113
10. Ingebruikname van de zender
In deze gebruiksaanwijzing wijzen de cijfers in de tekst steeds op de afbeeldingen die er naast of midden in het
hoofdstuk staan. Kruisverwijzingen naar andere afbeeldingen worden met het betreffende nummer van de bijbehorende
afbeelding aangegeven.
a) Plaatsen van de batterijen/accu´s
Voor de stroomvoorziening van de zender zijn 8 alkalinebatterijen (bijv. Conrad bestelnr. 652507, verpakking van 4
stuks, twee maal bestellen) of accu’s van het type mignon (AA) nodig. Om ecologische en ook economische redenen
raden wij in ieder geval aan om accu´s te gebruiken omdat deze via de ingebouwde laadaansluiting van de zender
(zie afb. 1, positie 9) opgeladen kunnen worden.
Ga voor het plaatsen van de batterijen of accu´s als volgt te werk:
Het batterijvakdeksel (afb. 2, pos. 22) bevindt zich aan de achterzijde van de zender. Druk op de geribbelde driehoek
en schuif het deksel naar beneden.
Plaats 8 batterijen of accu's in het batterijvak. Let hierbij altijd op de juiste poolrichting van de cellen. Deze poolrichting
staat op de bodem van het batterijvak aangegeven.
Schuif het deksel weer op het batterijvak en laat de vergrendeling vastklikken.
b) Accu´s in de zender opladen
Bij het gebruik van accu's kunt u bij een uitgeschakelde zender een laadkabel op de laadbus (zie afbeelding 1, pos. 9)
aansluiten en de accu's in de zender opladen. Let hierbij absoluut op de poolrichting van de aansluitstekker. Het
binnenste contact van de laadbus moet met de plus-aansluiting (+) en het buitenste contact met de min-aansluiting (-
) van het laadapparaat worden verbonden. De laadstroom dient ca. 1/10 van de capaciteit van de geplaatste accu´s te
bedragen. Om beschadigingen van de interne geleiders en aansluitingen te voorkomen, dient u geen snelladers te
gebruiken.
U mag de oplader alleen aansluiten als er accu´s (1,2V/cel) in de zender zijn geplaatst. Probeer nooit
batterijen (1,5 V per cel) met de oplader op te laden. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Als de accu's geladen zijn resp. er nieuwe batterijen geplaatst werden, schakelt u voor testdoeleinden de zender in
met behulp van de aan/uit-schakelaar (zie afb. 1, positie 10). Op het display wordt de actuele spanning weergegeven.
Om het memory-effect bij NiCd-accu´s te voorkomen, dient u het laadapparaat pas aan te sluiten wanneer de accu´s
geheel ontladen zijn.
De maximaal toegelaten laadstroom bedraagt 300 mA.
c) Richten van de zendantenne
Trek de zendantenne (afb. 1, pos. 1) steeds volledig uit, om de optimale zenderstraling naar het model te bereiken.
De antenne straalt het sterkst naar het model, indien deze zich ongeveer 90° ten opzichte van de richting van het
model bevindt. De slechtste zenderuitstraling naar het model krijgt u wanneer u met de antennepunt rechtstreeks op
het model richt.
Summary of Contents for 20 55 15
Page 134: ...134 ...
Page 135: ...135 ...