NEDERLANDS
81
Controleer of alle verbindingskabels in uitstekende staat verkeren en of de buitenste kabelhuls intact is. De
motor van de geïnstalleerde elektropomp moet voldoen aan de gegevens uit Tabel 1.
De fasestroom van de gebruiker die is aangesloten op de ACTIVE DRIVER M/T 1.0 mag niet hoger zijn
dan 4,7 A.
De fasestroom van de gebruiker die is aangesloten op de ACTIVE DRIVER M/T 2.2 mag niet hoger zijn
dan 10,5 A.
De fasestroom van de gebruiker die is aangesloten op de ACTIVE DRIVER T/T 3.0 mag niet hoger zijn
dan 7,5 A.
De fasestroom van de gebruiker die is aangesloten op de ACTIVE DRIVER T/T 5.5 mag niet hoger zijn
dan 13,3 A.
1.5.1
Aansluiting van de pomp voor de modellen A.D. M/T 1.0 en A.D. M/T 2.2
De voedingsspanning van de motor van de geïnstalleerde elektropomp moet 230V driefase bedragen. Op
driefase spanning werkende elektrische machines kennen over het algemeen 2 soorten aansluitingen, zoals
getoond op Afbeelding 2 en Afbeelding 1
Om op 230V (lagere spanning) te werken wordt meestal een 'driehoek'-aansluiting gebruikt. Normaal
gesproken worden de ACTIVE DRIVER apparaten compleet met kabel voor aansluiting op de motor
geleverd.
Voor uitvoeringen die niet voorzien zijn van een kabel, vindt de aansluiting plaats op de 4-weg klem “J4”
(3 fasen + aarde) met het opschrift “PUMP” en uitgaande pijl. De kabel moet een doorsnede van minimaal
1.5 mm
2
hebben.
1.5.2
Aansluiting van de pomp voor de modellen A.D. T/T 3.0 en A.D. T/T 5.5
De voedingsspanning van de motor van de geïnstalleerde elektropomp moet 400V driefase bedragen.
Controleer aan de hand van het aansluitplaatje van de gebruikte motor of aan bovengenoemde condities
wordt voldaan. Meestal wordt voor 400V voeding de 'ster'-configuratie gebruikt voor pompen met een
vermogen van minder dan 5,5KW, terwijl voor pompen met een vermogen van 5,5 kW of hoger de
'driehoek'-configuratie wordt gebruikt (neem hoe dan ook altijd de aanwijzingen op het kenplaatje of op de
klemmenstrook van de pomp in acht).
Op Afbeelding 3: motoraansluitingen A.D. T/T ziet u een schema van de aansluitingen die tot stand moeten
worden gebracht.
Afbeelding 2:
Verkeerde aansluiting
Afbeelding 1:
Correcte aansluiting
Standaardaansluiting voor machines met een
vermogen van minder dan 5,5 kW
Standaardaansluiting voor machines met een
vermogen van minder dan 5,5 kW
Standaardaansluiting voor machines met een
vermogen van 5,5 kW of hoger
Afbeelding 3: motoraansluitingen A.D. T/T
Summary of Contents for ACTIVE DRIVER M/T 1.0
Page 275: ...270...