124
d) Functiecontrole van gas/rem uitvoeren
De posities van de stelringen (van de mechanische eindaanslagen), van de aanslagveren op de gasstang en de
remstang zijn af fabriek ingesteld. Deze zijn aan de mechanische eindaanslagen van de carburator en de schi-
jfremmen aangepast. De gas-/remstang hoeft verder niet meer te worden afgesteld.
Het kan echter gebeuren dat na lang gebruik de remvoeringen versleten zijn of de stelringen los en daarom opnieuw
moeten worden vastgemaakt. Wanneer de rem verkeerd is ingesteld en voortdurend sleept, slijten de remvoeringen
en de remschjijf voortijdig!
In de stationaire stand (zie afbeelding rechts) moet de gas-/rem-
servo (D) in de middelste stand staan en de servoarm (E) zich
parallel tot de servobehuizing bevinden.
De schuif (B) is helemaal ingereden (luchtspleet voor stationair
lopen moet boven de carburatornaald zijn ingesteld).
De remstang (C) is bedrijfsklaar, maar werkt nog niet (stang mag
niet wankelen).
Bij volgas wordt de schuif (B) helemaal uitgetrokken, de rem is
zonder functie.
Bij het remmen drukt de gasstang (A) tegen de veerweerstand
(schuif is helemaal ingereden, stationair draaien). De remstang
(C) trekt vast aan de remhendel (F). Via excenter worden de rem
-
blokjes tegen de schijfrem (G) gedrukt.
e) Beschrijving van de carburator
1 = Mengselregelschroef (hoofdsproeinaald/sproeierhouder)
2 = Brandstofaansluiting voor tank
3 = Gasklepaanslagschroef (stationair-instelschroef)
4 = Aansluiting aan de motor
5 = Stationair-mengselregelschroef
6 = Stuurhendel voor gasservo
7 = Luchtaanzuigopening
De carburator is reeds af fabriek voor gebruik vooringesteld (rijke carburatorinstelling voor de inloopfase).
U moet daarom de instelschroeven van de carburator bij de eerste inbedrijfname van het voertuig niet
verdraaien.
Als de motor niet aanslaat, moet in elk geval eerst de fout op een andere plaats worden gezocht voor u aan
de instelschroeven van de carburator draait.
B
A
C
F
D
G
E
1
2
3
6
7
4
5
Summary of Contents for 490150
Page 142: ...142 ...
Page 143: ...143 ...