Storch Airless SL 1600 HD, Manual

Page: 67 / 268

67
6. Doorgangsmeting: op de grote motorstekker met 4 kabels
testen: tussen pen 4 (aardingsdraad) en de drie resterende kabels
mag geen doorgaan bestaan. Als de test mislukt, de motor vervan-
gen.
7. Thermostaat controleren: de thermische draden (geel) van de
stekker losmaken. Multimeter op ohm instellen: de weerstand moet
3,9 kOhm weergeven.
Het display toont CODE 06
Het statuslampje op de
stuurkaart knippert achte-
reenvolgens zes keer
Het spuitapparaat
laten afkoelen.
Wanneer het
spuitapparaat
daarna loopt,
moet de oorzaak
van de overver-
hitting worden
verholpen. Het
spuitapparaat op
een koelere, goed
geventileerde
plaats plaatsen.
Erop letten dat de
motorluchtinlaat
niet geblokkeerd
wordt. Als het
spuitapparaat nog
steeds niet start,
stap 1 volgen.
TIP: de motor moet voor de test afkoelen.
6. De stekker van de oververhittingsbescherming (gele draden) op
de stuurkaart controleren.
7. De steker van de oververhittingsbescherming van de bus van de
stuurkaart losmaken. Let op dat de contacten schoon en onbe-
schadigd zijn. De weerstand van de oververhittingsbescherming
meten. Als de meetwaarde niet aan de norm voldoet, de motor
vervangen.
Thermostaat controleren: de thermische draden (geel) van de
stekker losmaken. Multimeter op ohm instellen: de weerstand
moet 3,9 kOhm weergeven.
8. De steker van de oververhittingsbescherming weer met de bus
van de stuurkaart verbinden. Netkabel weer verbinden, spuit-
apparaat op ON zetten en drukregelknop een halve draai recht-
som zetten. Stuurkaart vervangen, wanneer het spuitapparaat
niet start.
Het display toont CODE 08
Het statuslampje op de
stuurkaart knippert achte-
reenvolgens acht keer
De stroomvoor-
ziening van het
spuitapparaat
controleren (de
ingangsspanning
voor het gebruik
van het spuitap-
paraat is te laag).
1. Het spuitapparaat op OFF zetten en de netkabel van het
apparaat lostrekken.
2. Andere apparaten die op dezelfde stroomkring zijn aangesloten,
verwijderen.
3. Een correct werkende stroomvoorziening opzoeken, om schade
aan de elektronica te vermijden.
Het display toont CODE 10
Het statuslampje op de
stuurkaart knippert achte-
reenvolgens tien keer
Stuurkaart op
oververhitting
controleren.
1. Erop letten dat de motorluchtinlaat niet geblokkeerd wordt.
2. Controleren of de motorventilator niet beschadigd is.
3. Erop letten dat de stuurkaart correct op de achterplaat is aan-
gesloten en dat op de elektrische componenten warmtegelei-
dingspasta is aangebracht.
4. Besturing vervangen.
5. Motor vervangen.
Vertaling van de originele handleiding