NEDERLANDS
87
Afb. 9
In- en uitschakelniveaus
Zorg ervoor dat het effectieve volume van de tank
niet zo laag wordt dat het aantal inschakelingen per
uur het maximum toegestane aantal overschrijdt.
6.3 Thermische schakelaar
Bij alle FKV en FKC pompen is een thermische beveiliging in de statorwikkelingen opgenomen.
(zie de bedradingsbladen, contacten k1 k2) Zie par. 6.1.
De thermische schakelaars zijn opgenomen in de motorwikkelingen en grijpen in door open te gaan om het
circuit te onderbreken bij een te hoge temperatuur in de wikkelingen (ongeveer 150 °C)
Pompen zonder explosiebeveiliging
Voor de goede werking moet de thermische schakelaar verbonden zijn met een
onderbrekingsinrichting van het voedingscircuit van de elektropomp. Wanneer de elektropomp afkoelt
kan de inrichting, wanneer het circuit van de thermische schakelaar is hersteld, de pomp automatisch
weer starten.
Explosieveilige pompen
De onderbrekingsinrichting van het voedingscircuit van explosiebeveiligde pompen mag de
pomp niet automatisch weer starten. Dit waarborgt een beveiliging tegen te hoge temperaturen
in omgevingen met mogelijk explosiegevaar.
6.4 Sensor (water in de olie) (niet beschikbaar voor explosiebeveiligde versies)
De sensorsonde in de oliekamer neemt water in de olie waar wanneer het waterpercentage een bepaalde
waarde overschrijdt.
Wanneer het waterpeil in de olie is bereikt, sluit de sonde het circuit tussen de sensor (contact S1
bedradingsschema) en het equipotentiaalcontact van de pomp.
De sonde moet zijn verbonden met een geschikte inrichting in het bedieningspaneel; de inrichting kan een
alarmsignaal geven met geluid of licht, of, wanneer nodig, de elektropomp laten stoppen.
Als het signaal wordt geactiveerd, moet de elektropomp stoppen. De pomp moet gedemonteerd worden en de
staat van de olie en de mechanische afdichtingen moet worden gecontroleerd. Tevens moeten de oorzaken van
de activering worden opgespoord.
7. IN BEDRIJF STELLEN
Voordat u op de pomp begint te werken moet u nagaan of de hoofdschakelaar uit staat.
U dient er zeker van te zijn dat de voedingspanning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Wees er zeker van dat alle beschermende apparatuur op een juiste wijze is aangesloten. De
pomp mag niet drooglopen.
De pomp mag niet worden ingeschakeld wanneer de atmosfeer in de tank mogelijk
explosiegevaarlijk is.
Alvorens de pompen te starten moet worden nagegaan of ze naar behoren zijn aangesloten,
om te voorkomen dat er ongecontroleerd vloeistof naar buiten komt.
Houd uw handen of gereedschap weg uit de zuigof persopening van de pomp nadat de pomp is
aangesloten op de voedingspanning
.
Afb
. 9
Min. 10cm
Alarm
Start
Stop
Werking S1
Stop
Werking S3