Reiniging en onderhoud
nl
183
Opmerking:
Na een stroomonderbreking blijven de ge-
wijzigde basisinstellingen behouden.
15.3 Het wijzigen van de basisinstellingen
afbreken
▶
Draai de functiekeuzeknop.
a
Alle wijzigingen werden verworpen en niet opgesla-
gen.
16 Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er
voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
16.1 Tips voor apparaatonderhoud
Neem de tips voor apparaatonderhoud in acht om de
werking van het apparaat lang in stand te houden.
Maatregel
Voordeel
Het apparaat altijd
schoon houden en vuil di-
rect verwijderen. Maak de
binnenruimte na elk ge-
bruik schoon.
Dan zet het vuil zich niet
vast en brandt het niet in.
Vlekken van kalk, vet, zet-
meel en eiwit onmiddellijk
verwijderen.
Corrosie voorkomen.
Bij erg vochtig gebak de
glazen braadslede gebrui-
ken.
De binnenruimte wordt
dan niet zo vuil.
Gebruik voor het braden
een geschikte vorm, bijv.
een braadslede.
De binnenruimte wordt
dan niet zo vuil.
Indien mogelijk hete lucht
gebruiken.
Verontreiniging is gerin-
ger
16.2 Reinigingsmiddelen
Gebruik alleen geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
▶
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
om het apparaat te reinigen.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen beschadigen de op-
pervlakken van het apparaat.
▶
Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmid-
delen.
▶
Gebruik geen sterk alcoholhoudende reinigingsmid-
delen.
▶
Gebruik geen harde schuursponsjes of afwasspons-
jes.
▶
Geen speciale reinigingsmiddelen gebruiken voor
de warmtereiniging.
▶
Glasreinigers, schrapers of onderhoudsmiddelen
voor roestvrij staal alleen gebruiken wanneer deze
in de gebruiksaanwijzing voor het betreffende on-
derdeel worden aanbevolen.
Nieuwe vaatdoekjes bevatten resten van de productie.
▶
Nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik grondig uit-
wassen.
In de verschillende reinigingshandleidingen kunt u le-
zen welke reinigingsmiddelen geschikt zijn voor de ver-
schillende oppervlakken en onderdelen.
16.3 Apparaat reinigen
Maak het apparaat schoon zoals voorgeschreven, zo-
dat de verschillende onderdelen en oppervlakken niet
door een verkeerde reiniging of ongeschikte reinigings-
middelen beschadigd raken.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
▶
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
▶
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
▶
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur
zitten, kan dit barsten.
▶
Gebruik geen scherp of schurend reinigingsmiddel
of scherpe metalen schraper voor het reinigen van
het glas van de apparaatdeur omdat dit het opper-
vlak kan beschadigen.
1.
De aanwijzingen voor de reinigingsmiddelen in acht
2.
De aanwijzingen voor de reiniging van de onderde-
len en oppervlakken van het apparaat in acht ne-
men.
3.
Indien niet anders vermeld:
‒
De verschillende onderdelen van het apparaat
reinigen met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje.
‒
Droog na met een zachte doek.
16.4 Voorzijde van het apparaat reinigen
LET OP!
Ondeskundige reiniging kan de voorzijde van het appa-
raat beschadigen.
▶
Geen glasreiniger, metalen of glazen schraper ge-
bruiken voor het schoonmaken.
▶
Om corrosie op RVS-fronten te vermijden, kalkvlek-
ken, vetvlekken, zetmeelvlekken en eiwitvlekken on-
middellijk verwijderen.