automatisch de bijbehorende toegestane
maximumwaarden voor toerental en koppel.
d) Toerental instellen
Nadat u het hoekstuk hebt gekozen of ingesteld,
komt de cursor onder "rpm" (toeren per minuut)
te staan (Fig. 5).
Druk op de toets . De cursor gaat onder het
eerste cijfer staan.
Stel de waarde van het eerste cijfer in met behulp
van de toetsen of (Fig. 3, items 7 en 9).
Druk op de toets . De cursor gaat onder het
volgende cijfer staan.
Stel op deze manier, cijfer voor cijfer, de waarde
voor toerental in met behulp van de toetsen of
en .
Bevestig de waarde van het toerental door op de
toets te drukken.
Opmerking
: Het is mogelijk om het toerental van
het hulpstuk rechtstreeks bij te stellen met
behulp van de toetsen of (Fig. 3, items 7 en
9), zelfs wanneer de multifunctionele pedaal is
ingeschakeld.
Om een stabiel resultaat van de instelling van het
toerental te krijgen, wordt u aangeraden om de
knop van de pedaal (Fig. 8, item 5) geheel in te
drukken.
Na kort indrukken van de toetsen of (Fig. 3,
items 7 en 9) wordt de waarde van het toerental
steeds met 1 toer/minuut verhoogd of verlaagd.
Door de toetsen of (Fig. 3, items 7 en 9)
ingedrukt te houden wordt de waarde van het
toerental steeds hoger of lager.
Bij een verkeerde afstelling van het koppel of het
toerental verschijnt !min! of !max! op het
scherm. U krijgt dan de toegestane minimum- of
maximumwaarde te zien.
e) Koppel instellen
Druk op de toets . De cursor gaat onder het
eerste cijfer staan.
Stel de waarde van het eerste cijfer in met behulp
van de toetsen of (Fig. 3, items 7 en 9).
Druk op de toets . De cursor gaat onder het
volgende cijfer staan.
Herhaal deze procedure cijfer voor cijfer.
Bevestig de koppelwaarde door op de toets te
drukken.
f) Type pedaal kiezen
Nadat u het koppel hebt ingesteld, verschijnt de
cursor onder het symbool van de pedaal.
Druk om de toets om afwisselende het type
ON/OFF of progressief te selecteren.
g) Instelling van parameters voltooien
Om uw apparaat met de nieuwe parameters te
kunnen gebruiken drukt u op de toets .
Door een geluidssignaal en door het knipperende
symbool op het scherm wordt bevestigd dat de
verschillende parameters in het geheugen zijn
opgeslagen.
Herhaal deze procedure zonodig om ook de
andere programma's in te stellen.
7. 5 PIEZOTOME WERKSTAND
Belangrijk:
De krachtinstellingen van de P
IEZOTOME
werkstand kunnen niet door de gebruiker
worden aangepast. Alleen de instelling van de
irrigatie kan worden aangepast en opgeslagen.
Standaard gaat het apparaat over op de
P
IEZOTOME
werkstand als er gaan ultrasoon
handstuk is aangesloten.
De instelling van de spray van de PIEZOTOME
werkstand kan alleen gewijzigd worden als een
P
IEZOTOME
handstuk op het apparaat is
aangesloten.
Selecteer de P
IEZOTOME
werkstand door op de
selectieknop aan de rechterkant te drukken (Fig.
3, item 10).
Op het lcd-scherm wordt het tabblad P
IEZOTOME
nu
uitgelicht (Fig. 6).
133
Summary of Contents for SATELEC Implant Center
Page 1: ......
Page 2: ...2...
Page 3: ...English 4 Fran ais 28 Espa ol 52 Deutsch 76 Italiano 100 Nederlands 124 3...
Page 154: ...154 12 10 X Y Fig Abb 10...
Page 155: ...155...