117
12. Functies van de afstandsbediening
a) Toewijzing van de besturingsfuncties
Bij afstandsbediening van uw helikopter is bij levering geconfigureerd in mode 2. U kunt de zender echter aanpassen
aan uw individuele stuurgewoonten. Hiervoor zijn de volgende besturingsmodi beschikbaar:
Modus 1:
Nick- en gier-functies worden met het linker besturingssysteem geregeld en de roll- en pitch-functie met het
rechter besturingssysteem. Voor deze modus moeten de beide besturingssystemen onderling van neutraliserend
naar niet-neutraliserend worden omgebouwd. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening.
Mode 2 (ingesteld bij levering)
: Gier- en pitch-functies worden met het linker besturingssysteem en de roll- en nick-
functie met het rechter besturingssysteem geregeld.
Modus 3:
Nick- en roll-functies worden met het linker besturingssysteem en de gier- en pitch-functies met het rechter
besturingssysteem geregeld. Voor deze modus moeten de beide besturingssystemen onderling van neutraliserend
naar niet-neutraliserend worden omgebouwd. Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening.
Modus 4:
Roll- en pitch-functies worden met het linker besturingssysteem en de gier- en nick-functies met het rechter
besturingssysteem geregeld.
Let op: Het omschakelen van mode 2 naar een andere modus heeft geen invloed op de eventueel geprogrammeerde
modelgeheugens. Alle mengers en instelwaarden worden 1:1 overgenomen en alleen aan de nieuwe
besturingssystemen toegewezen.
b) Programmeerbare functies
Let op!
De afstandsbediening is af fabriek voor de eerste vliegpogingen aangepast en geprogrammeerd voor de
helikopter. De volgende beschrijvingen van mogelijke programmeerstappen dienen dus voor de eerste
vlucht alleen ter controle en na de eerste vlucht voor het aanpassen aan uw persoonlijke vliegwensen.
Wij raden u daarom dringend aan de instelwaarden voorafgaand aan de eerste vlucht ongewijzigd te
laten! Voor de concrete wijziging van de instelwaarden dient u de gebruiksaanwijzing van de
afstandsbediening te raadplegen.
Let op!
Enkele instelwaarden - bijv. de sturing/correctie van de pitch-waarde - kunnen niet in vliegklare toestand
worden doorgevoerd, omdat bijv. door het bedienen van de pitch-functie op de zender ook onvermijdelijk
de motor zou starten. Er bestaat acuut gevaar voor lichamelijk letsel en/of materiële schade!
Om deze instellingen zonder gevaar en onnodig programmeren te kunnen doorvoeren, adviseren wij de
drie steekverbindingen tussen motor en toerentalregelaar los te maken. Hiertoe moet u de betreffende
contactparen vooraf met verschillende kleuren coderen, om na een controle/correctie weer de juiste
contactparen te vinden en daarmee de correcte draairichting van de motor te bereiken.
Om instellingen aan de zender te kunnen uitvoeren, moet de zender eerst in de programmeermodus worden gezet.
Schakel hiervoor de zender in. Druk de "Mode-toets" (afb. 3, pos. 1) en de "Select-toets" (afb. 3, pos. 7) gedurende 3
seconden tegelijk in.
Summary of Contents for 20 55 15
Page 134: ...134 ...
Page 135: ...135 ...