NEDERLANDS
47
5.2.
Transport
Vermijd onnodig stoten en botsen tegen het product.
Gebruik voor het heffen en transporteren van de groep een hefinrichting en het standaard meegeleverde pallet (indien
aanwezig). Gebruik alleen hijskoorden van plantaardige of synthetische vezels indien de hijsmiddelen gemakkelijk aan de unit
bevestigd kunnen worden, zie afb.5.2. (A of B). Het eventueel op de motor aanwezige hijsoog mag niet gebruikt worden om
de volledige unit op te tillen.
(A) - Transport pomp
(B) - Transport complete unit
(afb.5.2.)
5.3.
Afmetingen en gewichten
Op de sticker op de verpakking is het totale gewicht van de elektropomp vermeld. De buitenste afmetingen vindt u op pagina
119-123 / 124-130.
6. WAARSCHUWINGEN
6.1.
Gespecialiseerd
personeel
Het is raadzaam de installatie toe te vertrouwen aan vakbekwaam en gekwalificeerd personeel, dat
beschikt over de technische kwalificaties die worden vereist door de van toepassing zijnde wetten
.
Onder gekwalificeerd personeel
verstaat men personen die op grond van hun vorming, ervaring en opleiding,
en op grond van hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen voor het voorkomen van
ongevallen, en bedrijfsvoorwaarden, door degene die verantwoordelijk is voor de veiligheid van de installatie
geautoriseerd zijn om alle noodzakelijke werkzaamheden te verrichten en die bij het uitvoeren van deze
werkzaamheden elk gevaar weten te herkennen en te vermijden. (Definitie technisch personeel IEC 364)
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke,
sensoriële of mentale vermogens, of die onvoldoende ervaring of kennis ervan hebben, tenzij zij bij het
gebruik van het apparaat onder toezicht staan van of geïnstrueerd worden door iemand die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid. Kinderen moeten in het oog gehouden worden om erop toe te zien dat ze niet met het
apparaat spelen. (EN 60335-1:02)
6.2. Veiligheid
6.2.1.
Het gebruik is uitsluitend toegestaan indien voor het elektrische systeem veiligheidsmaatregelen zijn genomen
overeenkomstig de normen die van kracht zijn in het land waar het product geïnstalleerd is (voor Italië CEI 64/2).
6.3.
Controle rotatie pomp/motoras
Het is een goede regel om,
alvorens over te gaan tot de installatie van de pomp
, te controleren of de as van de pomp en/of
motor vrij kan bewegen. Hiervoor beweegt u, bij pompen met onbedekte as met de hand het uitstekende uiteinde van de as van
de pomp. Bij een elektrompompunit op onderstel beweegt u met de hand de koppeling na de afdekking van de koppeling te
hebben verwijderd. Zet na afloop van de controle de afdekking van de koppeling weer op zijn oorspronkelijke plaats terug.
Forceer de as of de ventilator van de motor (indien geleverd) niet met tangen of
andere werktuigen om te proberen de pomp te deblokkeren, maar spoor de oorzaak
van de blokkering op.
6.4.
Nieuwe
systemen
Alvorens een nieuw systeem in werking te stellen, moeten de kleppen, leidingen, reservoirs en aansluitingen zorgvuldig
worden schoongemaakt. Vaak komen soldeersnippers, roestdeeltjes of andere onzuiverheden pas na verloop van tijd los. Om
te voorkomen dat deze deeltjes in de pomp terecht komen, dienen filters te worden aangebracht. Het vrije oppervlak van het
filter moet een doorsnede hebben die ten minste 3 keer zo groot is als die van de leiding waarop het filter gemonteerd is, om te
grote drukverliezen te voorkomen. Aanbevolen wordt afgeknotte conische filters van roestbestendig materiaal te gebruiken
(ZIE DIN 4181):
(Filter voor aanzuigleiding)
1) Filterhuis
2) Fijnmazig filter
3) Drukverschilmanometer
4) Geperforeerd plaatstaal
5) Aanzuigopening van de pomp
1
2
3
4
5
Содержание KDN Series
Страница 142: ...137 ...
Страница 143: ...138 ...