132
Wielvlucht aan de achteras instellen:
De verstelling van de wielvlucht gebeurt zoals bij de vooras door
het verdraaien van de schroef (A) van de bovenste draagarm.
Aangezien deze schroef telkens een linkse en rechtse schroef-
draad heeft, moet u de draagarm voor het verplaatsen van de
wielvlucht niet uitbouwen.
In de demperbrug (B) en de fusee (C) bevinden zich meerdere bevestigingspunten voor de bovenste draag-
arm. Als de draagarm op een ander punt worden bevestigd, verandert dit de wielvlucht bij het in- en uitveren
van het wiel.
De fabrikant heeft hier voor het voertuig reeds een optimale instelling gekozen, daarom mag er geen wijzi-
ging worden uitgevoerd.
C
B
A
Summary of Contents for 490150
Page 142: ...142 ...
Page 143: ...143 ...