Uw apparaat leren kennen
nl
163
4 Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de
afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethoden en overige functies in. Bij vele apparaatuitvoeringen kan
de functiekeuzeknop worden verzonken. Als u de functiekeuzeknop van de nulstand naar een functie draait, duurt het
enkele seconden tot de betreffende functie beschikbaar is.
Symbool
Instelling
Gebruik
Nulstand
Het apparaat is uitgeschakeld en be-
vindt zich in de energiebesparings-
modus.
Magnetron
De magnetronfunctie kiezen.
Stoom
Er komt hete stoom in de binnen-
ruimte.
Hete lucht
De ventilator verdeelt de warmte van
het ronde verwarmingselement aan
de achterkant gelijkmatig in de bin-
nenruimte.
Grill
Het hele oppervlak onder de grillele-
menten wordt heet.
Circulatiegrill
De ventilator wervelt de hete lucht
van de grillelementen rond het ge-
recht.
Ontkalken
Deze functie ontkalkt de verdamper
en houdt deze in functionerende
staat.
Spoelen
De buizen van de stoomeenheid wor-
den met water gespoeld. We advise-
ren om na het gebruik van de stoom-
functie altijd te spoelen.
Programma's
Voor veel gerechten vindt u al voor-
geprogrammeerde instellingen.
Touchvelden
Touch-velden zijn aanraakgevoelige oppervlakken. Om een functie te kiezen het betreffende veld selecteren.
Symbool
Tiptoets
Gebruik
Magnetron
Vermogensstanden van de magne-
tron kiezen of magnetronfunctie sa-
men met de grillfunctie of stoomfunc-
tie inschakelen.
Stoom
Stoomstand kiezen of stoomfunctie
samen met een verwarmingsmetho-
de inschakelen.
Programma's
Programmakeuze opvragen en met
de draaiknop het gewenste program-
manummer instellen.
Tijdfuncties
Tijdfuncties kiezen en instellen met
de draaiknop.