- 20 -
EINSTELLEN DER FADENSPANNUNGEN / ADJUSTING THREAD TENSION
INSTELLEN VAN DE DRAADSPANNINGEN / RÉGLAGE DE LA TENSION DU FIL
Normale Oberfadenspannung: zwischen 4 – 6
Normal upper thread tension: 4 - 6
Normale bovendraadspanning tussen 4-6
La tension normale du fil supérieur est entre 4 et 6
Die Oberspannung kann durch Drehen am Spannungsknopf
eingestellt werden.
Upper thread tension may be adjusted by turning the thread
tension dial.
De bovenspanning kan ingesteld worden door te draaien aan
de spanningsknop.
La tension supérieure peut être reglée en tournant le bouton
de tension.
Die untere Fadenspannung kann durch Drehen der Schraube der Spulenkapsel leicht nach rechts (Uhrzeigersinn) erhöht werden und
nach links (gegen Uhrzeigersinn) vermindert werden.
Lower thread tension can be increased by turning the screw of the bobbin case slightly to the right (clockwise). Turning it to the left
(anti-clockwise) decreases tension.
De onderste draadspanning kan verhoogd worden door de schroef van de spoelknop licht naar rechts (richting van de wijzers van de
klok) te draaien, of juist verlaagd door deze naar links te draaien (tegen de richting van de wijzers van de klok).
La ternsion du fil inférieur se règle en tounant la vis de la canette. Elle (la tension) sera augmentée en tournant la vis à droite, dans le
sens de la montre. Elle sera dimunuée en tournant la vis à gauche, contre le sens de la montre.
Richtig
Correct
Correct
Bien
Unterfaden
Bobbin thread
Onderdraad
Fil inférieur
Stoff
Fabric
Stof
Tissus
Falsch
Incorrect
Fout
Faux
Stoffinnenseite
Oberfaden
Inside of fabric
Upper thread
Binnenkant stof
Bovendraad
Côté intérieur du
tissus
Fil supérieur
Oberfaden
Upper thread
Bovendraad
Fil supérieur
Содержание D270A13
Страница 45: ...44 273424006 A 07 08 30...