2.2.2
Aankoppelen hydrauliek
De hydraulische aandrijving van de ventilator is geschikt
voor verschillende hydraulische systemen voor trekkers nl.
een;
• Open systeem met een tandwielpomp met vaste olie-
opbrengst
• Gesloten systeem met een plunjerpomp met variabele
olieopbrengst.
Door het open of dicht draaien van de kraan A (fig.7) op het
regelblok onder de hydromotor van de ventilator, is de
aandrijving in te stellen voor een open of gesloten hydrau-
lisch systeem.
• Open systeem (tandwielpomp): draai de kraan A open
(uiterst linksom).
• Gesloten systeem (plunjerpomp): draai de kraan A dicht
(uiterst rechtsom).
• Wanneer getwijfeld wordt aan het type hydraulisch sys-
teem van de trekker, neem dan contact op met de dealer
van de trekker.
• Een verkeerde instelling van de aandrijving kan voor
grote schade in het hydraulisch systeem zorgen.
2.2.3
Aansluiting op de trekker
De hydraulische aandrijving dient als volgt op de trekker te
worden aangesloten:
• De persleiding moet op een gewoon ventiel van de trekker
worden aangesloten.
De retourleiding moet op een drukloze retour [(minder
dan 500kPa (5 bar)] van de trekker worden aangesloten.
Wanneer de retourleiding op een trekkerventiel en/of een
leiding met een te kleine diameter wordt aangesloten, kan
schade aan de hydromotor optreden.
• Regel de oliestroom met de draaiknop B (fig. 7) zodanig af,
dat de ventilator met een toerental van minimaal
3000 omw/min en maximaal 3500 omw/min draait.
Het motortoerental dient op werktoerental te worden
gebracht. Met draaiknop B moet dan het ventilator-
toerental zodanig worden aangepast, dat het toerental net in
het werkgebied valt, en door het POLYTRONIC regel-
systeem geen alarm voor te laag of te hoog toerental
gegeven wordt.
11
7
B
A
!
!