* N: Neutral. La potencia del motor no
es transmitida a las ruedas.
*
L4: Mando de bajo alcance a las 4
ruedas (tracción en las cuatro ruedas a
baja velocidad). Úsela para subir o
bajar colinas escarpadas, o en conduc-
ción fuera de la carretera.
Coloque la palanca de transferencia en
la posición deseada después de presionar
el pedal del embrague. Si tiene problemas
con el deslizamiento de la palanca, en-
ganche la transmission y libere un poco el
pedal de embrague al mismo tiempo que
empuja la palanca de transferencia.
PRECAUCIÓN:
(1)
Antes de cambiar la palanca de
transferencia entre 4WD de gran
alcance (H4) y 4WD de bajo
alcance (L4) detenga completa-
mente el vehículo.
(2)
Se permite cambiar la palanca
entre 2WD (H2) y 4WD de gran
alcance (H4) mientras se conduce,
y la dirección debe estar en la
posición recta hacia adelante
durante la operación de cambio.
Versnellingsbak pook
Dit is de pook voor het wisselen van
versnellingen, handel op de voigende
manier:om de gewenste versnelling direct
van de neutrale positie te kiezen.
* Een (1): Beweeg voorzichtig naar links
en dan naar voren.
* Twee (2): Beweeg voorzichtig naar
links en dan naar achteren.
* Drie (3): Beweeg het hendel voor-
waarts van uit de neutrale positie.
* Top (4): Beweeg het hendel achter-
waarts vanuit de neutrale positie.
* Achteruit (R): Ais het hendel inge-
drukt wordt vanuit de neutrale positie,
beweeg het naar rechts en achter-
waarts.
Tussenbak pook
* H2: 2-wiel aandryving hoge gearing
(achterwiel aandryving). Deze positie
moet normaal gebruikt worden voor
het ryden op verharde en droge weg-
gedeeltes.
* H4: 4-wiel aandryving hoge gearing
(hoge snelheid met vier aangedreven
Wielen.) Deze positie geeft betere
grip dan twee aangedreven Wielen.
Gebruik deze voor het ryden op gladde
wegen (water, ys, met sneeuw bedekte
of modderige wegen, enzovoort) of in
het terrein.
* N: Neutraal. Motorvermogen wordt
niet op de wielen overgebracht.
* L4: 4-wiel aandryving läge gearing
(läge snelheid vier wiel-aandryving).
Gebruik dit voor het klimmen of
afdalen van steile hellingen tydens
terrein ryden.
Zet de schakelpook in de juiste positie
nadat het koppelingspedaal ingedrukt
wordt. Als U moeilykheden heeft met het
overschakelen, zet de transmissie in de
versnelling en laat de koppeling geleidelyk
omhoog komen terwyl U tegen de scha-
kelpook drukt.
ATTENTIE:
(1) Breng het voertuig tot complete
stilstand, voor het overschakelen
tussen de 4WD hoge gearing
(H4) en de 4WD läge gearing (L4)
met de tussenbak pook.
(2) Het is toelaatbaar om tydens het
ryden over te schakelen tussen
de 2WD (H2) en de 4WD hoge
gearing (H4), maar het stuurwiel
moet in de rechte positie staaii
tydens het overschakelen.
51