7
Nl
6. Vullen
Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 2/3, inclusief het water of andere
vloeistof dat u heeft toegevoegd (u kan de maataanduiding vinden aan de
binnenkant van de pan).
Vul de snelkookpan nooit voor meer dan 1/2 als u soep, bepaalde granen,
gedroogde peulvruchten of gedroogde bonen wenst klaar te maken (zie hoofd-
stuk 18).
Indien de snelkookpan te vol is kunnen de veiligheidselementen beschadigd
worden (verbrandingsgevaar).
Vergeet nooit om voldoende water (zie tabel met kooktijden, hoofdstuk 18 toe
te voegen. Bij complete verdamping zal het voedsel bederven en de pan over-
verhitten.
Bij eventueel gebruik van zout roert u tot dit volledig is opgelost. Om echter
schade aan het roestvrij staal te voorkomen is het aangeraden geen gezouten
water of erg gezouten voeding in de snelkookpan te laten staan.
7. Het ventiel controleren
Het ventiel is een veiligheidsapparaat!
Controleer of de ventieldop strak is vastgeschroefd. Indien dit niet het geval is
schroeft u dit stevig vast zoals getoond in hoofdstuk 11.
Controleer of het ventiel zuiver is en vrij beweegt door er
zachtjes aan te trekken. Als het ventiel niet vrij is of verstopt
met voedsel, gebruikt u de snelkookpan niet
(zie hoofdstuk 11+12).
8. Sluiten
Plaats de rubberring in het deksel. Zorg
ervoor dat deze tegen de binnenkant van
het deksel komt te liggen tussen het dek-
sel en de voorziene rand.
Controleer steeds of de gekleurde veiligheidsknop van
de handgrepen tegen de rubberring duwen.
1. Veiligheidsknop en veer (ingebouwd in handvat)
2. De rubberring zoals getoond op de tekening heeft enkel
deze vorm indien het deksel niet in gebruik is.
3. Bovengreep
1
2
3
Handleiding Snelkoker 28/01/05 14:41 Page 7
WWW.CUISIMAT.BE