Selecteer het programma waarvan u de
parameters wilt instellen , , of (Fig. 3,
item 5); het geselecteerde programma verschijnt
op het lcd-scherm.
Om uw programmakeuze te bevestigen drukt u op
de toets .
Wijzig zonodig de waarden van de irrigatiefunctie
(debiet, enz.), zie 7.3.
Bevestig de nieuwe instelwaarden door op de
toets te drukken.
Door een geluidssignaal en door het knipperende
symbool op het scherm wordt bevestigd dat de
verschillende parameters in het geheugen zijn
opgeslagen.
Herhaal deze procedure zonodig om ook de
andere programma's in te stellen.
7. 6 NEWTRON WERKSTAND
Belangrijk:
Om de verschillende parameters in te kunnen
stellen moeten een scaler-kabel en het
bijbehorende N
EWTRON
handstuk op het
apparaat zijn aangesloten.
Selecteer de N
EWTRON
werkstand door op de
selectieknop aan de rechterkant te drukken (Fig.
3, item 10).
Op het lcd-scherm wordt het tabblad N
EWTRON
nu
uitgelicht (Fig. 7).
Selecteer het programma waarvan u de
parameters wilt instellen , , of (Fig.
3, item 5); het aldus geselecteerde programma
verschijnt op het lcd-scherm en het lampje dat
overeenkomt met de SATELEC kleurcode (CCS)
gaat branden (Fig. 3, item 24).
Stel het krachtniveau in volgens de
aanbevelingen van het TipBook™ met behulp van
de toetsen of (Fig.3, items 7 en 9). Het
krachtniveau verschijnt op het scherm (Figuur 7).
Wijzig zonodig de waarden van de irrigatiefunctie
(debiet, enz.) en druk daarna op de toets .
Bevestig de ingestelde stand door op de toets
te drukken.
Door een geluidssignaal en door het knipperende
symbool op het scherm wordt bevestigd dat de
verschillende parameters in het geheugen zijn
opgeslagen.
Herhaal deze procedure zonodig om ook de
andere programma's in te stellen.
7. 7 WERKSET
Belangrijk:
- De nieuwe instellingen van de verschillende
parameters van de
WERKSET
gaan in zodra u het
apparaat opnieuw hebt opgestart.
- U verlaat de
WERKSET
functie door het apparaat
uit te zetten.
Het I
MPLANT
C
ENTER
is voorzien van een "werkset"-
functie, waarmee u een aantal basisfuncties kunt
regelen, zoals het schermcontrast, de wachttijd
voor het doven van de verlichting (optie), het
terugzetten van de fabrieksinstellingen, enz.
U kunt de "werkset"-functie activeren door het
apparaat uit te zetten en daarna weer aan te
zetten terwijl u tegelijkertijd de toetsen en
(Fig. 3, items 7 en 9) ingedrukt houdt. Zodra
het "
WERKSET
"-scherm (Fig. 10) verschijnt, laat u
de toetsen los.
Om een parameter te kiezen drukt u op de toets
waarna een vinkje verschijnt voor de
geselecteerde parameter.
a) Contrast instellen
Bevestig het oproepen van de parameter door
op de toets te drukken.
De cursor verschijnt onder de waarde van het
contrast.
Stel de waarde van het contrast in met behulp
van de toetsen en (Fig. 3, items 7 en 9).
Het contrast is instelbaar van 1 (zeer helder) tot
50 (zeer donker).
Bevestig de instelling door op de toets te
drukken.
134
Summary of Contents for SATELEC Implant Center
Page 1: ......
Page 2: ...2...
Page 3: ...English 4 Fran ais 28 Espa ol 52 Deutsch 76 Italiano 100 Nederlands 124 3...
Page 154: ...154 12 10 X Y Fig Abb 10...
Page 155: ...155...