N-
6
VOORBEREIDINGEN
Aansluitingen
Schakel dit apparaat en alle aangesloten componenten uit en trek de stekkers ervan uit het stopcontact alvorens enige aansluiting te maken.
• Sluit de ingangsaansluitingen en uitgangsaansluitingen van dit apparaat op de juiste wijze aan op de ingangsaansluitingen en uitgangsaansluitingen
van de andere componenten.
• De pijlen (
➞
) in de onderstaande afbeelding geven de voortplantingsrichting van het audiosignaal aan.
■
Digitale aansluitingen
• Haal de kapjes van de
DIGITAL IN/OUT (OPTICAL)
-aansluitingen af alvorens te beginnen met het aansluiten. Sluit met behulp van de optische
vezelkabel de
DIGITAL IN (OPTICAL)
-aansluiting van dit apparaat aan op de digitale, optische uitgangsaansluiting van de andere component, en
de
DIGITAL OUT (OPTICAL)
-aansluiting van dit apparaat aan op de digitale, optische ingangsaansluiting van de andere component.
• Bewaar de kapjes van de optische aansluitingen zodat u deze later weer kunt aanbrengen. Plaats de kapjes weer terug op de
DIGITAL IN/OUT
(OPTICAL)
-aansluitingen om deze tegen stof te beschermen terwijl de aansluitingen niet worden gebruikt.
• Als u de
DIGITAL IN/OUT (COAXIAL)
-aansluitingen gebruikt, moet u de aansluitingen maken met behulp van coaxkabels. Sluit de
DIGITAL IN
(COAXIAL)
-aansluiting van dit apparaat aan op de digitale, coaxiale uitgangsaansluiting van de andere component, en de
DIGITAL OUT
(COAXIAL)
-aansluiting van dit apparaat aan op de digitale, coaxiale ingangsaansluiting van de andere component.
■
Analoge aansluitingen
• Zorg ervoor dat u de
L
(linker) en
R
(rechter) ingangsaansluitingen en uitgangsaansluitingen van dit apparaat aansluit op de juiste
L
(linker) en
R
(rechter) ingangsaansluitingen en uitgangsaansluitingen van de andere component.
• Sluit de
ANALOG LINE IN (REC)
-aansluiting van dit apparaat aan op de analoge uitgangsaansluiting van de andere component, en de
ANALOG LINE OUT (PLAY)
-aansluiting van dit apparaat aan op de analoge ingangsaansluiting van de andere component.
• De
ANALOG LINE IN (REC)/LINE OUT (PLAY)
-aansluitingen van dit apparaat hebben de nummers
#
, respectievelijk
$
. Sluit deze
aansluitingen aan op de aansluitingen met dezelfde nummers wanneer u dit apparaat aansluit op een Yamaha versterker of receiver.
■
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact nadat alle aansluitingen gemaakt zijn.
Opmerking
• Wanneer u de data op de harde schijf of een disc weergeeft, worden de signalen uitgevoerd door zowel de
ANALOG LINE OUT (PLAY)
-
aansluiting als de
DIGITAL OUT (OPTICAL/COAXIAL)
-aansluitingen.
RS–232C
DIGITAL
IN
LINE IN —LINE OUT
COAXIAL
OPTICAL
OUT
COAXIAL
OPTICAL
R
L
R
L
4
3
ANALOG
REC
PLAY
REC
PLAY
OUT
IN
DIGITAL
INPUT
COAXIAL
DIGITAL
OUTPUT
R
L
R
L
OPTICAL
OPTICAL
DIGITAL
OUTPUT
COAXIAL
ANALOG LINE IN (REC)/
LINE OUT (PLAY)-aansluitingen
* Deze aansluiting wordt in de
fabriek gebruikt voor controle.
DIGITAL IN/OUT (OPTICAL)-aansluitingen
DIGITAL IN/OUT (COAXIAL)-aansluitingen Coaxkabel (los verkrijgbaar)
Audiokabel met
tulpstekkers (bijgeleverd)
Audiokabel met
tulpstekkers (bijgeleverd)
Optische vezelkabel
(één bijgeleverd)
Naar een stopcontact
Versterker of receiver
Dvd-speler of DAT-deck