positieve klem van de batterij (s).
4. INSTALLATIE
- De batterijlader op een droge plaats opbergen.
PLAATSING VAN DE BATTERIJLADER
- De cellen van de batterij terug sluiten met de speciaal
-
Tijdens de werking de batterijlader op een stabiele manier
daartoe bestemde doppen (indien aanwezig).
installeren en ervoor zorgen dat de luchtdoorgang niet
verstopt wordt middels speciaal daartoe bestemde
6. BESCHERMINGEN VAN DE BATTERIJLADER
openingen zodanig dat een voldoende ventilatie
gegarandeerd is.
(FIG.A)
De batterijlader è uitgerust met bescherming die ingrijpt in
AANSLUITING OP HET NET
geval van:
-
De batterijlader mag uitsluitend aangesloten worden op
- Overlading (excessieve verdeling van stroom naar de
een voedingssysteem met een neutraalgeleider
batterij).
verbonden met de aarde.
- Kortsluiting (tangen voor het opladen in contact met
Controleren of de netspanning overeenstemt met de
elkaar geplaatst).
spanning van werking.
- Omkering van polariteit op de klemmen van de batterij.
-
D e v o e d i n g s l i j n m o e t u i t g e r u s t z i j n m e t
-
In de toestellen voorzien van zekeringen is het verplicht, in
b e s c h e r m i n g s s y s t e m e n zo a l s ze ke r i n g e n o f
geval van vervangingen, analoge reserve onderdelen te
automatische schakelaars, voldoende om de maximum
gebruiken die dezelfde waarde van nominale stroom
absorptie van het toestel te verdragen.
hebben.
-
De aansluiting op het net è moet uitgevoerd worden met
OPGELET: De zekering niet vervangen met waarden
een speciale kabel.
-
Eventuele verlengsnoeren van de voedingskabel moeten
van stroom die verschillen van diegene die op de plaat
een adequate doorsnede hebben die nooit kleiner mag
staan aangeduid, dit zou schade kunnen berokkenen
zijn dan diegene van de geleverde kabel.
aan dingen of personen. Omwille van dezelfde reden
moet men absoluut vermijden dat de zekering
5. WERKING
vervangen wordt met koperen bruggen of ander
VOORBEREIDING VOOR HET OPLADEN
materiaal.
NB: Voordat men overgaat tot het opladen, moet men
De operatie van de vervanging van de zekering moet
verifiëren of de capaciteit van de batterijen (Ah) die men
altijd worden uitgevoerd met de voedingskabel
wenst te onderwerpen aan het opladen niet kleiner is dan
LOSGEKOPPELD van het net.
diegene die aangeduid staat op de plaat (C min).
Vervanging interne zekering van bescherming (FIG.B)
Bij het uitvoeren van de instructies nauwkeurig de hierna
1
-
De voedingskabel loskoppelen van het net.
aangegeven volgorde volgen.
2
- De batterijlader openen.
- De eventueel aanwezige deksels van de batterij
3
- De zekering vervangen met een andere met een gelijke
wegnemen, ì zodanig dat de gassen die zich ontwikkelen
waarde.
tijdens het opladen naar buiten kunnen komen.
4
- De batterijlader terug sluiten.
- Controleren of het niveau van de elektrolyt de platen van
de batterijen dekt; indien deze bloot blijken te liggen,
7. NUTTIGE RAADGEVINGEN
gedistilleerd water toevoegen tot ze 5 -10 mm bedekt zijn.
- Mogelijke incrustaties van oxide wegnemen van de
positieve en negatieve klemmen zodanig dat men een
OPGELET: UITERST VOORZICHTIG TEWERK GAAN
goed contact van de tangen garandeert.
- Strikt vermijden de twee tangen in contact te brengen
TIJDENS DEZE OPERATIE OMDAT DE ELEKTROLYT
wanneer de batterijlader op het net is aangesloten. In dit
EEN UITERST CORROSIEF ZUUR IS.
geval zal de zekering verbranden.
-
Met de voedingskabel losgekoppeld van het contact van
- Indien de batterij waarmee men deze batterijlader wenst
het net de deviator van lading 6/12 V of 12/24 V (indien
te gebruiken è permanent op een voertuig is aangesloten,
aanwezig) plaatsen in functie van de nominale spanning
moet men ook de handleiding instructie en/of onderhoud
van de te laden batterij.
van het voertuig raadplegen op het punt ”ELEKTRISCHE
- De polariteit van de klemmen van de batterij verifiëren:
INSTALLATIE” of ”ONDERHOUD”. Bij voorkeur, vóór het
positief het s en negatief het symbool -.
opladen, de positieve kabel die deel uitmaakt van de
OPMERKING: indien de symbolen zich niet
elektrische installatie van het voertuig loskoppelen
.
onderscheiden moet men zich herinneren dat de
- De spanning van de batterij controleren voordat men ze
positieve klem diegene is die niet verbonden is met het
aansluit op de batterijlader, men herinnert eraan dat 3
chassis van de auto.
doppen een batterij van 6Volt onderscheiden, 6 doppen
- De rode tang voor het opladen verbinden met de positieve
12Volt. In sommige gevallen kunnen er twee batterijen
klem van de batterij (s).
van 12Volt in serie zijn, in dit geval vraagt men een
- De zwarte tang voor het opladen verbinden met het
spanning van 24Volt om beide accu's op te laden.
chassis van de auto, uit de buurt van de batterij en van de
Controleren of ze dezelfde karakteristieken hebben
buis van de brandstof.
teneinde een onevenwicht bij het opladen te voorkomen.
OPMERKING indien de batterij niet in de auto
geïnstalleerd is, zich rechtstreeks verbinden met de
negatieve klem van de batterij (symbool -).
______________( DK )______________
OPLADEN
- De batterijlader voeden door de voedingskabel in het
INSTRUKTIONSMANUAL
contact van het net te steken en de schakelaar (indien
aanwezig) op ON te zetten.
Tijdens deze fase controleert de batterijlader constant de
spanning aanwezig op de uiteinden van de batterij, en
verdeelt of onderbreekt hierbij, indien noodzakelijk,
GIV AGT: LÆS BRUGERVEJLEDNINGEN
automatisch de stroom van opladen naar de batterij; de
OMHYGGELIGT IGENNEM, FØR BATTERILADEN
reeks leds geplaatst op de voorkant van het toestel
TAGES I BRUG.
visualiseren de staat van het opladen van de batterij.
EINDE OPLADEN
1 . A L M E N E S I K K E R H E D S R E G L E R F O R
- De voeding van de acculader wegnemen en hierbij de
ANVENDELSE AF DENNE BATTERILADER
schakelaar (indien aanwezig) op OFF plaatsen en/of de
voedingskabel uit het contact van het net nemen.
- De zwarte tang van het opladen loskoppelen van het
-
Under opladningen dannes der eksplosive gasser.
chassis van de auto of van de negatieve klem van de
Eliminér risici for flamme og gnistdannelse. RYG IKKE!
batterij (symbool -).
-
Placér batterierne på et sted med god udluftning, mens de
- De rode tang van het opladen loskoppelen van de
oplades.
- 11 -
