151
4. Aanwijzingen voor het gebruik
4.1. Controle van de veiligheidsinrichtingen
vóór elk gebruik
Ga na of de dichtingsring
(10)
en de dekselrand
schoon zijn. Controleer of de kogel aan de deks-
elonderkant zichtbaar in het veiligheidsventiel
(4)
zit
(E)
.
Als de kogel zich in de bovenste kamer van het
veiligheidsventiel/kookmechanisme
(4)
bevindt,
verwijder dan de greep
(5)
en duw de kogel met
uw vinger naar de onderste kamer
(F)
.
Test het hoofdventiel
(3)
op beweeglijkheid
door een druk met uw vinger
(G)
. Controleer de
afdichting van de kookindicator
(2)
, de afdich-
ting van de beveiliging tegen resterende druk
(13)
en de afdichting van de stoomuitlaat
opening
(14)
op correcte zit en beschadiging.
De greep
(5)
in het deksel inhangen.
Het deksel plaatsen en sluiten.
4.2. Hoeveelheid vloeistof
Om het doseren voor u gemakkelijker te maken,
is aan de binnenkant van de pan een indeling
aangebracht
(H)
.
Voor de productie van stoom is minstens 1/4 l
vloeistof noodzakelijk, onafhankelijk van het
feit, of u mét of zonder inzetten kookt.
De snelkookpan mag maximaal voor 2/3 gevuld
worden, om de functie niet nadelig te beïn-
vloeden.
Bij schuimende en sterk opzwellende gerechten
(bijv. vleesbouillon, peulvruchten, ingewanden,
compote) mag de pan maar tot de helft gevuld
worden. (Voor verdere aanwijzingen zie hoofd-
stuk »Toebereiden van voedzame gerechten«).
Als u uw levensmiddelen voor het koken wilt
aanbraden (bijv. uien, vleesstukken e.d.), kunt
u de snelkookpan ook als een gewone pan ge-
bruiken. Om deze levensmiddelen gaar te koken,
moet u, voordat u het deksel op de snelkookpan
doet, het aangebraden vlees los maken en de
noodzakelijke hoeveelheid vloeistof (minstens
1/4 l) toevoegen.
Attentie!
Kook altijd met voldoende vloeistof en let erop,
dat de vloeistof van de gerechten nooit volledig
verdampt. Als u dit niet in acht neemt, kunnen
de gerechten aanbranden en de pan en de
kunststof dekselgrepen beschadigd worden
(vergelijk de veiligheidsinstructies 9.).
5. Koken met een snelkookpan
5.1. Algemeen
In de snelkookpan worden de gerechten onder
druk gekookt, d.w.z. bij temperaturen boven
100 °C. Daardoor worden de kooktijden wel
70 % korter, een duidelijke besparing van ener-
gie dus. Doordat de gerechten kort met stoom
worden gekookt, blijven aroma, smaak en
vitamines verregaand behouden.
5.2. Koken met inzetten
Afhankelijk van de grootte van de snelkookpan
kunt u met inzetten en een driepoot koken.
De inzetten en de driepoot zijn als toebehoren
verkrijgbaar bij de vakhandelaar (zie »Lijst van
toebehoren en reserveonderdelen« in de omslag).
5.3. Verhitten
Pan sluiten en aan de draaiknop
(8)
de kook-
stand instellen die in de kooktijden tabel
aanbevolen wordt
(30c)
/
(30d)
:
Kookstand 1 (laagste stand)
eerste oranje kookring
Gebruik kookstand 1 voor het toebereiden van
gevoelige gerechten zoals groente, vis of fruit.
Deze kookstand is geschikt voor een bijzonder
voorzichtige manier van koken; het aroma en
de voedingstoffen blijven daardoor beter
behouden.
DE
GB
ES
BG
DK
FI
FR
GR
IT
NL
NO
PL
PT
RU
SE
SK
SI
CZ
TR
HU
HR
PerfectUltra-BAL-NL_1008.qxd:A5 09.10.2008 16:46 Uhr Seite 151
Summary of Contents for PerfectUltra
Page 17: ...34 ...
Page 33: ...50 ...
Page 49: ...66 ...
Page 65: ...82 ...
Page 81: ...98 ...
Page 97: ...114 ...
Page 113: ...130 ...
Page 129: ...146 ...
Page 145: ...162 ...
Page 161: ...178 ...
Page 177: ...194 ...
Page 193: ...210 ...
Page 209: ...226 ...
Page 225: ...242 ...
Page 241: ...258 ...
Page 257: ...274 ...
Page 273: ...290 ...
Page 289: ...306 ...
Page 305: ...322 ...
Page 321: ...338 ...