Not for
Reproduction
OPGEPAST
Gebruik geen benzine die niet is goedgekeurd zoals E15 en E85. Meng
geen olie in de benzine en pas de motor niet aan voor alternatieve brandstoffen. Het
gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen zal schade veroorzaken aan onderdelen
van de motor. Dit wordt niet gedekt door de garantie.
Voeg een brandstofstabilisator aan de brandstof toe om het brandstofsysteem tegen
gomvorming te beschermen. Zie
Opslag. Niet alle brandstoffen zijn gelijk. Verander bij
start- of prestatieproblemen van tankstation of merk. Deze motor is gecertificeerd om op
benzine te lopen. Het emissieregelsysteem voor deze motor is EM (Engine Modifications).
Grote hoogte
Op hoogtes van meer dan 1.524 meter (5.000 voet) is benzine met minimaal 85 octaan/85
AKI (89 RON) toegestaan.
Motoren met carburateur moeten worden afgesteld om hun prestaties te behouden. Gebruik
zonder deze afstelling veroorzaakt slechtere prestaties, een hoger brandstofverbruik en
toegenomen emissies. Raadpleeg een erkende Briggs & Stratton-dealer voor instructies
over de afstelling voor grote hoogtes. Het gebruik van de motor op hoogtes van minder
dan 762 meter met de set voor grote hoogtes wordt niet aanbevolen.
Motoren met elektronische brandstofinjectie (EFI) hoeven niet voor grote hoogtes te worden
afgesteld.
Brandstof bijvullen
Zie Afbeelding 6
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het bijvullen van brandstof
•
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2 minuten afkoelen
voordat u de benzinedop verwijdert.
•
Vul de brandstoftank buiten of in een goed geventileerde ruimte.
•
Vul de brandstoftank niet te veel. Vul de brandstoftank niet tot boven de onderkant
van de hals, zodat de brandstof kan uitzetten
•
Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open vlammen, waakvlammen, hitte en
andere ontstekingsbronnen.
•
Controleer brandstofleidingen, tank, vuldop en koppelingen regelmatig op barsten
of lekken. Vervang deze, indien noodzakelijk
•
Indien brandstof wordt gemorst, dient u te wachten tot deze verdampt is voordat u
de motor start.
1.
Reinig het gebied rond de tankdop Verwijder de tankdop.
2.
Vul de brandstoftank (A, Afbeelding 6) met brandstof. Vul de brandstoftank niet tot
boven de onderkant van de nek zodat de brandstof kan uitzetten.
3.
Draai de tankdop weer vast.
De motor starten en stoppen
Zie Afbeelding: 7
De motor starten
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
Bij het starten van motor
•
Zorg dat de bougie, de geluiddemper, de benzinedop en het luchtfilter (indien
aanwezig) op hun plaats zijn en goed vastzitten.
•
Probeer de motor niet te starten terwijl de bougie verwijderd is.
•
Als de motor verzuipt, zet de choke (indien aanwezig) in de stand OPEN/DRAAIEN,
zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand SNEL en start de motor totdat deze
aanslaat.
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIG GAS. Motoruitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een giftig
gas dat u binnen enkele minuten doodt. U kunt het NIET zien, ruiken of proeven.
Ook al ruikt u de uitlaatgassen niet, u kunt toch zijn blootgesteld aan
koolmonoxide. Als u zich tijdens het gebruik van dit product misselijk, duizelig
of zwak begint te voelen, schakel het product dan uit en ga ONMIDDELLIJK de
frisse lucht in. Raadpleeg een arts. Het kan zijn dat u koolmonoxidevergiftiging
heeft.
•
Gebruik dit product ALLEEN buiten, ver uit de buurt van vensters, deuren en
ventilatieopeningen om te voorkomen dat zich koolmonoxidegas verzamelt en naar
gebruikte ruimten wordt gezogen.
•
Plaats koolmonoxidemelders met batterijen of melders op netvoeding met
reservebatterij volgens de instructies van de fabrikant. Rookmelders kunnen geen
koolmonoxide detecteren.
•
Gebruik dit product NIET in huizen, garages, kelders, kruipruimten, schuurtjes of
andere gedeeltelijk afgesloten ruimten, ook niet met gebruik van ventilatoren of met
geopende deuren en of ramen als ventilatie. In deze ruimten kan snel koolmonoxide
worden gevormd en dit kan uren blijven hangen, zelfs als het product al is
uitgeschakeld
•
Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd weg van
gebruikte ruimtes.
OPGEPAST
Deze motor werd door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Voordat
u de motor start, moet u de motor met olie vullen volgens de instructies in deze
handleiding. Als u de motor zonder olie start, raakt deze onherstelbaar beschadigd. Dit
valt niet onder de garantie.
Het startsysteem bepalen
Voordat u de motor start, moet u eerst het type startsysteem op uw motor bepalen. Uw
motor heeft een van de volgende typen.
•
Systeem voor elektronische brandstofinjectie (Electronic Fuel Injection - EFI):
Dit systeem bevat Electronic Fuel Injection. Het heeft geen choke of voorinspuiting
(primer).
•
Chokesysteem: Dit systeem heeft een choke voor het starten bij lage temperaturen.
Sommige modellen hebben een aparte chokeregeling, andere modellen hebben een
gecombineerde choke-/gasregeling. Dit type heeft geen voorinspuitsysteem.
Opmerking: Sommige apparaten hebben een afstandsbediening Kijk in de betreffende
handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening.
Systeem voor elektronische brandstofinjectie (Electronic Fuel
Injection - EFI)
1.
Controleer de motorolie. Zie het deel
Het oliepeil controleren .
2.
Zorg ervoor dat aandrijvingsbedieningen, indien aanwezig, zijn ontkoppeld.
3.
Zet de brandstofkraan (A, Afbeelding 7) (indien aanwezig) in de stand OPEN.
4.
Zet de gashendel (B, Afbeelding 7) (indien aanwezig) in de stand SNEL. Bedien de
motor in de stand SNEL.
5.
Druk de stopschakelaar (D, Afbeelding 7) (indien aanwezig) in de stand AAN.
6.
Zet de elektrische contactschakelaar (E, Afbeelding 7) in de stand AAN of START.
OPGEPAST
Start altijd kort (maximaal vijf seconden) om de levensduur van de
startmotor te verlengen. Wacht één minuut tussen startcycli.
Opmerking: Indien de motor na herhaalde pogingen niet start, neem dan contact op met
uw dealer of ga naar VanguardEngines.com of bel 1-800-999-9333 (in de VS).
Chokesysteem
1.
Controleer de motorolie. Zie het deel
Het oliepeil controleren .
2.
Zorg ervoor dat aandrijvingsbedieningen, indien aanwezig, zijn ontkoppeld.
3.
Zet de brandstofkraan (A, Afbeelding 7) (indien aanwezig) in de stand OPEN.
4.
Zet de gashendel (B, Afbeelding 7) (indien aanwezig) in de stand SNEL. Bedien de
motor in de stand SNEL.
5.
Zet de chokeregeling (C, Afbeelding 7), of de gecombineerde choke/gasklep, in de
stand GESLOTEN.
Opmerking: Om de motor te starten met een droog brandstofsysteem (eerste keer starten
of na het opraken van de brandstof), zal extra starttijd in de choke-positie vereist zijn om
te starten. Dit zal de brandstofpomp de tijd geven om het brandstofsysteem aan te zuigen.
77