Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
15/27
IST52-7W129CT_rev.2 05-21
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit een algemene en een speci-
fieke instructie en beide moeten vóor gebruik zorgvuldig worden gelezen.
Let op!
Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES YPSILON.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het
(de) volgende product(en): Ypsilon a-symmetrisch sleutelkoord voor hoogteerken,
bergbeklimming en klimmen.
Doodsgevaar!
Gebruik dit apparaat niet als een EN
958 Via Ferrata kit.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM). Dit voldoet aan Verorde-
ning (EU) 2016/425. EN 354:2010. Persoonlijke valbeschermingsapparatuur
- Vaste of afstelbare sleutelkoorden. EN 566:2017. Bergbeklimmingsapparatuur:
Slingen.
Let op!
Volgens EN 354, voor dit product moeten de instructies van
EN 365 (algemene instructies/paragraaf 2.5) in acht worden genomen.
Let op!
Volgens EN 354, voor dit product is een grondige periodieke inspectie verplicht
(algemene instructies/paragraaf 8).
1.1 - Beoogd gebruik.
Volgens EN 566 is het risico waartegen het apparaat
moet beschermen tegen het vallen van een hoogte. Volgens EN 354 zijn de risi-
co’s waartegen het apparaat moet beschermen: de bescherming tegen het vallen
van een hoogte, mits het apparaat is uitgerust met een energie-opnemer en de
totale lengte van het systeem minder is dan 2 m; de preventie tegen het vallen van
een hoogte, als het apparaat niet met een energieabsorbeerder gebruik wordt en
als het gebruikt wordt in ophouding bij werkzaamheden of werkposities met een
lengte groter of minder dan 2 m.
Let op!
Als de risicobeoordeling die vóór het star-
ten van de werkzaamheden wordt uitgevoerd, uitwijst dat het systeem op scherpe
randen wordt gebruikt, moeten de juiste voorzorgsmaatregelen worden genomen.
2) AANGEMELDE INSTANTIES.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 9/tabel D): M2; M6; N1.
3) BENAMING
(Afb. 3). A) Onderlus. B) Bovenlus. C) Inbindlus. D) Stiksels. E)
Veiligheidsstiksels. F) Label met markering. G) Beschermingsommanteling. H) Lan-
ge arm. I) Korte arm.
3.1 - Belangrijkste materialen.
Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 7.
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies
(hoofdstuk 5). Nummers/letters met een sterretje (*): informatie beschikbaar af-
hankelijk van het model.
4.1 - Algemee
n (Afb. 2). Indicaties: 1; 2; 4; 6; 7; 8; 11; 12; 14; 30) Maximale
lengte van het apparaat.
4.2 - Traceerbaarheid
(Afb. 2). Indicaties: T2; T8; T9.
5) COMPATIBILITEIT.
Dit product kan alleen worden gebruikt met EG-gemarkeerde apparaten: werk- of
bergbeklimmersuitrusting zoals aansluitingen (EN 362/EN 12275), harnassen
(EN 12277/EN 358/EN 813/EN 361), energie-opnemers (EN 355), touwen
(EN 892), enz.
5.1 - EN 354.
Gebruik twee EN 362 connectoren om in de bovenlussen te
plaatsen. 5) Alleen ankerpunten die voldoen aan de EN 795 standaard kunnen
worden gebruikt (minimale kracht 12 kN of 18 kN voor niet-metalen ankers)
5.2 - EN 566.
Gebruik twee EN 12275 connectoren met vergrendelingssysteem
die in de bovenlussen worden geplaatst. Gebruik harnassen overeenkomstig de
EN 12277 standaard.
6) INSTALLATIE.
Het apparaat kan aan het harnas worden bevestigd met behulp van de knoop
die hier wordt uitgelegd: rijg de benedenlus van het apparaat door de EN 813
buikring (Fig. 5.1) of door beide EN 12277 harnaslussen (Fig. 6.1), en haal hem
vervolgens door de inbindlus (Fig. 5.2-6.2); rijg beide armen door de benedenlus
(Fig. 5.3-6.3) en trek ze van het lichaam af totdat de knoop strak zit (Fig. 5.4-
6.4). Controleer dat de knoop goed is vastgemaakt.
Let op!
Het gebruik van een
Leeuwerikse voetstapsteek (larksfoot) om het apparaat aan het harnas te bevesti-
gen zal de kracht hier enorm van verminderen (Fig. 4.5).
Doodsgevaar!
Maak
de connector niet direct vast aan de inbindlus (Fig. 4.6).
Let op!
Het gebruik van
incorrecte knopen op de sling kan de kracht hiervan verminderen (Fig. 4.7).
7) INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN 354.
Alle hoogtewerkzaamheden vereisen het gebruik van Persoonlijke Beschermings-
middelen (PBM’s) tegen het risico van vallen. Alvorens de werkplaats te eva-
lueren, moeten alle risicofactoren worden overwogen (milieu, bijkomstigheden,
gevolgen).
7.1 - Waarschuwingen.
Een EN 354 sleutelkoord mag niet worden gebruikt om
het vallen te stoppen tenzij dit gebruikt wordt met een energie-opnemer (bijv. EN
355 energie-opnemer). Tijdens het gebruik van een EN 354 sleutelkoord, moet
de gebruiker altijd onder het verankeringspunt van het systeem blijven waarbij het
sleutelkoord onder spanning staat (valfactor 0 - Fig. 7.1). Bij een valfactor van 1
of hoger (Fig. 7.2), moet er een energie-opnemer worden gebruikt: in dit geval
mag de totale lengte van het systeem, inclusief afwerkingen en connectoren, niet
langer dan 2 meter zijn.
Let op!
De gebruiker moet slapheid van het systeem tot
het uiterste beperken als hij zich in een zone bevindt waar het risico van vallen be-
staat.
Let op!
Afstelapparatuur kan alleen worden aangepast in een veilige zone
waar er geen risico van vallen bestaat.
Let op!
Gebruik nooit twee touwslingen,
elk met een energie-opnemer, tegelijkertijd.
7.2 - Gebruiksvoorbeelden.
De asymmetrische Ypsilon-sling kan voor de volgen-
de bedieningen worden gebruikt: A) Horizontale voortgang (Fig. 8).
Let op!
Bij
het passeren van een tussenzekering moeten de twee connectoren nooit worden
losgemaakt: een hiervan moet altijd vastgehaakt blijven; B) Zelfzekerend als een
tussenzekering wordt gepasseerd, tijdens het dalen (Fig. 9.1) of klimmen aan
een touw; C) Zelfzekerend aan een touwstijgklem tijdens het klimmen aan een
touw door middel van een zelfremmend afdaalapparaat (Fig. 9.2) of via een
borststijgklem (Fig. 9.3).
8) INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN 566.
De asymmetrische Ypsilon sling wordt gebruikt om de gebruiker met een ankerpunt
of ander onderdeel van het systeem te verbinden (bijv. afdaalapparaat, jumar/
stijgklem enz.) en kan bijvoorbeeld worden gebruikt bij abseilen.
8.1 - Waarschuwingen.
Het ankerpunt moet zich altijd boven de klimmer bevin-
den. De klimmer moet zich nooit boven het ankerpunt bevinden (Fig. 10).
Let op!
Houd tijdens het gebruik de sling altijd onder spanning om bij een val belasting
te vermijden, waardoor de sling defect kan raken.
9) SYMBOLEN.
Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 16): F1; F9.