NEDERLANDS
79
Het gewicht van de pomp staat op het identificatieplaatje van de pomp en op het etiket op de verpakking.
Hijs de pomp altijd d.m.v. de hijsbeugel, of til de pomp op met een vorkheftruck wanneer deze
op een pallet is geplaatst. Hijs de pomp nooit op met de motorkabel of slang/pijp.
voordat de pomp wordt opgehesen. Maak deze zo nodig vast. Onzorgvuldigheid tijdens hijsen
of transport kan persoonlijk letsel veroorzaken en/of de pomp beschadigen.
Zie de FK Quick Guide voor meer informatie omtrent de verplaatsing.
3.2 Opslag
Als de pomp gedurende langere tijd wordt opgeslagen, dan dient te worden gezorgd voor bescherming tegen
vocht en hitte.
Opslagtemperatuur: -30 °C t/m +60 °C.
Wanneer de pomp in gebruik is geweest, moet de olie voorafgaand aan het opslaan worden vervangen.
Na een lange opslagperiode dient de pomp te worden geïnspecteerd, alvorens in bedrijf te worden genomen.
Zorg ervoor dat de waaier vrij kan draaien.
De waaier kan scherpe randen hebben - draag veiligheidshandschoenen.
Als de pomp buiten de aangegeven limieten is opgeslagen, moet bijzonder goed worden gelet op de conditie
van de mechanische afdichting, de O-ring, de olie en de kabelwartel.
4. IDENTIFICATIE
4.1 Typeplaatje
Het typeplaatje vermeldt de bedrijfsgegevens en keurmerken die van toepassing zijn op de pomp.
Het identificatieplaatje is bevestigd aan de bovenkant van het motorhuis, naast de handgreep.
Pos. Omschrijving
Afb. 3
Typeplaatje
1 Pompaanduiding
2 Serienummer
serie
3 Modelcode
4
Gewicht (met kabel van 10 m)
5 Maximale
vloeistoftemperatuur
6 Opbrengstbereik
7 Opvoerhoogtebereik
8 Maximale
opvoerhoogte
9 Min.
opvoerhoogte
10
Nomimaal vermogen bij de as
11
Nominaal opgenomen vermogen
12
Beschermingsklasse volgens IEC
13 Isolatieklasse
14 Nominale
spanning
15 Nominale
stroom
16 Frequentie
17 Condensorcapaciteit
(n.v.t.)
21 Productieland
18
Aantal fasen
22
Maximale installatiediepte
19
Nominaal toerental
23
Ex-merkteken /Kwaliteitsmerken
20 Bedrijfsniveau
24 CE-keurmerk