4.2
Instellen van de doseerinrichting
Met de POLYMAT zaaimachine kunnen zaden met een
afmeting tussen de 1 en 10 mm worden gezaaid. Voor fijn
zaad heeft de doseerinrichting een fijn zaad instelling.
In de tabel (zie bijlage E “Insteltabel”) worden van een aantal
zaadsoorten de opbrengsten in kg/ha gegeven, afhankelijk
van de instelling van de doseerinrichting.
Tevens is deze insteltabel als sticker op de POLYLINER
fronttank te vinden.
4.3
Instellen van de zaadhoeveelheid
De zaadhoeveelheid die per hectare moet worden uitgebracht
is in te stellen met de spindel A (fig. 13). Hiermee wordt de
celbreedte in de doseerinrichting vergroot of verkleind.
Een waarde “S” uit de insteltabel komt overeen met de stand
van de wijzer “B” op de schaalverdeling.
Als er zich zaad in de voorraadbak en/of het cellenrad
bevindt, mag de wijzer alleen bij een draaiend cellenrad
naar een kleinere waarde worden versteld. Zaden in het
cellenrad worden anders samengeperst en er kan schade
aan de doseerinrichting ontstaan.
• Trek in dat geval de luchtslang weg en hang een emmer
onder de doseerinrichting om het zaad op te vangen.
• Draai de doseerinrichting nu met de spindel weer dicht tot
de wijzer de gewenste waarde volgens de in bijlage E
“Insteltabel” op de schaalverdeling bereikt heeft.
Voor het zaaien van fijne zaden (koolzaad, etc.) moet de
doseerinrichting van stand Normaal (N) naar stand Fijn (F)
worden omgesteld. De diepte van de cellen wordt hierdoor
verkleind.
Ga als volgt te werk:
• Maak de voorraadbak leeg.
Laat het cellenrad ronddraaien totdat alle zaden uit de
cellen zijn afgevoerd.
15
13
A
B
!
!