NEDERLANDS
84
Ref. FUNCTIE
L – N
MONOFASE
R – S – T
DRIEFASE
Klemmen voor verbinding met de voedingslijn.
Klem voor verbinding met de aarding van de voedingslijn.
U - V – W
DRIEFASE
Klemmen voor verbinding met de driefase elektropomp.
Klem voor verbinding met de aarding van de elektropomp.
1
Voedingsklem: + 12V DC – 50Am.
2
=IN 3
Verbindingsklem ingang
i3
voor aansturing algemene activering.
3
=IN 2
Verbindingsklem ingang
i2
voor selectie set point 1.
4
Gemeenschappelijke verbindingsklem I
3
– I
2
6
=IN 1
Verbindingsklemmen ingang
i1
voor beveiliging tegen bedrijf zonder vloeistof.
J22
7
Verbindingsklem: 0V DC (GND).
o1
Verbindingsklem afstandalarm.
250 Vac
–
6 A
max. weerstandsbelasting –
3 A
max. inductieve belasting
J14
o2
Verbindingsklem pomp in bedrijf.
250 Vac
–
6 A
max. weerstandsbelasting –
3 A
max. inductieve belasting
J9
Verbindingsklemmen voor onderlinge verbinding en uitwisseling en voor de verbinding met de
uitbreidingscentrale, zie Afbeelding 6.
LET OP: voor onderlinge verbindingskabels met een lengte van meer dan 1 meter, wordt
aanbevolen gevlochten kabel (met getwiste paren) te gebruiken, gebruik een paar voor de pinnen 1
en 3 en een ander paar voor pin 2.
LET OP: u dient de volgorde van aansluiting tussen de twee apparaten strikt aan te houden! (zie
afb. 2)
o2
o1
J 14
1
4
2
3
Afbeelding 5: connector J14 voor de uitgangen O1 en O2
Voor functies en programmering, zie Tabel 3 “Toekenning van de parameters die functies toewijzen aan de
digitale uitgangen OUT1; OUT2
Summary of Contents for ACTIVE DRIVER M/T 1.0
Page 275: ...270...