NEDERLANDS
83
Ga als volgt te werk:
-
Bevestig de verankeringsbeugel van de geleideslangen
(afb.5 - pos. A) aan de rand van het bekken.
-
Plaats de steunpoot op de bodem van de put voor de
automatische aankoppeling (afb. 5 - pos. B) en
controleer met een peillood of de conische uitsteeksels
voor aankoppeling van de geleideslangen perfect haaks
zijn op de overeenkomende uitsteeksels van de
verankeringsbeugel aan de rand van het bekken.
Controleer ook de vlakheid ervan met behulp van een
waterpas.
-
Merk de positie van de uitsparingen in de steunpoot, en
stel vervolgens de exacte lengte van de geleideslangen
vast (afb. 5 - pos. C).
-
Bevestig de steunpoot stevig aan de bodem van de put
met sterke verankeringsbeugels of met metalen
expansiepluggen.
- Verbind de persleiding met de opening van de
steunpoot.
-
Demonteer de verankeringsbeugel aan de rand van het
bekken, steek de geleideslangen die al afgekort zijn op
de eerder vastgestelde lengte in de conische uitsteeksels van de steunpoot en zet hen vast door de
beugel weer te monteren aan de rand van het bekken.
-
Monteer de speciale sledeflens (afb. 5 - pos. D) en geleider op de toevoeropening van de pomp en
bevestig de kabel of ketting aan de handgreep of uitsparing aan de bovenkant van het pomphuis.
-
Hef de elektropomp op boven de put en laat hem vervolgens langzaam dalen, terwijl u de speciale
sledeflens over de geleideslangen voert.
-
Aangekomen op de bodem zal de elektropomp automatisch aan de steunpoot koppelen.
-
De haak van de draagkabel of -ketting moet in lijn zijn met het zwaartepunt van de pomp.
-
Zet het uiteinde van de kabel of ketting vast aan de beugel op de rand van de put.
-
Plaats de elektriciteitskabels zonder knikken en beknellingen en let erop dat de uiteinden niet in contact
komen met water.
Voor een goede vaste installatie moet een terugslagklep worden gemonteerd.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet worden ondergedompeld aangezien water dan via de
kabel in de motor kan doordringen.
Tijdens het plaatsen van de pomp kan er lucht opgesloten blijven zitten in het pomphuis. De
lucht kan uit het pomphuis worden verwijderd door de pomp te monteren nadat de
ontluchtingsopening op de zijkant van de pomp is verwijderd. (Afb. 6).
Let op, de ontluchtingsopening bevindt zich aan de kant tegenover die van de
olievulopeningen.
Fig. 4
Afb.
5
Afb.
6
Ontluchtingsopening
Olievulopeningen