor
bedoelde ruimtes te schuiven.
d) Voorkant
- De linker connector is bedoeld voor de connector
van de I-S
URGE
micromotorkabel. Het gebruik van
een SATELEC micromotorkabel is verplicht.
- De rechter connector is bedoeld voor de
connector van de N
EWTRON
kabel of voor de
connector van de kabel van het P
IEZOTOME
handstuk.
e) Bedieningspedaal
Omdat veel functies via de bedieningspedaal
bediend kunnen worden, kan in een volmaakt
steriele omgeving worden gewerkt en kan zo
eventuele kruisbesmetting worden vermeden.
Zodra de gebruiker namelijk de verschillende
instellingen heeft ingevoerd, hoeft het
toetsenbord niet meer te worden gebruikt.
Afhankelijk van het soort werkstand krijgen de
knoppen van de bedieningspedaal verschillende
functies.
I-S
URGE
werkstand :
Functies van de knoppen van de bedieningspedaal
(Fig. 8, items 1 t/m 5).
- Item 1: Irrigatiefunctie inschakelen / uitschakelen.
- Item 2: Kant selecteren.
- Item 3: Richting omdraaien.
- Item 4: Ander programma kiezen (van 1 tot 4).
- Item 5: I-S
URGE
-motor inschakelen (type
ON/OFF of progressief).
128