59
Als het defect of het falen van een systeem of unit
als gevolg kunnen hebben dat personen worden
gekwetst en eigendom wordt beschadigd, moeten
dergelijke systemen of units worden voorzien van
een alarm en/of reservemodulen, en deze moeten
regelmatig worden getest om zeker te zijn dat ze
goed werken.
Als er gevaarlijke producten (bv. explosieve,
toxische, hete) lekken (bv. uit asafdichtingen),
moeten deze worden weggeleid zodat er geen
gevaar bestaat voor personen of de omgeving. De
wetsbepalingen moeten worden nageleefd.
Er moeten maatregelen worden getroffen om elk
elektrisch gevaar uit te sluiten (bv. door het naleven
van de lokale regelgeving inzake elektrische
uitrusting). Als er werk wordt uitgevoerd op onder
spanning staande elektrische onderdelen, moeten
deze worden ontkoppeld van de netspanning of de
hoofdschakelaar worden uitgeschakeld en de
zekering uitgedraaid. Er moet een
beschermschakelaar voor de motor worden
voorzien.
Eigenlijk moeten alle werkzaamheden aan de pomp
of de pompunit enkel worden uitgevoerd wanneer de
pomp stil staat of niet onder druk staat. Alle
onderdelen moeten terug op omgevingstemperatuur
worden gebracht. Zorg ervoor dat hierbij niemand de
motor kan starten. Het is van essentieel belang dat
de procedure voor het stoppen van het systeem die
wordt beschreven in de Bedieningsinstructies wordt
nageleefd. Pompen of pompsystemen die producten
bevatten die gevaarlijk zijn voor de gezondheid
moeten worden gereinigd voordat ze uit elkaar
worden gehaald. Veiligheidsinformatiebladen voor
de verschillende gebruikte vloeistoffen. Meteen
nadat de werkzaamheden voorbij zijn, moeten alle
veiligheids- en beveiligingsapparaten worden
vervangen of opnieuw worden opgestart.
Volgens de CE-machinerichtlijnen moet elke
machine worden uitgerust met een of meer
noodinrichtingen waardoor situaties die een
onmiddellijk gevaar kunnen betekenen of later
gevaarlijk kunnen worden, kunnen worden
vermeden.
Als de noodinrichting niet meer werkt nadat een
nood/uitschakelaar werd geactiveerd, moet dit zo
worden gehouden door de noodinrichting te
blokkeren totdat het opnieuw wordt vrijgegeven. Het
mag niet mogelijk zijn om de inrichting te blokkeren
zonder dat dit een nood/uitschakelaar activeert. Het
mag enkel mogelijk zijn om de inrichting vrij te
geven via een hiervoor gepaste handeling; deze
vrijgave mag de machine niet opnieuw opstarten,
het mag het enkel mogelijk maken om het opnieuw
op te starten.
Als de stroomvoorziening wordt onderbroken of
hersteld nadat het werd onderbroken of als het op
een of andere manier werd gewijzigd, mag dit geen
risico veroorzaken (bv. opstarten zonder controle of
onverwachts, drukstoot).
2. Toepassingen en technische beschrijving
2.1. Toepassingen
Afvoerunits SEKAMATIK 50 E en SEKAMATIK 50 D
worden gebruikt voor het pompen van afvalwater, effluent
of grondwater, dat bezinksels of zacht vaste materialen
bevat uit ruimtes die zich onder het rioolniveau bevinden.
De pompen mogen niet worden gebruikt voor het pompen
van vloeistoffen met grote hoeveelheden schurende vaste
stoffen zoals zand en stenen. Voordat chemisch agressieve
vloeistoffen worden gepompt, moet de weerstand van de
pompmaterialen worden gecontroleerd.
2.2. Productomschrijving
Geurdicht en waterdicht volledig pompstation met een of
twee pompen. Het opvoerstation bestaat uit een
opvangtank met alle nodige aansluitingen voor de
koppeling van de toevoerleiding, afvoerleiding, ontluchter
en manuele diafragmapomp.
De afvoerunits SEKAMATIK 50 E en SEKAMATIK 50 D zijn
uitgerust met een snijsysteem aan de pompinvoer dat alle
zachte vaste voorwerpen in kleine stukjes snijdt zodat het
vloeistof kan worden gepompt door afvoerleidingen met
een kleine diameter van 50 mmø.
De regelaars hebben contactors, een pc-bord met
lichtgevende diodes (LEDs) om de bedrijfsomstandigheden
aan te geven en een niveauschakelaar die via een slang
wordt bestuurd door het vloeistofniveau in de opvangtank.
De LEDs geven het volgende aan:
- Werking van de pomp
- Fasevolgordefout (enkel driefasig)
- Storing
- Alarm
Een thermoschakelaar die zich in de motorwikkelingen
bevindt beschermt de motor tegen oververhitting door het
afsluiten van de pompvoorziening via de regelaar.
Een back-up accumulator die het alarmsignaal doet
aanhouden ingeval van een defect in de voorziening is
beschikbaar als accessoire. De accumulator wordt in de
regelaar vastgemaakt via een plug en zorgt ervoor dat een
alarm kan afgaan in de 15 uur nadat de
elektriciteitsvoorziening werd uitgeschakeld.
De accumulator is bij levering volledig geladen. De laadtijd
is ongeveer 100 uur. De accumulator wordt automatisch
geladen wanneer de elektriciteitsvoorziening is
ingeschakeld.
Opmerking: Opgebruikte accumulators moeten worden
weggegooid in overeenstemming met de lokale
regelgeving.
Driefasige regelaars bevatten een functie voor
fasemonitoring die echter niet verhindert dat de motor start
ingeval van een verkeerde fasevolgorde van de koppeling
met de netspanning.
Naast de LEDs bevat de voorkant van de regelaar het
volgende:
- De keuzeschakelaar voor de functies met de volgende
standen: ‘Test’ (handmatige bediening), ‘Aus’
(uitschakelen) en ‘Auto’ (automatische werking).
- Aan/uit-schakelaar voor het ingebouwd akoestisch
alarm.
SEKAMATIK 50 D (dubbel station)
De regelaar van SEKAMATIK 50 D zorgt automatisch voor
een gelijkmatige verdeling van de werkingsuren van beide
pompen door de startvolgorde te veranderen nadat elke
pomp stopt.
Wanneer het vloeistofniveau in de tank het startniveau 1
bereikt, wordt een pomp gestart. Wanneer het
vloeistofniveau verder stijgt, wordt de andere pomp gestart.
Deze pomp zal werken totdat het stopniveau ervan wordt
bereikt. De werkende pomp zal stoppen wanneer het
laagste stopniveau wordt bereikt.
Als het vloeistofniveau blijft stijgen wanneer beide pompen
in bedrijf zijn, wordt een alarm gegeven totdat het
vloeistofniveau zakt onder het alarmniveau.
Summary of Contents for LOWARA Sekamatik 50 E
Page 117: ...117 1 1 1 6 1 2 1 3 DIN 4844 1 4...
Page 118: ...118 2 2 1 SEKAMATIK 50 E SEKAMATIK 50 D 2 2 SEKAMATIK 50 E SEKAMATIK 50 D 50 PC 15 100...
Page 123: ...123 A 3000 Shell Tellus C22 9 5 2...
Page 146: ...146 1 1 1 6 1 2 1 3 DIN 4844 1 4...
Page 152: ...152 3000 Shell Tellus C22 9 5 2...
Page 154: ...154 1 1 1 6 1 2 1 3 DIN 4844 1 4...
Page 155: ...155 2 2 1 SEKAMATIK 50 E SEKAMATIK 50 D 2 2 SEKAMATIK 50 E SEKAMATIK 50 D 50...
Page 157: ...157 6 10 250 5 1 DOL 5 2 5 2 1 Manu Aus Off Off Reset Auto Reset 3 2...
Page 160: ...160 1 1 7 3 5 3 8 1000 3000 Shell Tellus C22...
Page 161: ...161 9 5 2...
Page 167: ...167...