HK 25
27
LAMES
Les LAMES HOWARD (Fig. 26/1 A) sont conÇues pour produire un
lit de semence de qualité.
Une observation et un entretien permanents des lames sont très
importants. Les lames déformées, usées ou cassées doivent être
immédiatement remplacées par des lames neuves.
Pour la fixation des lames, n´utiliser que des BOULONS HOWARD
haute résistance (Fig. 26/1 B). La rondelle et l´écrou doivent reposer
sur la bride et la tête du boulon doit reposer sur la lame.
Ces boulons doivent être serrés au couple de 140 Nm.
EFFACEURS DE TRACES DE ROUES (Fig. 26/2)
Ils peuvent être réglés verticalement dans leur chape et latéralement
en les faisant coulisser sur la barre carrée avant. Ainsi, ces effaceurs
peuvent être réglés en fonction des traces de chaque tracteur.
ROTORS (Fig. 27/1)
Les axes de rotors de la herse rotative sont équipés de roulement à
rouleaux (C) prévus pour de fortes sollicitations axiales et radiales.
Une douille d´écartement (D) mesurée précisement en atelier pour
un fonctionnement optimal des roulements, est montée entre les
roulements à rouleaux. L´écrou crénelé (E) est serré à un couple
important de 600 à 650 Nm, afin de maintenir axialement les pièces
du rotor.
Après un démontage éventuel du rotor, les roulements doivent être
remontés avec une douille d ´écartement ajustée. Pour plus de
renseignements se référer à la fiche technique Nr. TS.201403.
(Celle-ci est disponible auprès du magasin des pièces de rechange).
Important :L´écrou crénelé ne doit pas être utilisé pour le réglage du
jeu des roulements à rouleaux.
Un montage défectueux du rotor peut engendré une usure rapide du
profil de l´arbre et provoqué en conséquence une rupture des autres
pièces.
MESSEN
HOWARD MESSEN (Fig. 26/1 A) hebben een speciaal ontwerp welke
garant staat voor een kwualitatief goed zaaibed.
Verbogen, sterk versleten of gebroken messen benadelen de goede
werking en dienen onmiddelijk te worden vervangen.
HOWARD BOUTEN (Fig. 26/1 B) worden gefabriceerd met speciale
specificaties en dienen altijd te worden gebruikt. Aantrekken op een
moment van 140 Nm.
SPORENWISSER (Fig. 26/2
Om de tractorsporen te verwijderen kunnen vaste of verende
sporenwissers worden gemonteerd aan de voorste balk. De
werkdiepte is instelbaar door middel van een pen gat constructie.
ROTORS (Fig. 27/1)
De rotorkopeg rotors zijn voorzien van kegellagers (C) welke
uitermate geschikt zijn voor het opvangen van zowel radiale
als axiale krachten. Tussen twee kegellagers in is een
afstandsbus (D) gemonteerd. Deze bus heeft een specifieke
lengte welke de juiste onderlinge afstand tussen de lagers
verzekert waardoor het optimaal functioneren van de
kegellagers is gewaarborgd.
De kroonmoer (E) wordt gebruikt om het geheel axiaal op te
sluiten en dient ervoor met een moment van 600-650 Nm te
worden aangedraaid. De kroonmoer met spanstift borgen.
Na eventuele demontage van de lagering moeten de lagers bij
het terug monteren met behulp van een aangepaste
afstandsbus worden ingesteld. Gebruik hiervoor onze montage
instructie nr. TS 201403 welke via het onderdelenmagazijn of
de service afdeling kan worden verstrekt.
LET OP: Gebruik de kroonmoer niet om de lagers af te stellen.
De ruimte op het lager wordt namelijk door de afstandsbus
geregeld.
Zorg ervoor dat de lagerafstelling correct wordt uitgevoerd.
Een verkeerde afstelling kan versnelde slijtage van de
rotordelen tot gevolg hebben.
Fig. 27/1
C
D
E
C
